De voordelen en toepassingen van genetische modificatie
Bij genetische modificatie wordt de erfelijke achtergrond van een plant of dier veranderd. Dit kan verschillende voordelen hebben. De productie kan verhoogd worden of de plant kan worden versterkt. Hij kan bijvoorbeeld beter tegen droogte. De kwaliteit van voedsel kan worden verhoogd, ongedierte kan zonder pesticiden worden bestreden en er kunnen zelfs ziektes mee worden genezen en voorkomen. Genetische modificatie heeft ook potentiële nadelen, zowel voor de gezondheid als voor het milieu.
Wat is genetische modificatie?
Genetische modificatie is een neutrale naam voor genetische manipulatie. Het houdt in het inbouwen van een nieuw gen of het veranderen van bestaande genen, zodat het organisme meer voordelen heeft. Het kan bijvoorbeeld een grotere opbrengst opleveren. Bij genetische modificatie wordt het DNA, de bouwsteen van het dier of de plant, aangepast. Meer informatie over genetische modificatie is te vinden in
het artikel 'Wat is genetische modificatie of genetische manipulatie?'
Verhoogde productie
Door gewassen genetisch te modificeren, kan de productie worden verhoogd. Een gen dat zorgt voor hoge productie bij één gewas kan worden ingebouwd bij een ander gewas. Hierdoor wordt de productie verhoogd. Dit levert een duidelijk voordeel op. In Nederland, België en andere rijke, westerse landen is de productie al relatief hoog. In armere gebieden, zoals in Afrika en India, ligt de opbrengst van landbouwgrond doorgaans vele malen lager. Door genetisch gemodificeerde gewassen te planten, kan de opbrengst worden verhoogd. Door deze verhoging wordt het voor lokale, vaak arme boeren mogelijk om een redelijke opbrengst uit hun land te krijgen. Er is voldoende te eten en kinderen kunnen naar school.
Droogteresistent
Planten vereisen veel water. De wereldbevolking groeit en de hoeveelheid beschikbaar water neemt af. Er moet dus met weinig water veel voedsel geproduceerd worden. Hierin kan genetische modificatie helpen. Door planten dusdanig te modificeren dat ze met minder water toch voor een goede opbrengst zorgen, kan ook in drogere gebieden voedsel verbouwd worden. Vooral bij rijst wordt hier veel aan gewerkt. Rijstteelt gebeurt doorgaans in een laag water, er verdampt dus veel vocht. Rijst stelt hoge vereiste aan de hoeveelheid beschikbaar water, maar is daarbij voor een groot deel van de wereldbevolking een belangrijke voedselbron. Door rijst droogteresistent te maken, kunnen problemen in de toekomst voorkomen worden en kan nu al meer rijst verbouwd worden.
Bestrijden van ongedierte
Ongedierte kan worden bestreden door gebruik te maken van genetische modificatie. Planten met een ingebouwd gen dat ongedierte weghoudt zijn bijna altijd
Bt-gewassen. Bt staat voor de bacterie
Bacillus thuringiensis, welke de darmwand van insecten aantast. De gewassen bevatten genen welke sterk lijken op die van de bacterie, ze hebben daarbij hetzelfde effect. Hierdoor wordt vraat door insecten tot bijna nul beperkt. Naar de effecten van Bt-gewassen wordt nog volop onderzoek gedaan, vooral op het effect op het ecosysteem. Een voordeel van het gebruik van deze aangepaste gewassen is dat er geen pesticiden meer nodig zijn.
Verhogen van de kwaliteit
Behalve de kwantiteit verhogen kan genetische modificatie ook worden gebruikt om de kwaliteit van voedsel te verbeteren. Een bekend voorbeeld is rijst met ingebouwd β-caroteen (Betacaroteen). Deze rijst wordt wel ‘gouden rijst’ genoemd vanwege zijn kleur, welke ontstaat door een ingebouwd gen uit mais. β-caroteen is nodig voor de productie van vitamine A. β-caroteen is veel te vinden in bladgroenten, zoals sla en andijvie, maar ook veel in mais. In arme landen wordt vaak veel rijst gegeten, er ontstaat een tekort aan vitamine A. Wanneer gouden rijst wordt verbouwd en gegeten, kan het vitamine A gebrek worden tegengegaan. Vitamine A gebrek zorgt onder andere voor blindheid en sterfte, voornamelijk onder kinderen.
Ziektebestrijding
Genetische modificatie kan worden gebruikt voor het bestrijden van ziekten bij mensen. De meest gebruikte methode is het produceren van medicijnen uit planten of dieren.
Herman
De stier Herman is een genetisch gemodificeerde stier. Uit 1154 bevruchte en genetisch gemodificeerde eicellen kwam uiteindelijk één kalf waarbij de gemodificeerde genen tot uiting kwamen, de stier Herman. Aan hemzelf is geen verschil te merken, maar zijn vrouwelijke nakomelingen hebben een bijzondere afwijking. Ze produceren geen gewone melk, maar babyvoeding voor menselijke baby’s. Helaas zit er slechts een zeer klein aandeel lactoferrine in, wat baby’s nodig hebben. Hierdoor is de melk nooit in gebruik genomen. Het verhaal van Herman bewijst wel dat er vele mogelijkheden zijn.
Gentherapie
Bij gentherapie worden erfelijke aandoeningen genezen. Zonder gentherapie zijn deze aandoeningen niet te verhelpen. Gentherapie richt zich op mensen, er wordt een gezond gen ingebracht in de cellen van een ziek persoon. Dit gebeurt niet in alle cellen, wat nagenoeg onmogelijk zou zijn, maar slechts in de betrokken cellen. De patiënt kan op deze manier genezen van een erfelijk gebrek aan een gen.
Gentherapie is een hele jonge wetenschap. In 1991 werd het eerste succes geboekt. Dit was echter geen compleet succes aangezien de behandeling na een aantal maanden herhaald moest worden. De patiënt was dus wel geholpen, maar niet genezen.
Muggen uitroeienDe tijgermug, de verspreider van knokkelkoorts /
Bron: James Gathany CDC, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Muggen zijn ziekteverspreiders. Ze zijn moeilijk te bestrijden omdat ze zich snel voortplanten, klein zijn en er heel veel aanwezig zijn. Recent onderzoek ziet genetische modificatie als een oplossing. Bij tijgermuggen, de verspreiders van knokkelkoorts zijn mannelijke muggen gemodificeerd zodat hun nageslacht sterft voordat het zich kan reproduceren. De mannelijke muggen vinden een vrouwtje, wat zich slechts eenmaal voortplant. Deze jongen gaan dood zonder voor nageslacht te zorgen, waardoor de populatie wordt verkleind.
Tot slot
Genetische modificatie kent veel voordelen. Het is te begrijpen dat er veel onderzoek naar wordt gedaan, de mogelijkheden lijken onbeperkt. Echter, genetische modificatie kent ook verschillende nadelen en gevaren. Zo is het kostbaar om toe te passen en is succes verre van gegarandeerd. Doordat genetische modificatie zo’n jonge wetenschap is, is er weinig bekend over lange termijn effecten. Genetisch gemodificeerde organismen hebben een beperkte diversiteit, waardoor het risico op een pandemie onder de organismen groter wordt.
Uiteindelijk is hetzelfde te concluderen over genetische modificatie als over alle andere wetenschappelijke onderwerpen. Er is meer onderzoek nodig. Waarschijnlijk zullen er altijd voorstanders en tegenstanders blijven, maar het ziet ernaar uit dat de ontwikkelingen op het gebied van genetische modificatie zich voort gaan zetten.
Lees verder