Het recht: beslissingsschema
Het beslissingsschema van artikel 350 Strafvordering heeft betrekking op elk strafproces. Voordat de rechter naar een zaak mag en kan kijken, moeten eerst een aantal vragen worden beantwoord. In dit artikel worden deze vragen besproken.
Opstelling wetboek van strafrecht
Het Wetboek van Strafrecht is opgesteld in 1886 en is gebaseerd op voormalige regelgevingen en nationaal aanvaardbare normen en waarden. Tegenwoordig zien we dat er meer en meer Europese invloed komt in het ontwerp van het wetboek. Steeds meer EU richtlijnen en verplichtingen worden in het wetboek van strafrecht opgenomen.
Het Wetboek van Strafvordering regelt hoe het Wetboek van Strafrecht moet worden toegepast. Het artikel 350 van het wetboek van strafvordering is een van de belangrijkste artikelen. Dit artikel gaat voordat het proces begint van kracht. Maar allereerst moet artikel 348 van datzelfde wetboek worden behandeld.
Artikel 348
Het strafrechtelijke proces begint bij het beantwoorden van de vragen die artikel 348 van het wetboek van Strafvordering stelt. Als op alle vier de vragen positief kan worden geantwoord, komt het beslissingsschema pas aan bod. Die vragen zijn:
- Is de dagvaarding geldig?
- Is de rechter bevoegd?
- Is het Openbaar Ministerie ontvankelijk?
- Zijn er andere redenen voor schorsing?
Artikel 350
Wanneer de rechter positief door het onderzoek van artikel 348 komt, is het zaak kritisch te kijken naar het onderzoek bij artikel 350 Strafvordering. Dit onderzoek ziet er als volgt uit:
Kan het ten lasten gelegde feit bewezen worden?
- Indien nee: vrijspraak
- Indien ja: door naar het beantwoorden vraag 2
Welk strafbaar feit levert het bewezen verklaarde volgens de wet op? Met andere woorden: kan er een strafbaar feit worden opgelegd?
- Indien nee: ontslag van alle rechtsvervolging
- Indien ja: door naar het beantwoorden vraag 3
Is de verdachte strafbaar?
- Indien nee: ontslag van alle rechtsvervolging
- Indien ja: door naar het beantwoorden vraag 4
Het bepalen van de straf, dus welke straf gaan we opleggen?
- Hier wordt gebruik gemaakt van artikel 9 en 9a van het wetboek van Strafrecht en artikel 351 van het wetboek van Strafvordering.