Wegwijs in de wetsartikelen van het wetboek van strafrecht
Vanwege werk, studie of gewoon uit belangstelling, is het soms nodig om wetsartikelen in het wetboek van strafrecht op te zoeken. Onbekendheid met het gebruikte systeem en niet weten hoe het wetboek in elkaar steekt, kan daarbij een probleem zijn. Wellicht is het tijd om de opbouw en indeling in boeken, titels en afdelingen van dit wetboek stap voor stap door te nemen. Een toelichting op een aantal andere termen en uitleg over de gebruikte Romeinse nummering maakt het beeld compleet. Wegwijs in de wetsartikelen van het wetboek van strafrecht en het opzoeken van wetsartikelen wordt kinderspel. In het wetboek van strafrecht zijn - na wat tekst en uitleg - zelfs wetsartikelen zonder bekende artikelaanduiding eenvoudig terug te vinden.
Inhoud
Knelpunten door de oorsprong van het wetboek van strafrecht
Het Nederlands wetboek van strafrecht heeft een interessante geschiedenis. Het stamt af van de Franstalige Code Pénal (verder CP). De Franse CP heeft op zijn beurt weer Latijnse voorouders. Het wetboek van strafrecht laat zijn 'roots' op allerlei manieren zien. Het gebruik van woorden in het wetboek zoals boek (livre) titel (titre) en artikel (article) verraden zijn afkomst. Het gebruikt namelijk dezelfde afgeleide termen en indelingen als zijn voorgangers, maar dan in een Nederlandse vertaling. Het houdt ook bijvoorbeeld vast aan de Romeinse nummering. Zijn oorsprong maakt het voor de leek moeilijk om er in wegwijs te worden, tenminste zo lijkt het.
De ontwikkelingen van de wetsartikelen in het wetboek van strafrecht na 1813
De ontwikkelingen van het wetboek na de invoering in 1813 zorgen voor het volgende knelpunt. Het is namelijk na 1813 keer op keer aangevuld met nieuwe strafbare feiten, die voorheen niet bestonden. Denk aan de opkomst van strafbare feiten rondom terrorisme of computercriminaliteit. De wetgever heeft met kunst- en vliegwerk op een bestaand systeem moeten voortborduren en oplossingen moeten bedenken om het wetboek actueel en leesbaar te houden. De indruk bestaat, dat de overzichtelijkheid van het wetboek van strafrecht daardoor wat in de knel is gekomen.
Knelpunten of onwennigheid?
De oorsprong en ontwikkelingen hoeven helemaal geen knelpunten te vormen, als de termen maar worden toegelicht en de gebruikte systematiek van de indelingen uit de doeken wordt gedaan. In feite zijn de knelpunten geen problemen, maar is eerder sprake van onwennigheid. Na het lezen van onderstaande toelichting kunnen wetsartikelen vlot in het wetboek van strafrecht worden teruggevonden.
Wegwijs in het wetboek van strafrecht: de indeling in boeken en titels
Het verduidelijken van het systeem achter het wetboek begint bij de eerste grove indeling van het wetboek. De indeling van het wetboek van strafrecht (verder WvSr) volgt een vaste, strakke indeling in de lijn van zijn Franse en Latijnse voorgangers.
De indeling in het wetboek van strafrecht in boeken
Het WvSr is één grote verzameling wetsartikelen, die verdeeld zijn over drie
'boeken'. Het zijn geen drie aparte exemplaren, zij zijn te beschouwen als drie dikke hoofdstukken samengevat in één groot boekexemplaar. De drie boeken zijn gelijkwaardig van niveau. Dit betekent dat geen enkel boek ondergeschikt is aan een ander boek. De artikelnummers lopen ook gewoon door. De onderverdeling in een eerste boek, tweede boek (de grootste) en derde boek maakt het wetboek toegankelijker. Het plaatst wetsartikelen die een gemene deler hebben bij elkaar:
- Eerste boek. Algemeen deel (algemene bepalingen en jeugd)
- Tweede boek: Misdrijven (de ernstige vormen van criminaliteit)
- Derde boek: Overtredingen (de lichte vormen van criminaliteit)
In het eerste boek staan algemene bepalingen zoals de definities van gebruikte termen, alle jeugdstrafrechtbepalingen en de straffen en maatregelen die kunnen worden opgelegd.
- In het eerste boek staan diversen en jeugdstrafrecht: art. 1 Sr. - art. 91 Sr
- In het tweede boek staan de algemene misdrijven: art. 92 Sr. - art. 421 Sr*
- In het derde boek staan een aantal overtredingen: art. 424 Sr. - art. 479 Sr
* De artikelen 422 en 423 zijn in 2006 vervallen verklaard.
Door de vraag te beantwoorden: "Behandelt het wetsartikel dat gezocht wordt iets algemeen dan wel het jeugdstrafrecht (boek 1) óf heeft het betrekking op een misdrijf (boek 2) óf een overtreding (boek 3)?", kan al gerichter naar een wetsartikel worden gezocht, zelfs wanneer de artikelnummering onbekend is.
De verdeling van het wetboek van strafrecht in titels
De boeken zijn verder verfijnd om het WvSr verder in te delen. De drie vermelde boeken zijn daartoe onderverdeeld in
'titels'. De titels zijn genummerd volgens de Romeinse nummering: I, II, III, IV enzovoort. Een titel vertegenwoordigt telkens een groep bij elkaar behorende wetsartikelen.
De onderverdeling is als volgt:
- Boek I titel I tot en met titel IX
- Boek 2 titel I tot en met titel XXXI
- Boek 3 titel I tot en met IX
Wegwijs in het gebruik van de Romeinse nummering bij de titels in het wetboek van strafrecht
Het ontcijferen van Romeinse nummering kan voor wat hoofdbrekens zorgen. In de Romeinse nummering vertegenwoordigen bepaalde hoofdletters namelijk cijfers. V = 5; X = 10; M = 1000 bijvoorbeeld. Afhankelijk van de plaatsing in de reeks dient een 'hoofdletter' opgeteld dan wel afgetrokken te worden van zijn voorganger of opvolger in de reeks. Het is geen dagelijkse kost. Om het gebruik te vergemakkelijken staat de
toegepaste Romeinse nummering hieronder vermeld.
1 = I | 6 = VI | 11 = XI | 16 = XVI | 21 = XXI | 26 = XXVI |
2 = II | 7 = VII | 12 = XII | 17 = XVII | 22 = XXII | 27 = XXVII |
3 = III | 8 = VIII | 13 = XIII | 18 = XVIII | 23 = XXIII | 28 = XXVIII |
4 = IV | 9 = IX | 14 = XIV | 19 = XIX | 24 = XXIV | 29 = XXIX |
5 = V | 10 = X | 15 = XV | 20 = XX | 25 = XXV | 30 = XXX |
Alle titels zijn gelijkwaardig van niveau. Dit betekent dat geen enkele titel ondergeschikt is aan een andere titel. Elke
titel gaat vergezeld van een korte zin, wat het onderwerp is. Het onderwerp beschrijft heel beknopt waarop een groep bij elkaar behorende wetsartikelen betrekking heeft. Titel I van het tweede boek heeft tot onderwerp bijvoorbeeld
"Misdrijven tegen de veiligheid van de Staat" terwijl titel VI van het derde boek tot onderwerp
"Overtredingen betreffende de zeden" heeft.
Sommige 'titels' hebben naast een Romeins titelnummer ook een alfabet hoofdletter. Deze aanvulling heeft de wetgever bedacht om nieuwe wetgeving te kunnen invoegen tussen al bestaande titels. Zo is het eerste boek aangevuld met de titels IIA, IIIA en VIIIA.
Tip: gebruik bij het opzoeken de inhoudsopgave van het wetboek van strafrecht. Het vergemakkelijkt vooral het opzoeken van wetsartikelen met een (nog) onbekend artikelnummer. De onderwerpen die bij de titels staan, zijn een uitstekende hulp bij het opzoeken. Wie naar een artikel speurt, dat betrekking heeft op diefstal of stroperij, zal andere titels die niet relevant zoals meineed en belediging kunnen overslaan en rechtstreeks tussen de titels naar de relevante artikelen kunnen zoeken. Het wijst zich bijna vanzelf.
De indeling van het wetboek van strafrecht in afdelingen
Titels kunnen nog verder onderverdeeld worden in
'afdelingen'. Dat is de laatste verfijning die in het WvSr wordt toegepast. Het komt alleen voor in Boek 1. Daar heeft titel IIA een onderverdeling in een eerste, tweede, derde en vierde afdeling. Dit is ook de enige titel, waarin de wetgever een onderverdeling heeft gemaakt in afdelingen.
Door de splitsingen te volgen van de drie
boeken, de
titels met hun Romeinse nummering (met eventueel een alfabet hoofdletter) en onderwerp en eventueel de verfijning van
afdeling, kan een persoon met gemak elk gewenst artikel terugvinden in het wetboek van strafrecht.
Wegwijs in de wetsartikelen van het wetboek van strafrecht: een samenvatting en hulp bij het opzoeken
- Wegwijs in de wetsartikelen van het wetboek van strafrecht begint bij de verdeling in drie boeken;
- De wetsartikelen van het wetboek van strafrecht zijn doorlopend genummerd;
- Sommige termen stammen af van de Franse Code Pénal en/of hebben een Latijnse afkomst;
- De boeken zijn onderverdeeld in titels;
- Elke titel maakt gebruik van een Romeinse nummering;
- In boek 1 hebben de titels IIA, IIIA en VIIIA een alfabet hoofdletter vanwege destijds in te voegen nieuwe bepalingen;
- Een titel gaat altijd vergezeld van een korte zin (het onderwerp). Het vertelt wat de bijbehorende artikelen behandelen;
- Titel IIA is als enige titel verder verfijnd door een splitsing in de afdelingen 1 t/m 4.
Lees verder