Aarde, de levende planeet
De aarde is vanaf de zon gezien de derde planeet uit het zonnestelsel. Het is de enige planeet waar leven is en er is volop water te vinden. De aarde heeft één maan, die gewoon ‘maan’ wordt genoemd.
Apart
Vanuit de lucht gezien bestaat de aarde uit blauwgroene vlekken waarop miljarden mensen, dieren en planten leven. De aarde is daarmee de enige planeet waar leven heerst. Dat heeft vooral met de temperatuur te maken. Het is er gemiddeld 14 graden boven nul, daardoor is er volop vloeibaar water.
De aarde onderscheidt zich ook op andere manieren van de overige planeten uit het zonnestelsel. Er is namelijk een dampkring die erg geschikt is voor levende wezens. De lucht bestaat voor ongeveer 4/5 uit stikstof en voor ongeveer 1/5 aan zuurstof. Daarnaast is er nog een heel klein beetje van allerlei andere stoffen. De dampkring is niet te vergelijken met die van andere planeten. Venus en Mars hebben een dampkring die bijna volledig bestaat uit koolstofdioxide. Mercurius en Pluto hebben bijna geen atmosfeer en de gasplaneten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus kunnen beter buiten beschouwing worden gelaten omdat daar sowieso niets kan leven.
Opbouw
Van buiten naar binnen bestaat de aarde uit vier gebieden. Bovenaan zit een dunne, harde aardkorst. Deze is slechts enkele tientallen kilometers dik. Daarna volgt de vloeibare mantel, de dikste van alle lagen met enkele duizenden kilometers. De buitenkern is het derde gebied, nog heter dan de mantel en eveneens vloeibaar. Het vierde gebied is de binnenkern. Dit is de pit van de aarde, een vaste bal die bijna helemaal uit ijzer bestaat. In de binnenkern kan het wel 7500 graden zijn. Dat is heter dan de buitenkant van de zon.
Platen
De buitenste laag van de aarde, de aardkorst, is verdeeld in acht grote en een aantal kleinere stukken die platen worden genoemd. Ze drijven op de plaat die eronder ligt. De platen schuiven dus van elkaar af, ongeveer één tot tien centimeter per jaar. Na miljoenen jaren is de wereldkaart dan ook behoorlijk veranderd: Amerika en Afrika zaten bijvoorbeeld eerst aan elkaar vast, en vormden de continenten een groot supercontinent: Pangea.
Hier volgen de acht verschillende platen die op aarde drijven met het gebied waar ze liggen:
- Noord-Amerikaanse plaat: Noord-Amerika, het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan en Groenland.
- Zuid-Amerikaanse plaat: Zuid-Amerika en het zuidwestelijke deel van de Atlantische oceaan.
- Antarctische plaat: de zuidpool en de omliggende oceanen.
- Eurasische plaat: Europa, Azië (behalve India) en het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan.
- Afrikaanse plaat: Afrika, het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en het westelijke deel van de Indische Oceaan.
- Indiaans-Australische plaat: India, Australië, Nieuw Zeeland en het grootste deel van de Indische Oceaan.
- Nazca-plaat: het deel van de Grote Oceaan, dat grenst aan Zuid-Amerika.
- Pacifische plaat: de rest van de grote oceaan.
Naast deze grote platen zijn er nog zo’n twintig andere platen, waaronder de Arabische en de Filipijnse plaat.
Schuiven van platen
Op plaatsen waar twee platen tegen elkaar drukken ontstaan bergketens. Een voorbeeld hiervan is het grootste gebergte ter wereld, de Himalaya. De platen van Azië en India hebben zich hierbij tegen elkaar gedrukt waaruit dit gebergte is ontstaan.
Als twee platen langs elkaar schuren, kunnen er aardbevingen ontstaan. Vooral aan de westkust van de Verenigde Staten, bij San Francisco komen aardbevingen geregeld voor.
Ruimtepuin
Sinds de jaren 50 heeft men nogal een groot aantal kunstsatellieten de ruimte in geschoten. Veel van die satellieten hebben geen functie meer en draaien in een baan rond de aarde. Bij het lanceren van raketten komen vaak grote stukken los van de hoofdraket. Die blijven ook in de ruimte zweven. Daarnaast behoren losgeraakte schroeven en afgebladderde verf van ruimteschepen ook tot al dat ruimtepuin dat in banen rond de aarde zweeft. Er zijn anno 2006 waarschijnlijk meer dan 70.000 stukjes met een grootte van meer dan 2 centimeter te vinden. Doordat dit aantal zich uit blijft breiden wordt de kans steeds groter dan een nieuwe raket een stuk ruimtepuin raakt.