Wat zijn magnetars?
Het universum bevat veel verschillende soorten lichamen. De meest bekende van deze lichamen zijn sterren. Sterren leven echter niet voor eeuwig. Op een dag sterven ze, waarop ze een nieuwe vorm krijgen. Een mogelijk overblijfsel na de dood van een ster is een magnetar. Deze komen echter maar zelden voor en wetenschappers hebben er dan ook nog maar een tiental ontdekt binnen ons melkwegstelsel. Volgens de NASA kunnen er binnen ons zonnestelsel nog honderden onontdekte en miljoenen uitgedoofde magnetars bestaan.
Wat zijn magnetars?
Magnetars zijn eigenlijk een soort neutronensterren. In tegenstelling tot een neutronenster draaien ze veel trager om hun eigen as en hebben ze een veel sterker magnetisch veld. Dit veld kan tot duizend keer sterker zijn dan het magnetisch veld van een gewone neutronenster. Dit erg sterke magnetische veld zorgt er ook voor dat magnetars erg moeilijk te detecteren zijn. Dit magnetisch veld verstoort namelijk bijna alle uitgezonden signalen, waardoor wetenschappers een vertekend (of geen) beeld krijgen over de omgeving van de magnetar. Hierdoor is er maar erg weinig informatie te verkrijgen door gebruik te maken van conventionele meetmethodes. Om de locatie en het bestaan van een magnetar te bewijzen moeten wetenschappers teruggrijpen naar één van de eigenschappen van magnetars. Op het oppervlak van een magnetar kunnen namelijk sterbevingen plaatsvinden. Deze bevingen kunnen worden vergeleken met aardbevingen op planeet aarde, maar dan op het oppervlak van een (neutronen)ster. Tijdens deze bevingen worden grote hoeveelheden gammastraling vrijgegeven, welke gemeten kunnen worden met behulp van de juiste apparatuur.
Levensverloop van een magnetar
De geboorte van een magnetar begint bij de dood van een ster. Om een magnetar te verkrijgen moet de stervende ster een massa hebben die groter is dan de zon, anders verkrijgen we een witte dwerg. Ze mag echter ook niet te groot zijn, anders wordt een zwart gat verkregen. (Hier is nog twijfel over, magnetars zouden ook gevormd kunnen worden bij de dood van erg zware sterren). Op het moment dat zo'n ster sterft, explodeert ze. Dit noemen we een supernova. Na een supernova zijn er nog enkele resten over van de, nu dode, ster. Deze resten vormen een neutronenster. Meestal zal deze neutronenster overgaan tot een pulsar, maar in sommige gevallen gebeurt er iets bijzonders. Het magnetische veld van de neutronenster stijgt en er wordt een magnetar gevormd. De exacte omstandigheden die leiden tot de vorming van een magnetar zijn niet zeker, maar men vermoedt dat de aanwezigheid van een nabijgelegen ster vereist is. Tijdens zijn leven zal het magnetische veld van de magnetar langzaam afnemen, tot hij na ongeveer tienduizend jaar uitdooft.
Geschiedenis
In 1979 werden de eerste gevolgen van een magnetar gevoeld. Een gammaflits bewoog zich door de ruimte en liet alle gevoelige apparatuur op zijn weg tilt slaan. Maar liefst negen verschillende meetapparaten, die overal in de ruimte verspreid waren, gaven aan dat ze het signaal hadden opgevangen. Dit was de eerste maal dat al deze meetapparaten hetzelfde signaal hadden opgevangen. Later ontdekte men dat de oorsprong van het signaal een sterbeving op een magnetar was, maar in die tijd had men nog geen idee wat de oorzaak kon zijn.
Wel slaagden ze erin om de dader van de uitbarsting op te sporen. Deze bleek zich tussen de resten van een supernova te bevinden. Later, in 1986, werd tijdens een wetenschapssamenkomst in Toulouse, Frankrijk, melding gemaakt van twee ongeveer identieke objecten. Hierdoor was de nieuwsgierigheid nog meer gewekt. Toch duurde het nog tot 1992 vooraleer er een mogelijke oplossing werd gevonden. Astrofysici Dr. Robert Duncan en Dr. Christopher Thompson probeerden een verklaring te geven voor het fenomeen. Ze doopten hun ontdekking de magnetar. Later, in 1998 werden hun bevindingen bevestigd door Dr. Chryssa Kouveliotou, hoofdwetenschapster in een onderzoek naar het fenomeen. Vanaf dit moment waren magnetars erkend als astronomische objecten.
Magnetars hebben hun geheimen nog steeds niet allemaal prijsgegeven, maar het is maar een kwestie van tijd voor wetenschappers er in slagen ze volledig te doorgronden.