Windenergie opslaan in een kunstmatig eiland
De productie van wind- en andere duurzame energie brengt een aantal problemen met zich mee. Eén daarvan is het opslaan van energie, omdat de windenergie niet constant is. Soms wordt er meer geproduceerd dan op dat moment verbruikt kan worden. Zo gaat er veel energie verloren. Een mogelijke oplossing is de bouw van een energie-atol voor de Belgische kust. (Afbeelding: De Tijd)
Inhoudsopgave
Problemen bij duurzame energie
De overgang van onze energieproductie van grote centrales die op brandstoffen werken, naar hernieuwbare energiebronnen brengt een aantal grote problemen met zich mee. Zo is ons elektriciteitsnetwerk momenteel weinig uitgerust om om te gaan met vele kleine producenten. Het netwerk is nu vooral bedoeld om grote hoeveelheden elektriciteit van een centrale naar de steden en industrie te brengen. Wanneer die steden en industrie zelf allemaal energie produceren, bijvoorbeeld via wind- en watermolens of zonnepanelen, is het netwerk hier niet op voorbereid. Om dit op te lossen moet ons netwerk omgebouwd worden tot een 'smartgrid', een slim elektriciteitsnetwerk dat evenwicht kan brengen in de wirwar van (kleine) aanbieders en afnemers. Dit werkt een beetje zoals een
peer-to-peer systeem bij het downloaden of uploaden van gegevens, bijvoorbeeld via torrents. In een ideale situatie wordt elke consument (een huis of bedrijf) zelf soms ook producent van elektriciteit. Zo kunnen mensen met zonnepanelen die energie verkopen op het moment ze dit zelf niet nodig hebben. Anderzijds moeten ook huizen met zonnepanelen nog altijd van andere (kleine) producenten energie kunnen kopen op momenten dat ze zelf meer verbruiken dan produceren.
Een ander probleem is dat hernieuwbare energie niet altijd beschikbaar is. Wanneer de wind bijvoorbeeld 's nachts hard waait, kan er veel energie worden opgewekt door windturbines. Maar op dat moment liggen de meeste bedrijven stil en slapen de meeste mensen, waardoor er weinig vraag is naar die energie. Zo wordt er veel elektriciteit verspild. Het is dus erg nodig om die overtollige energie te kunnen opslaan, zodat ze niet verspild wordt maar later gebruikt kan worden, wanneer het nodig is.
Energie-atol voor de Belgische kust
In België staan er op de zandbanken voor de Noordzeekust al enkele windmolenparken. Ons hoogspanningsnetwerk is ook verbonden met andere grote windmolenparken, verder in de Noordzee. Daarom komt de overheid met een nieuw plan. Voor de kust, ter hoogte van Zeebrugge en Wenduine, wil men een groot kunstmatig 'meer' creëren, in een kunstmatig eiland of atol. Wanneer er door de windturbines op zee meer energie geproduceerd wordt dan op dat moment nodig is, wordt die energie gebruikt om het stuwmeer vol te pompen met zeewater. Later, wanneer de vraag hoger is, kan het water, bij laagtij, weer gelost worden. Op dat moment gaat het via turbines, die van de opgeslagen energie opnieuw bruikbare elektriciteit maken. Op een moment dat er veel verbruikt wordt en wanneer het eiland energie produceert wordt die duurder verkocht dan normaal. Dat zou het project rendabel moeten maken. Het plan zou uitgevoerd worden door een consortium van o.a. Electrabel, windenergiebedrijven, baggeraars en investeringsmaatschappijen. Dit project gebruikt veel technologie die verwant is met
getijdenergie, maar is op zich geen getijdenenergiecentrale. Het fungeert enkel als batterij voor windenergie, die wordt opgeladen wanneer er op zee veel wind is maar aan land weinig elektriciteit verbruikt wordt.
Uniek project
Dit zou wereldwijd het eerste project van zijn soort zijn. De Belgische baggerbedrijven zoals DEME en Jan De Nul hebben al wel massa's ervaring in het bouwen van kunstmatige eilanden, zij hebben een belangrijke rol gespeeld bij de aanleg van de eilanden voor de kust van de Dubai. De knowhow om dit project uit te voeren is dus zeker voor handen, maar het blijft een experiment omdat er nooit eerder zo'n groot stuwmeereiland gebouwd werd. Het eiland zal tot 2500 miljoen kubieke meter zeewater kunnen opslaan.
Kritiek op het project
Er is echter ook kritiek op dit ambitieuze project. Zo zou het volgens sommigen een veel te dure oplossing zijn, voor een probleem dat zich op dit moment nog niet echt stelt omdat windenergie nog altijd een heel klein deel van de elektriciteitsbevoorrading uitmaakt. Volgens anderen is dit project niet zinvol omdat er te veel energie verloren gaat. Voor elke geproduceerde megawatt, moet er eerst 1,3 megawatt worden ingepompt.
Het project is heel toekomstgericht, maar de vraag is of dit niet anders, en beter uitgevoerd kan worden dan het nu gepland wordt. Zo is er de vraag of dit eiland op zich, zonder windenergie, geen elektriciteit zou kunnen produceren. Bij hoogtij kan men het water in het stuwmeer laten lopen. Bij hoogtij kan dit zonder veel energie te verbruiken bij het pompen. Bij laagtij kan men het meer weer in de zee laten stromen, via de turbines om zo energie op te wekken. Zo zou dit kunstmatig eiland niet enkel een 'batterij' kunnen zijn om ongebruikte windenergie op te slaan, maar zélf ook duurzame energie kunnen produceren.
Een ander aspect dat hier aandacht verdient, is het ecologische. Bij het ontwerp van dit eiland moet men rekening houden met het leven in zee, zodat dit niet te veel verstoord wordt bij het overpompen van het water. Vissen en zeevogels zouden in de problemen kunnen raken, maar zouden het systeem ook kunnen blokkeren. Aan de andere kant kan dit eiland juist een nieuwe rust (en broed?) plaats worden voor zeevogels, en zullen bijvoorbeeld algen en mosselen er kunnen groeien. Veel hangt daarbij af van de concrete uitvoering en afwerking van het eiland.
Hoge bouwkosten
Ook over de kosten worden veel vragen gesteld. De kostprijs van dit 'energie-atol' zou meer dan een miljard euro bedragen en de bouw zou minstens zeven jaar duren. Sommige organisaties, zoals kleine en uitsluitend duurzame energieproducenten zoals Ecopower en andere
coöperatieven, wijzen erop dat dit geld beter gebruikt zou kunnen worden om meer windturbines en zonne-installaties te bouwen, want op dit moment is België nog altijd heel afhankelijk van fossiele brandstoffen. In België wordt het overgrote deel van de elektriciteit nog altijd door kernreactoren en gascentrales opgewekt.
De studie (die zelf al bijna 500.000 euro kostte) is afgerond, en Minister van de Noordzee, Johan Van de Lanotte (SP.a), heeft laten weten dat hij vindt dat het plan best uitgevoerd wordt. Een concrete (bouw)planning is er echter nog niet. In februari 2014 kondigde De Tijd aan dat er groen licht gegeven wordt voor de bouw van een 'energie donut' voor de kust. De eerste keuze zou vallen op een zandbank voor Wenduine, tweede optie voor het project is een zandbank voor Zeebrugge. Volgens de eerste ruwe plannen zou de atol 2,5 km breed worden en 3,5 km lang. De atol steekt zo'n tien meter boven de waterspiegel uit en het reservoir heeft een totale diepte van 30 meter. De centrale dient om windenergie op te slaan op momenten dat die niet verbruikt wordt, en zou op piekmomenten ongeveer 450 MegaWatt kunnen leveren aan het elektriciteitsnet. De kosten worden geschat tussen 1 en 1,5 miljard euro. Met zo'n kostprijs zou het project aan de huidige energieprijzen onrendabel zijn, maar de overheid geeft te kennen dat er geen enkele subsidie wordt toegekend. Er loopt in 2014 een aanbestedingsperiode waarbij naar kandidaat investeerders gezocht wordt. Eerste namen die klinken zijn de fondsen PMV en SRIW.
Protest
Vanaf maart 2015 werden de plannen voor de bouw van het energie-atol algemener bekend. Bewoners van Wenduine en De Haan begonnen zich te organiseren om tegen de bouw van het eiland te protesteren. Volgens de boze bewoners van de kust zal het eiland hun uitzicht op zee verknallen. Het eiland zou op enkele plekken inderdaad te zien kunnen zijn vanop de zeeduik en zeker vanuit de hoogste appartementen. De geruchten over een "atlantic wall" die het hele uitzicht zal verpesten lijken echter wat overdreven, omdat het toch wel ver van de kust zou komen te liggen en het eiland er eerder als een grote zandbank dan als een betonnen muur zal uitzien. Voorstanders van het eiland hebben het over NIMFY-protest: iedereen is voor hernieuwbare energie, maar Not In My Front Yard.
Volgens andere tegenstanders zijn er ook vreemde beslissingen genomen omwille van belangenverstrengelingen. Bestuurders van baggerbedrijf DEME en voormalig minister van de Noordzee Johan Vande Lanotte bijvoorbeeld, zouden volgens Jean-Marie De Decker in het geheim onder één hoedje hebben gespeeld om de beslissingen tot een energie-atol er zo snel mogelijk te laten komen, zonder grondig maatschappelijk (en parlementair) debat erover.
Lees verder