Van rolwolk tot valwind en windstoten
Wind is een gevolg van verschillen in luchtdruk. Een gebied met een hoge luchtdruk en een gebied met een lage luchtdruk geeft wind. De lucht gaat zich verplaatsen. Hoe groter de verschillen, hoe harder het waait. Zwaar en heftig weer is mogelijk wanneer een koufront nadert. Een koufront maakt een eind aan warm en aangenaam weer. Koele lucht schuift meestal vanuit het zuidwesten ons land binnen. Actieve buien brengen lokaal noodweer met alles wat erbij kan horen.
Wolken herkennen
De actieve buien brengen wolken mee die dreigend, beangstigend en onheilspellend zijn. Wolken die aangeven wat er kan komen. Wolken met:
- onweer;
- windstoten;
- valwinden;
- rolwolk of shelfcloud;
- windhoos.
van wolk naar aarde
Onweerswolk
Onweerswolken kunnen heel snel groeien. Het zijn de bloemkoolwolken die razendsnel groeien. Wel tot 15 kilometer de atmosfeer in. Tot bij de tropopauze en vervolgens zie je de groeiende wolk een platte bovenkant krijgen (aambeeldwolk).
IJskristallen
De condensdruppels veranderen in ijskristallen. Door de sterke luchtstromingen van warme en koude lucht ontstaat er in de wolk elektrische ontladingen. Daarom ook wel eens donderwolk genoemd. De ontladingen vinden plaats van wolk tot wolk of van wolk naar de aarde. Bliksem en donder zijn een feit.
Windstoten
Windstoten komen vaak in zware buien voor. Door de vele op- en neerwaartse stromingen, veroorzaakt door de warmere lucht en de koudere lucht. Op grote hoogte is de wind veel sterker dan op de grond en kan zo doordringen tot het aardoppervlak. Een belangrijk gegeven voor windstoten is een groot verschil in temperatuur. Denk aan een warme, klamme zomerse dag met temperaturen van 30 graden en hoger.
Lage drukgebied
De weersverwachting is een opkomend lagedrukgebied met regen vanuit zee (westen). Het verschil in temperatuur wordt steeds groter en hoe groter het verschil hoe sterker de wind zal zijn. Van zware windstoten, meer dan 75 kilometer per uur tot zeer zware windstoten van meer dan 100 kilometer per uur! Relatief gezien kan het in de herfst en lente dan ook ‘rustiger’ zijn met extremen, dan in de zomer.
14 juli 2010 met onweer en valwind
Valwind
Ook wel genoemd:
downburst. Een enorme hoeveelheid koude lucht stort op de grond met veel windkracht. De wind kan wel 100 kilometer per uur zijn. De eerste windstoten komen aan de rand van het gebied met valwind en worden gustnado’s genoemd. Valwinden gepaard met gustnado’s kunnen wel snelheden bereiken van 250 kilometer per uur. Bij een valwind wordt vaak een groter gebied getroffen terwijl een windhoos een smal schadespoor heeft. Bij een valwind waait alles in dezelfde richting. Alle maïs ligt plat in één richting. Alle omgewaaide bomen liggen de dezelfde richting op. Een windhoos daarentegen heeft als kenmerk dat alles wat getroffen wordt, alle kanten op geblazen wordt. De trechtervormige slurf is een snel draaiende wind waardoor het getroffene alle kanten op waait.
Verschil shelfcloud en rolwolk
shelfcloud
Een shelfcloud verschilt van een rolwolk. Het verschil is soms moeilijk te zien maar een rolwolk staat los van een onweersbui. Een shelfcloud ontstaat juist in een snel verplaatsende en zware onweersbui. Een rolwolk is niet zo vaak te zien. Het is een lange ronde wolk draaiende om zijn eigen horizontale as. Een wolk die aan komt rollen, lijkt het wel. Een rolwolk ontstaat wanneer er koude lucht in de onweersbui, in aanraking komt met de warmere lucht van de aarde. De warme vochtige lucht wordt door de koude lucht omhoog gedrukt, de vochtige lucht condenseert en geeft de typische rolwolk. Als een groot peluw ( langwerpig kussen) in de lucht.
Shelfcloud of plankwolk
Een shelfcloud wordt ook wel plankwolk genoemd. De shelfcloud lijkt meer een afgeplatte wolkenrol. Opgebouwd als verschillende platte lagen op elkaar. Deze lagen kunnen ons aan planken doen denken. Plankwolk! De lucht kan bij een shelfcloud erg onheilspellend zijn. Beangstigend maar tegelijk ook heel indrukwekkend. Een gele lucht geeft aan dat het heftig weer wordt. Zware neerslag en veel wind.