Het regent met grote druppels of hele kleine druppels
Regen is een vorm van neerslag. Hemelwater van dikke druppels of fijne kleine druppels. Regen is nodig om de bodem, planten, land- en akkerbouw te laten groeien. Smachten om regen of verzuchten dat het eindelijk eens stopt met regenen is een jaarlijks terugkomend fenomeen. Regendruppels zijn ook een geliefd object om te fotograferen. Hoe ze als een vergrootglas voorwerpen in een druppel op kop weerkaatsen. Zo worden zelfs regendruppels nog mooi!
De waterkringloop
Regen is een gevolg van de waterkringloop. Alle water, zoals zeewater en oppervlakte water verdampt. Zeewater verdampt van nature maar onder invloed van de zon wordt het proces versneld. Verdamping geeft een warme lucht en stijgt naar de lagere temperatuur van de lucht boven ons. Een deel van de waterdamp valt terug in zee of water en een ander deel koelt af omdat de temperatuur lager is tot onder het dauwpunt. Het dauwpunt is het moment wanneer de waterdamp gaat condenseren en er wolken ontstaan. De wolken worden verplaatst door luchtstromingen en komen boven land. Wanneer de luchtstroom boven land nog kouder wordt zal de wolk stijgen en afkoelen. Door de zwaartekracht vallen de condensatiedruppels nu als regen naar beneden. Neerslag in de vorm van regen dat:
- in de vorm van rivieren, beekjes en kanalen terug loopt naar de zee;
- door de bodem en via het grondwater opgenomen wordt en terug komt in zee;
- planten en bomen nodig hebben.
Regen als neerslag
Neerslag uit wolken heeft twee manieren om tot regen te komen:
- Het coalescentieproces;
- Het Wegener-Bergeron proces.
Het coalescentieproces
In een wolk zit verschil in de grote van de druppels. Kleine druppels met een doorsnee van 0.05 millimeter en druppels met bijvoorbeeld een doorsnee van 0.2 millimeter. De grotere druppels ‘vangen’ eveneens de kleinere druppels en worden nog groter. Dit wordt het coalescentieproces genoemd. Het gewicht en de grotere massa van de druppels bepalen de valsnelheid in regen of motregen. Als de bewolking dik genoeg is kan de druppel uitgroeien tot een flinke regendruppel. Is de bewolking minder dik zijn het kleine regendruppels, of te wel motregen.
Het Wegener-Bergeronproces
Voor het weer in Nederland het meest bepalende proces. Het tweede proces wat uit wolken tot neerslag komt is het Wegener- Bergeron proces. Dit proces betreft het verschil in dampspanning. Dampspanning heeft te maken de luchtvochtigheid en temperatuur. In een wolk met een temperatuur tussen de -10 en -23° Celsius zitten onderkoelde waterdruppels en ijskristallen. Tor Bergeron, Walter Findeisen en Alfred Wegener ontdekten dat de dampspanning boven ijs lager is dan boven water. Door dit verschil komt er een uitwisseling van de hogere dampdruk van water naar de lagere dampdruk van ijs. De waterdruppeltjes verdampen en de ijskristallen groeien aan. De ijskristallen worden groter en zwaarder en vallen als sneeuw of motsneeuw naar beneden.
Zo zou het altijd kunnen sneeuwen in plaats van zo vaak regenen. Maar onderin de atmosfeer is het in de meeste gevallen veel warmer en de sneeuw zal smelten in regen. Dus het regent!
Neerslag kan in verschillende vormen
De vloeibare en bevroren vorm van druppels.
- vloeibare vorm (regen)
- vaste vorm (ijzel)
- bevroren vorm (hagel/sneeuw)
De vloeibare vorm
Regendruppels zijn bolvormig en is een druppel welke groter is 0,5 millimeter. In een regenbui worden regendruppels vaak niet groter dan 6 millimeter. Door de valhoogte worden ze echter vaak aan de onderkant enigszins afgeplat door de luchtweerstand. In Nederland regent het vaak het meest in de zomer. Door de warmte kunnen er flinke buien ontstaan met een gemiddelde hoeveelheid van 20 millimeter in een kwartier. 1 mm regen komt precies overeen met 1 liter water per vierkante meter. 20 literemmers dus per vierkante meter in een kwartier! Dit hemelwater kan vaak zo snel niet weg en zorgt vaak tot wateroverlast.
Motregen
Wanneer de waterdruppels een diameter van 0.5 millimeter hebben, spreken we van motregen. Motregen of fijne regen. De bewolking is dan niet dik genoeg om grote regendruppels te kunnen geven. De neerslag valt dan traag en langzaam. Mensen met een bril merken het eerst dat het piepkleine druppeltjes zijn omdat ze zich afzetten op de bril. Na verloop van tijd verkleum je pas en voelt het nat aan. Mot heeft als betekenis ook vochtig zijn, wat de naam motregen kan verklaren. Vochtige regen waardoor je op den duur verkleumd, nat en koud wordt.