Het klimaat en het weer in vogelvlucht
Mensen hebben het altijd over het weer. Vreemd is dat niet. Ons doen en laten wordt er voor een groot deel door bepaald. Veel beroepsgroepen hebben er direct en soms ook op ingrijpende wijze mee te maken, zoals in de bouw. En op een vrije dag wil iedereen natuurlijk mooi weer. De wind, de neerslag, de temperatuur en de uren zonneschijn zijn de belangrijkste factoren als men het over het weer in het dagelijks leven heeft. Het weer is zowel tijdelijk als plaatselijk, en dus doorgaans zeer afwisselend. Zeker in de Nederlandse klimaatzone (zeeklimaat). Onder klimaat wordt verstaan de gemiddelde weersgesteldheid in een bepaald gebied over een periode van 30 jaar. De verschillende klimaten wereldwijd hebben elk hun eigen kenmerken.
Inhoud
Klimaat en weer
Elke dag staat het weer in het teken van kortdurende veranderingen in de atmosfeer, veroorzaakt door luchtstromingen. Het heeft invloed op ons doen en laten, zelfs op ons
humeur. In de atmosfeer veranderen de
temperatuur, de wind en de vochtigheidsgraad terwijl de luchtmassa's zich over water en land bewegen.
Bron: Hans, Pixabay Gemiddelden
Enorme, uitgestrekte luchtwervelingen veroorzaken lagedrukgebieden die koel en nat weer brengen, vaak met veel wind. In combinatie met warm oceaanwater, zoals nabij de evenaar, kunnen er dan zelfs
orkanen ontstaan. Hogedrukgebieden zorgen voor warm en droog weer in de zomer. Het klimaat daarentegen heeft te maken met gemiddelden over een lange periode, zoals het aantal uren zonneschijn, de neerslaghoeveelheden en de luchtvochtigheid.
Welk klimaat?
Op aarde komen veel klimaatzones voor door de hoek van de ecliptica, de stralingsenergie van de zon, de verdeling van land en water, de neerslag en de zeestromingen. De zon staat op
21 maart boven de evenaar en op
21 juni loodrecht boven de kreeftskeerkring. Noordelijk van de noordpoolcirkel is het dan eveneens zomer en gaat de zon niet onder (pooldag). In Noord- en West-Europa zijn in die periode de dagen lang en de nachten kort. Op
21 september staat de zon weer boven de evenaar en op
21 december boven de steenbokskeerkring en dus het verst van ons vandaan. Het is dan winter op het noordelijk halfrond en zomer op het zuidelijk halfrond. Voorbij de noordpoolcirkel komt de zon in die periode niet meer boven de zuidelijke horizon uit (poolnacht).
Geografische breedte
Het begrip geografische breedte betekent de afstand van een plaats noordelijk of zuidelijk van de evenaar. Dit gegeven heeft de meeste invloed op het klimaat. Gebieden rond de evenaar krijgen immers het meeste directe
zonlicht, in tegenstelling tot wat de poolstreken aan zonlicht gegund is. Uiteraard zijn er meer invloeden op de vorming van het klimaat, zoals de hoogte, de zeestromingen en de
winden die er heersen. Ook de opwarming van de aarde is en zal van invloed zijn op de traditionele klimaatzones.
Bron: Printeboek, Pixabay Klimaatzones
Er zijn 6 klimaatzones met diverse onderverdelingen, zoals het
zeeklimaat in Nederland en België:
- Polair en subpolair klimaat.
- Bergklimaat.
- Landklimaat.
- Gematigd klimaat, zoals het zeeklimaat.
- Tropisch en subtropisch klimaat.
- Aride of droog klimaat.
Tropen en subtropen
De tropische gebieden – de zone tussen de kreefts- en steenbokskeerkring – worden gedurende het hele jaar flink opgewarmd. De
daglengteschommeling is ongeveer 3 uur. De zon schijnt er praktisch loodrecht op de aarde. 's Zomers en in de winter zijn de dagen er vrijwel even lang. Er zijn dan ook geen jaargetijden en het regent er veel. De bergstreken en hooglanden aldaar worden de koude tropen genoemd (niet vorstvrij). In de subtropen, ofwel dicht bij de keerkringen waarbij de grens op 40 tot 45 graden breedte wordt gesteld, schommelt de daglengte tussen de 3 en 7 uur. Het vriest er zelden en de winters zijn aangenaam.
Gematigde en subpolaire klimaten
De daglengteschommeling in deze gebieden – tussen de poolcirkels en 40 tot 45 graden breedte – bedraagt 7 tot 24 uur. Deze gebieden kenmerken zich door sterke
temperatuurverschillen. 's Zomers staat de zon boven de kreefts- of steenbokskeerkring, dus loodrecht boven deze streken. Het kan er dan warm worden. Door de schommeling van de zon tussen de keerkringen kan de temperatuur er 's winters flink dalen. In de streken met een landklimaat ontbreekt bovendien de nivellerende invloed van de zee. De temperatuurverschillen zijn er dus nog groter.
Poolgebieden
Voorbij de poolcirkels bedraagt de daglengteschommeling 24 uur. Bij de polen gaat een halfjaar lang de zon niet onder en vice versa. Van
neerslag is vrijwel geen sprake en de temperatuurverschillen zijn er enorm.
Bron: Unsplash, Pixabay Klimaatzones in Europa
In West-Europa, waar Nederland en België deel van uitmaken, heerst doorgaans een zuidwestelijke stroming, die vochtige lucht boven de
Atlantische Oceaan aanvoert. 's Winters is het zeewater warmer dan het land. 's Zomers is juist het omgekeerde het geval. De invloed van de zee is 's winters van groot belang voor Europa. Dankzij de warme zeestroom vriest bijvoorbeeld de haven van de Noorse stad Hammerfest 's winters niet dicht. In Europa zijn de volgende klimaatzones van belang:
Zeeklimaat
Dit vochtige klimaat vindt men vooral in West- en Noordwest-Europa, zoals in Nederland en België, waar de invloed van de Atlantische luchtstromingen flink van zich doet gelden. 's Zomers en 's winters zijn de temperaturen gematigd. Het regent er in alle jaargetijden.
Landklimaat
Daarvoor moet men naar de oostelijke, noordoostelijke en zuidoostelijke gebieden van Europa. Het klimaat staat er in het teken van hete zomers en strenge winters. Neerslag valt er vooral 's zomers.
Middellandse-Zeeklimaat
Dit klimaat drukt zijn stempel in de Europese en Afrikaanse kuststreken rondom de Middellandse Zee, zoals in Frankrijk, Italië, Spanje, Tunesië, Marokko en Libië. De zomers zijn er warm en de winters zacht. Vooral in de winter regent het vaak.
Toendraklimaat
De korte, snikhete zomers en lange, strenge winters vindt men hoog in het noorden van Europa, waaronder Siberië.
Lees verder