Het klimaat en het weer in vogelvlucht
Mensen hebben het altijd over het weer. Vreemd is dat niet. Ons doen en laten wordt er voor een groot deel door bepaald. Veel beroepsgroepen hebben er direct en soms ook op ingrijpende wijze mee te maken, zoals in de bouw. En op een vrije dag wil iedereen natuurlijk mooi weer. De wind, de neerslag, de temperatuur en de uren zonneschijn zijn de belangrijkste factoren als men het over het weer in het dagelijks leven heeft. Het weer is zowel tijdelijk als plaatselijk, en dus doorgaans zeer afwisselend. Zeker in de Nederlandse klimaatzone (zeeklimaat). Onder klimaat wordt verstaan de gemiddelde weersgesteldheid in een bepaald gebied over een periode van 30 jaar. De verschillende klimaten wereldwijd hebben elk hun eigen kenmerken.Inhoud
- Klimaat en weer
- Welk klimaat?
- Geografische breedte
- Klimaatzones
- Tropen en subtropen
- Gematigde en subpolaire klimaten
- Poolgebieden
- Klimaatzones in Europa
- Zeeklimaat
- Landklimaat
- Middellandse-Zeeklimaat
- Toendraklimaat
Klimaat en weer
Elke dag staat het weer in het teken van kortdurende veranderingen in de atmosfeer, veroorzaakt door luchtstromingen. Het heeft invloed op ons doen en laten, zelfs op ons humeur. In de atmosfeer veranderen de temperatuur, de wind en de vochtigheidsgraad terwijl de luchtmassa's zich over water en land bewegen.
Enorme, uitgestrekte luchtwervelingen veroorzaken lagedrukgebieden die koel en nat weer brengen, vaak met veel wind. In combinatie met warm oceaanwater, zoals nabij de evenaar, kunnen er dan zelfs orkanen ontstaan. Hogedrukgebieden zorgen voor warm en droog weer in de zomer. Het klimaat daarentegen heeft te maken met gemiddelden over een lange periode, zoals het aantal uren zonneschijn, de neerslaghoeveelheden en de luchtvochtigheid.
Welk klimaat?
Op aarde komen veel klimaatzones voor door de hoek van de ecliptica, de stralingsenergie van de zon, de verdeling van land en water, de neerslag en de zeestromingen. De zon staat op 21 maart boven de evenaar en op 21 juni loodrecht boven de kreeftskeerkring. Noordelijk van de noordpoolcirkel is het dan eveneens zomer en gaat de zon niet onder (pooldag). In Noord- en West-Europa zijn in die periode de dagen lang en de nachten kort. Op 21 september staat de zon weer boven de evenaar en op 21 december boven de steenbokskeerkring en dus het verst van ons vandaan. Het is dan winter op het noordelijk halfrond en zomer op het zuidelijk halfrond. Voorbij de noordpoolcirkel komt de zon in die periode niet meer boven de zuidelijke horizon uit (poolnacht).Geografische breedte
Het begrip geografische breedte betekent de afstand van een plaats noordelijk of zuidelijk van de evenaar. Dit gegeven heeft de meeste invloed op het klimaat. Gebieden rond de evenaar krijgen immers het meeste directe zonlicht, in tegenstelling tot wat de poolstreken aan zonlicht gegund is. Uiteraard zijn er meer invloeden op de vorming van het klimaat, zoals de hoogte, de zeestromingen en de winden die er heersen. Ook de opwarming van de aarde is en zal van invloed zijn op de traditionele klimaatzones.
Klimaatzones
Er zijn 6 klimaatzones met diverse onderverdelingen, zoals het zeeklimaat in Nederland en België:[OLIST]Polair en subpolair klimaat.
Bergklimaat.
Landklimaat.
Gematigd klimaat, zoals het zeeklimaat.
Tropisch en subtropisch klimaat.
Aride of droog klimaat.[/OLIST]
Tropen en subtropen
De tropische gebieden – de zone tussen de kreefts- en steenbokskeerkring – worden gedurende het hele jaar flink opgewarmd. De daglengteschommeling is ongeveer 3 uur. De zon schijnt er praktisch loodrecht op de aarde. 's Zomers en in de winter zijn de dagen er vrijwel even lang. Er zijn dan ook geen jaargetijden en het regent er veel. De bergstreken en hooglanden aldaar worden de koude tropen genoemd (niet vorstvrij). In de subtropen, ofwel dicht bij de keerkringen waarbij de grens op 40 tot 45 graden breedte wordt gesteld, schommelt de daglengte tussen de 3 en 7 uur. Het vriest er zelden en de winters zijn aangenaam.Gematigde en subpolaire klimaten
De daglengteschommeling in deze gebieden – tussen de poolcirkels en 40 tot 45 graden breedte – bedraagt 7 tot 24 uur. Deze gebieden kenmerken zich door sterke temperatuurverschillen. 's Zomers staat de zon boven de kreefts- of steenbokskeerkring, dus loodrecht boven deze streken. Het kan er dan warm worden. Door de schommeling van de zon tussen de keerkringen kan de temperatuur er 's winters flink dalen. In de streken met een landklimaat ontbreekt bovendien de nivellerende invloed van de zee. De temperatuurverschillen zijn er dus nog groter.Poolgebieden
Voorbij de poolcirkels bedraagt de daglengteschommeling 24 uur. Bij de polen gaat een halfjaar lang de zon niet onder en vice versa. Van neerslag is vrijwel geen sprake en de temperatuurverschillen zijn er enorm.