De klimaten en hun eigenschappen in de wereld
Klimaat betekent hoe de algemene informatie over het weer is in een bepaald gebied. Het wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde hoeveelheid neerslag per jaar, de variatie in de hoeveelheid neerslag per seizoen en de spreiding van de temperatuur en de variaties in de seizoenen. Er bestaan vijf soorten klimaten op de aarde, dat zijn tropisch klimaat, droog klimaat, zeeklimaat, landklimaat en polair klimaat.
Wat een klimaat is
Het klimaat is eigenlijk de algemene informatie met betrekking tot het weer op een bepaalde plaats. Technisch gesproken is klimatologie het statisch onderzoek naar het weer in een bepaald gebied. Hieruit wordt veel nuttige informatie uitgehaald die gebruikt wordt in het dagelijkse leven. Het bepaalt of een gebied bewoonbaar is, aantrekkelijk genoeg is om er te gaan wonen en hoe je er gekleed zult gaan.
Eigenschappen van een klimaat
Klimaateigenschappen worden normaal gesproken samengevat aan de hand van twee eigenschappen. Dat zijn:
- De gemiddelde hoeveelheid neerslag (regen en/of sneeuw) per jaar en de variatie in de hoeveelheid neerslag van seizoen tot seizoen.
- De spreiding van de gemiddelde minimum- en maximumtemperatuur gedurende een normale dag en de variatie ervan door het seizoen.
Elke plek op onze planeet heeft een karakteristiek klimaat. Sommige gebieden hebben duidelijke seizoen waar er een groot verschil zit tussen de zomers en de winters. Klimatologen zoeken uit hoe het weer precies op een bepaalde plek is. Ze houden bij hoeveel neerslag er valt en wat de temperatuur is over een langere periode. Dit kunnen ze dan vergelijken met wat normaal is voor dat gebied.
Klimaatsoorten
Er zijn vijf categorieën bedacht waarin klimaatsoorten zijn verdeeld. Dit systeem werd bedacht door de Russisch-Oostenrijkse bioloog Vladimir Köppen en wordt nog altijd veelvuldig gebruikt. Zo blijkt dat een zeeklimaat niet alleen maar op zee voorkomt, maar ook op land.
Tropisch
Rond de evenaar staat de zon het hele jaar door hoog aan de hemel. Hierdoor zijn er geen winters en zijn er ook niet echt seizoenen. De temperatuur is altijd warm. Het is er vochtig en regenachtig. Hierdoor kunnen tropische regenwouden groeien. Tropische klimaten zijn bijvoorbeeld te vinden in heel Afrika ten zuiden van de Sahara en op het overgrote deel van het Zuid-Amerikaanse continent.
Droog
Ongeveer een kwart van het landoppervlak van de aarde bestaat uit woestijn en droge maar begroeide vlakken (steppen). Er valt minder neerslag dan er verdampt. Voorbeelden van gebieden met een droog klimaat zijn alle woestijnen, zoals de Sahara en de Gobi-woestijn, maar ook koudere gebieden, zoals de kale hoogvlakten in het Andesgebergte en de grasvlakten van Mongolië. Door de droogte is het niet mogelijk voor bomen om te groeien.
Maritiem (zeeklimaat)
Een maritiem klimaat of zeeklimaat komt niet alleen voor op zee, maar ook aan land dat aan de zee ligt. Het wordt ook wel een “gematigd klimaat” genoemd. De temperatuurschommelingen tussen de seizoenen lopen in een maritiem klimaat onder invloed van de nabijheid van de zee niet zo extreem uiteen zoals in een landklimaat. In Noordwest-Europa, dus ook in Nederland, komt een zeeklimaat voor. Ook al is Nederland klein, er is een verschil hoe het weer in Zeeland en Limburg is. Limburg ligt meer landinwaarts en kent meer uitersten in temperatuur.
Continentaal (landklimaat)
Gebieden met een continentaal klimaat of landklimaat lijken op gebieden met een zeeklimaat, maar de verschillen tussen de temperatuur in de zomer en in de winter zijn veel groter. Dat komt omdat grote landoppervlakken sneller en sterker opwarmen en afkoelen dan wateroppervlakken. De delen van Oost-Europa bestaan uit grote stukken landoppervlak en daar komt dit klimaat voor. Meestal zijn de zomers in een landklimaat warmer dan in een zeeklimaat, maar zijn de winters er juist kouder dan in een zeeklimaat.
Polair
In de Arctische gebieden, ook buiten de poolcirkels en in hooggebergten zoals de Alpen hebben we vaak te maken met een polair klimaat. Het kenmerk is dat het er het hele jaar door koud is en de zon heeft hier nauwelijks invloed op, ook al staat hij lang boven de horizon. Gebieden met een polair klimaat zijn: het noorden van Canada, Alaska, de kusten van Groenland en het noorden van Azië. Op het zuidelijk halfrond heeft alleen Antarctica een polair klimaat.
Lees verder