De straalstroom bepaalt mede het weer
Op 9 à 10 kilometer hoog in de atmosfeer slingert een sterke wind, de straalstroom. Het internationale woord is jetstream. We spreken van een straalstroom als de windkracht hoog in de lucht 11 of meer is, meer dan 100 kilometer per uur. Er zijn verschillende straalstromen wereldwijd actief, maar de straalstroom op het noordelijk halfrond bepaalt grotendeels het weer bij ons in Nederland en België.
De straalstroom
De straalstroom is over het hele noordelijk halfrond in de atmosfeer actief, zo tussen de 55ste en de 65ste breedtegraad. De straalstroom op het noordelijk halfrond trekt over Amerika, Europa, Rusland en Siberië. De lengte van straalstroom kan variëren tussen de 1000 en 3000 kilometer lang, honderden kilometers breed en zo‘n 10 kilometer hoog. Het is een smalle band, hoog in de lucht met geweldige windsnelheden. Bij windkracht 11 spreken we van een straalstroom, maar windkrachten van 400 kilometer per uur komen ook regelmatig voor.
Een grens
De straalstroom markeert de grens tussen de gematigde streken (polaire lucht) uit het noorden en (sub)tropische lucht uit het zuiden. Op satellietbeelden is een zeer langgerekte, smalle band te zien. Doordat de straalstroom op zijn weg verscheidene obstakels ontmoet, ontstaan typische zigzaggen. Meestal is de stroming van west naar oost gericht, maar door de vele kronkels kan de luchtstroming op bepaalde plaatsen ook naar zuid of noord gericht zijn. Of wanneer de straalstroom gaat kronkelen (meanderen), dan kunnen hogedruk- en lage drukgebieden lang op hun plek blijven liggen. Er ontstaat een geblokkeerde situatie en het weer blijft lang hetzelfde. Zo kan het zijn dat ons land wekenlang een hogedrukgebied heeft in de zomer met warm en droog weer en in de winter een langdurige periode van strenge vorst.
Hoe ontstaat de straalstroom?
De straalstroom is een natuurkundig verschijnsel en ontstaat door een groot temperatuurverschil tussen twee gebieden en door de draaiing van de aarde. Door het temperatuurverschil ontstaan er luchtstromingen doordat warme lucht naar koude lucht stroomt en andersom. Wanneer de twee luchtsoorten elkaar ontmoeten in de atmosfeer, ontstaat de straalstroom, met sterke windsnelheden.
De richting en de plek voor Nederland
Welke richting de straalstroom op gaat en waar de straalstroom ligt, is mede bepalend voor wat een weer het wordt. Ligt de straalstroom ten noorden van Nederland of juist ten zuiden of misschien er midden boven? Is het een erg kronkelende straalstoom of valt het wel mee? ’s Zomers loopt de straalstroom gewoonlijk ten noorden van ons land en ’s winters volgt hij meestal een zuidelijker koers. Grofweg kun je zeggen dat als de straalstroom ten noorden slingert, je te maken hebt met hogedrukgebieden en mooi weer. Slingert de straalstroom over het land heen of zit de straalstroom ten zuiden, dan hebben we te maken met wisselvallig weer dat onder invloed staat van lagedrukgebieden. Bij een noordelijke route van de straalstroom bevinden we ons in relatief warme lucht met een opeenvolging van depressies en loopt de straalstroom ten zuiden van ons land, dan trekken de depressies ten zuiden van ons voorbij, maar bevinden we ons in een koude luchtmassa.
Een ezelsbruggetje is: bovendoor = mooi weer, onderdoor = slecht weer
Jetstreaks
Jetstreak is een plek in de straalstroom waar de windsnelheid zeer hoge waarden bereikt. Door een sterk verschil in temperatuur in de tropopauze (een gebied in de atmosfeer op ongeveer 10 kilometer hoogte) is een hoge windsnelheid het gevolg en ook een sterk luchtdrukverval. Voor de windrichting is het corioliseffect van betekenis.
Het corioliseffect
Het corioliseffect is een verklaring voor de afbuiging van de route van iets dat beweegt binnen een roterend systeem. De oorzaak is de draaiing van de aarde. Het is vooral te zien in een jetstreak door de beweging van de wolkenmassa's rond een lagedrukgebied. Die gaan niet recht naar het lagedrukgebied, maar draaien er omheen. Op het noordelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in en op het zuidelijk halfrond met de wijzers van de klok mee.
Isobaren
Een hogedrukgebied heeft de draaiing net andersom. De windrichting die normaal evenwijdig is aan de lijn die punten met gelijke druk met elkaar verbindt (isobaren) verandert daardoor. Wat ook verandert, is dat de isobaren elkaar dicht naderen. Dat een luchtdeeltje een kracht ondervindt loodrecht op de isobaren en dit is de gradiëntkracht, de hoge druk van de warme zijde en lage druk van de koude zijde. In de buurt van zo'n jetstreak in de straalstroom, kunnen lagedrukgebieden extra heftig zijn of ontstaan er soms actieve buienlijnen