Grace Murray Hopper: vrouw, computerpionier en admiraal
Grace Murray Hopper - amazing Grace - was een van de vrouwelijke computerpioniers. Ze was zeker niet de enige vrouw die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van computers, maar ze was wel een van de meest invloedrijke. Ze is de uitvinder van de eerste compiler en heeft veel betekend voor de ontwikkeling van machine-onafhankelijke software. Bovendien heeft ze de eer de term "debuggen" gepopulariseerd te hebben voor het herstellen van fouten in computerprogramma's. Hieronder volgt een korte beschouwing over de rol van vrouwen bij de ontwikkeling van computers en een wat langere schets van het leven en werken van Grace Murray Hopper.
Vrouwen en computers rond WO II
De term computer wordt nu gebruikt voor een programmeerbare, elektronische rekenmachine. Maar voordat deze machines bestonden had het woord computer een andere betekenis; het was een beroep dat met name door vrouwen werd uitgeoefend. De Moore School in Pennsylvania had honderden vrouwen in dienst die officieel de functie
Computer hadden. Het was hun taak om met behulp van elektronische rekenmachines enorme tabellen te vullen met getallen die de banen aangaven van kogels en dergelijke, afgeschoten door geweren en kanonnen. Het was de tijd rond de Tweede Wereldoorlog en zulke tabellen waren van groot militair belang. In de verenigde staten werden deze tabellen steevast gemaakt door vrouwen. De mannen schoten, de vrouwen rekenden.
Maar vrouwen speelden niet alleen een rol bij het vullen van zulke tabellen. Ze droegen ook bij aan de ontwikkeling van de computers zelf. Op de zo-even genoemde Moore School bijvoorbeeld werd de ENIAC ontwikkeld, een enorm apparaat - bestaande uit zo'n 19.000 radiobuizen - dat uiteindelijk in 1946 volledig operationeel werd. Een zestal van de daar werkzame (vrouwelijke) computers speelden bij de ontwikkeling ervan een vooraanstaande rol. Ze werden
the ENIAC 6 genoemd. Het ging om Kathleen McNulty, Frances Bilas, Betty Jean Jennings, Elizabeth Snyder, Ruth Lichterman en Marylin Wescoff. Ook bij veel andere computerprojecten speelden vrouwen soms een grote rol, maar omdat het ontwikkelwerk rondom computers in die tijd in het geheim plaatsvond is over hun bijdragen wat minder bekend; iets wat overigens ook gold voor veel van de mannelijke collega's.
Grace Hopper Hopper was dus zeker niet de enige vrouw die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van computers. Maar zij was wel een van de meest invloedrijkste. Dat ze daarnaast nog een wetenschappelijke carrière had en zeer hoge posities in het leger heeft bereikt, maakt haar tot een zeer boeiende figuur in zowel de geschiedenis van de VS als die van de informatica.
Jeugd en studie
Grace Brewster Murray werd geboren in 1906 in New York City, als oudste van wat uiteindelijk drie kinderen zouden worden. Haar ouders waren van Schotse (vader) en Nederlandse (moeder) afkomst. Al vroeg toonde ze een grote interesse voor apparaten en hun werking. Op zeven-jarige leeftijd raakte ze gefascineerd door de (mechanische) alarmklokken in haar huis. Ze haalde er een uit elkaar en probeerde het daarna weer in elkaar te zetten. Dat lukte niet direct en dus nam ze een tweede alarmklok erbij die stukje bij beetje ook uit elkaar werd gehaald. Toen de tweede niet het raadsel volledig bleek te kunnen oplossen, werd nog een derde klok het slachtoffer van haar ontledingsdrang. Zo werden maar liefst zeven klokken gesloopt voordat moeder uiteindelijk ingreep om niet nog meer klokken te verliezen. Maar Grace had de kenmerken die haar verdere leven zouden bepalen getoond; een grondige manier van werken gecombineerd met een grote vastberadenheid. Haar nieuwsgierigheid werd overigens door haar - zeer welvarende - familie in het algemeen van harte ondersteund.
Grace besloot om wiskunde te gaan studeren aan het gerenommeerde Vassar College. In 1928 haalde ze daar haar eerste graad. Voor haar master-opleiding ging ze naar Yale en studeerde daar twee jaar later af. Weer vier jaar later promoveerde ze op een proefschrift met de titel
New Types of Irreducibility Criteria. Al in 1931, tijdens haar promotiewerk, was ze al begonnen met het doceren van wiskunde op het Vassar College. Dat werk bleef ze ook na haar promotie doen. Gestaag steeg zeer in rang om in 1941 assistent professor te worden.
In 1930 trouwde ze met Vincent Foster Hopper. Het huwelijk zou kinderloos blijven. In 1945 scheidden de twee officieel weer van elkaar. Hertrouwd is ze nooit. Wel heeft ze de rest van haar leven de achternaam Hopper aangehouden.
Bij het leger
In 1943, dus tijdens WO-II, maakte ze een carrière switch. Ze werd een van de vele vrouwen die zich vrijwillig voor de dienst bij de marine aanmeldden en werd lid van de
WAVES (Women Accepted for Voluntair Emergency Service). Omdat ze 15 kilo te licht was (ze woog 54 kilo) was daar een speciale toestemming voor nodig die ze op grond van haar kwaliteiten ook kreeg. Ze begon aan een training tot adelborst en presteerde het om als beste van haar jaar te eindigen. Daarna ging ze werken bij het
Bureau of Ships Computation Project dat gelieerd was aan de Harvard Universiteit en onder leiding stond van de vermaarde Howard Aiken. In de rang van luitenant werd ze programmeur voor de Harvard Mark I en Mark II computers die daar ontwikkeld werden. De samenwerking met Aiken leverde in een drietal wetenschappelijke artikelen op over de ontwikkelingen van de Mark I computer. Het beviel haar goed op het bureau. Tot 1949 bleef ze er werken. Zelfs een aanbod om als volledig hoogleraar aan Vassar te werken sloeg ze af om deze omgeving niet te hoeven verlaten. Het is zeer tekenend voor haar interesse in het leger en de marine in het bijzonder dat ze nog wel probeerde om bij de echte marine te gaan werken. Daarvoor werd ze afgewezen omdat ze met haar 38 jaar te oud zou zijn. De verbintenis met de Marine Reserve bleef echter bestaan.
In de groep van Aiken liet ze zich zien als een bijzonder harde en zelfs verbeten werkster die niet aarzelde om hele nachten door te zwoegen. Het is in deze tijd dat ze zich een keer geconfronteerd zag met een niet werkende computer (de Mark II). Na lang zoeken vonden haar medewerkers een mot die vastgekleefd zat aan een schakeling. Een insect, "bug" dus, had ervoor gezorgd dat de computer niet werkte. Ze riep uit dat die mot weg moest, oftewel dat de computer ge-debugged moest worden. Hoewel de term bug wel vaker gebruikt werd voor een fout in een computer of computerprogramma is het toch sinds deze opmerking dat het woord debuggen tot het standaardjargon van programmeurs ging behoren.
Hopper liet overigens graag van zich horen. Ze toonde zich een vaardig en gewild spreker op talloze congressen en was ook bepaald geen teruggetrokken type in de omgang met haar collega's.
De eerste compiler
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog ging ze het bedrijfsleven in. John Mauchly en John Presper Eckart hadden het bedrijf
Eckert–Mauchly Computer Corporation opgezet om computers te maken voor het bedrijfsleven. Dit succesvolle bedrijf werd in 1950 opgekocht door
Remington-Rand. De UNIVAC was de computer waaraan Hopper het grootste deel van haar tijd werkte. Mede door haar toedoen zou de UNIVAC nog langere tijd de trend zetten voor wat nu
business-computing heet.
In 1952 bereikte ze wat wellicht het hoogtepunt van haar carrière als programmeur genoemd mag worden. Als eerste mens ooit ontwikkelde ze een volledig werkende compiler. Het werd de A-compiler genoemd en de eerste versie ervan kreeg de naam A-0. Het was een grote doorbraak. Voordien werden computers vooral gebruikt om te rekenen en werd elk programma - in machinetaal - ingevoerd, meestal met behulp van een reeks schakelaars, maar met haar compiler werd het mogelijk om logische expressies te formuleren en die volautomatisch te laten omzetten in een binaire code. Hierdoor kwamen ook andere taken dan het louter reken binnen het bereik van de computer en, wellicht preciezer, de computer programmeur. Deze doorbraak werd niet onmiddellijk door iedereen op waarde geschat. Het idee dat een computer een rekenmachine was, en niet meer dan dat, vigeerde op dat moment en maakte acceptatie van deze nieuwe vinding soms lastig.
Ze werd om haar prestaties gewaardeerd en uiteindelijk gepromoveerd tot directeur van de afdeling
automatic computing. Niet zonder reden, want haar uitvinding had het bedrijf een fikse voorsprong in hun marktsegment gegeven. Onder haar leiding werden vervolgens de eerste programmeertalen ontwikkeld die met behulp van een compiler naar binaire code konden worden omgezet; Math-Matic en Flow-Matic behoorden tot deze eerste talen. Dankzij haar compilers kon er voor het eerste ook gewerkt worden aan programmeertalen die onafhankelijk waren van de architectuur van de machines waarop ze draaiden; een thema dat ze sindsdien continu benadrukt heeft.
In 1959 raakte ze betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe programmeertaal: COBOL. Gebaseerd op haar taal Flow-Matic en het door IBM ontwikkelde COMTRAN stelde Hopper samen met anderen de specificaties voor COBOL op. Leidend was het idee om een taal te ontwikkelen die zou lijken op een natuurlijke taal, uiteraard vanuit de wens om het programmeren voor meer mensen toegankelijk te maken. Vanuit dezelfde wens is het ook te begrijpen dat ze veel aandacht had voor het standaardiseren van programmeertalen. Talen als COBOL en Fortran bleven mede door haar toedoen redelijk gevrijwaard van talloze dialecten die een onderlinge uitwisselbaarheid van software flink zouden hebben bemoeilijkt.
Naar het eind
In 1966 trad ze terug uit de marine reserve vanwege het bereiken van pensioengerechtigde leeftijd. Ze had inmiddels de rang van commandeur bereikt. Korte tijd later, in 1967, deed de marine echter weer een beroep op haar voor een periode van zes maand. Al snel werd de tijdelijke baan omgezet in een aanstelling voor onbepaalde tijd. In 1971 ging ze voor de tweede keer met pensioen, maar ook dit keer niet voor lang. In 1972 keerde ze weer terug in de actieve dienst en alweer voor onbepaalde tijd. In 1973 werd ze bevorderd tot kapitein en na een reeks promoties werd ze in 1985 uiteindelijk admiraal. In 1986 nam ze weer afscheid van de marine. Dit keer definitief. Bij haar afscheid werd ze gehuldigd met de
Defense Distinguished Service Medal, de hoogste onderscheiding voor iemand die niet daadwerkelijk gevochten heeft. Ze was toen 79 jaar oud. Daarna werd ze nog gevraagd om te werken als senior consultant voor het succesvolle computerbedrijf Digital Equipment Corporation (DEC). Deze positie behield ze tot aan haar dood.
In 1992, op 85-jarige leeftijd, stierf ze. Naast een groot aantal innovaties op softwaregebied liet ze een schare aan leerlingen na die het vak van programmeur mede gemaakt hebben tot wat het nu is.