Winteronweer of thundersnow - onweer met sneeuw en hagel
In de zomer hebben we in Noordwest-Europa regelmatig onweer. Na een warme dag wil het in de namiddag of avond nog wel eens gaan donderen. Winteronweer, onweer samen met sneeuw of hagel, is langs de Noordzeekust veel zeldzamer, maar als het zich voordoet is het oppassen geblazen. In Amerika en Canada komt winteronweer in sommige gebieden, rond de Grote Meren bijvoorbeeld, met enige regelmaat voor. Een sneeuwstorm tegelijk met onweer wordt aan die kant van de oceaan thundersnow genoemd. Er zijn meer gebieden in de wereld waar het winteronweer meer dan gemiddeld voorkomt. Het noordwesten van Europa maakt er af en toe kennis mee. Dat komt vooral door de aanwezigheid van de Noordzee.
Onweer met sneeuw in de winter
Winteronweer en thundersnow
Winteronweer, ook bekend als thundersnow, is een ongewoon soort onweer waarbij sneeuw, natte sneeuw of hagel valt in plaats van regen.
Winteronweer in Nederland en België
In Noordwest-Europa staat de
zomer over het algemeen bekend als het seizoen waarin onweersbuien voorkomen. In het koude jaargetijde dondert het minder maar de
winters zijn er niet helemaal zonder onweer. Het kan ook donderen in de
herfst; onweersbuien trekken dan langs de kust. De kustgebieden van Noordwest-Europa hebben in de
lente juist minder last voor onweer.
Voedingsbron van de donderbui
Winteronweer kan gepaard gaan met sneeuw en hagel. In de winter verwacht je niet zo gauw een onweersbui. Als er dan eentje over je huis trekt, dan vergeet je hem ook niet zo snel weer. Een onweersbui in de winter is anders dan eentje die in de zomer dondert en bliksemt of eentje die in de herfst je de stuipen op het lijf jaagt. Daar liggen verschillen in voedingsbron aan ten grondslag. Elk seizoen heeft zijn eigen luchttemperatuur en zeewatertemperatuur, waaruit al dan niet een onweersbui ontstaat. De verschillen in temperatuur van lucht en zeewater bepalen of er een krachtige onweersbui ontstaat of niet.
Zomeronweer
Een heerlijk warme zomerdag kan nog wel eens afgesloten worden met een donderbui. De barbecue staat klaar, het houtskool gloeit, maar niet zelden wordt dat kookfeest verstoord door regendruppen en bliksem. Binnen de kortste keren hangt er een donderbui boven je buitenkooktoestel. Donderbuien in de zomer ontstaan bij een warme temperatuur met een hoge luchtvochtigheid. Dé twee elementen waar een donderbui bij groeit. De warme lucht is licht en stijgt gemakkelijk op. Er ontstaat als het ware een bel warme lucht die opstijgt, soms wel kilometers hoog in de atmosfeer.
Stapelwolk
Op weg naar boven koelt de warme lucht wel geleidelijk af. Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht, zodat de warme luchtbel tevens een bel met vochtige lucht is. Uiteindelijk breekt er een moment aan dat er geen vocht meer kan worden opgenomen en dan treedt condensatie op. Beneden op de grond zien we dit als een stapelwolk.
Luchtstromingen
De lucht kan in de zomer zó warm zijn dat hij maar blijft stijgen. Dit gaat vaak zeer snel. Ter compensatie wordt dan koude lucht naar beneden geduwd met als gevolg dat er sterke luchtstromingen in de stapelwolk ontstaan. De wolk groeit dan snel uit tot een bui, niet zelden gepaard gaand met onweer en hagel. Daar gaat de barbecue!
Grote snelheden
Die stijgende warme lucht en dalende koude lucht gaan elk hun richting op en doen dat met grote snelheden. Dat kan met 100 kilometer per uur naar boven (warme lucht) en beneden (koude lucht) jagen. De sterke luchtstromingen in de wolk kunnen een veelheid aan concentraties van elektrische ladingen in de wolk bewerkstelligen die weer door de luchtstromen worden meegevoerd. De wolk wordt dan als het ware opgeladen. De ontladingen zijn de donder en bliksem. Een zomeronweersbui ontstaat vaak in de namiddag en avond.
Winteronweer
In de periode van oktober tot maart is er iets anders met de voeding van het onweer aan de hand. In de winter is er geen warme en vochtige lucht en daarom onweert het in de winter veel minder vaak dan in de zomer. Als het onweert is de winterse bui vaak kleiner en met minder ontladingen dan een zomerse onweersbui. Winteronweer ontstaat op de rand van een warmte- of koufront. In de winterperiode is het Noordzeewater nog relatief warm en voelen we af en toe de kou van de poollucht met noordenwind of wind uit het noordwesten, een aanlandige wind. De combinatie van koude bovenlucht over relatief warm water is een ideale voedingsbron voor een donderbui in de winter.
Poollucht
Als de poollucht over het Noordzeewater strijkt is er verschil in temperatuur tussen de koude lucht uit het poolgebied en het zeewater, dat tussen oktober en april tussen de 18 (oktober) en 3 (april) graden kan zijn. Bij een watertemperatuur van 8 graden en een luchttemperatuur op 5 kilometer hoogte van -35 heb je een temperatuurverschil van 43 graden. Volgens een meteorologische vuistregel ontstaan felle winterse buien met hagel en soms ook onweer bij een verschil van 40 graden.
Zeewater
De relatief warme lucht boven het zeewater stijgt, maar hoeft niet zo hoog te stijgen als de zomerse warme lucht. In de winter is er een veel lagere wolkenbasis, waardoor winterse onweersbuien zich anders ontwikkelen. De warmere lucht komt al vrij snel in koudere lucht terecht. De onweersbui ontstaat in de winter dus op veel geringere hoogte dan in de zomer. In de winter verijst de wolk ook eerder. De elektrische ontladingen zie je in de herfst en winter dan ook op geringe hoogte. Dat maakt de winteronweersbui gevaarlijker, omdat het een grote kans op inslaan met zich meebrengt en omdat hij bijna uitsluitend verticale ontladingen heeft. De ontladingen gaan van boven naar de aarde en zijn zwaarder dan die in de zomer. Er is één meevaller: in de winter zijn er veel minder ontladingen. Een winteronweersbui kan op ieder moment van de dag ontstaan.
Sneeuw
Bijzonder aan winteronweer is het geluid. De sneeuw onderdrukt het geluid van de donder. Bij een zomerdonderbui kan het geluid vanaf een afstand van vele kilometers te horen zijn. Bij winteronweer blijft dat beperkt tot een paar kilometer door de akoestische onderdrukking van de sneeuw.
Noordwest-Europa
Rond de Britse eilanden en in Noordwest-Europa komt winteronweer af en toe voor. Gebieden met grote meren die relatief lang warm blijven en waar het in de winter koud kan zijn maken grote kans op ontwikkeling van winteronweer.
Thundersnow
Voorbeelden zijn de Grote Meren tussen Amerika en Canada, Great Salt Lake en het Midwesten van Amerika. Ook Halifax op Nova Scotia is bekend om zijn winteronweersbuien. Thunderstorm komt meer dan gemiddeld voor in Bozeman, Montana en bij Japan staan Kanazawa en de Japanse Zee bekend om hun thundersnows. Winteronweer komt voor rond Moermansk en zelfs rond de Mount Everest. Soms zijn er winterse onweersbuien in skigebieden. Dat is een reden om de pistes voor de veiligheid te evacueren en sluiten.
Lees verder