Lente wanneer begint het 19, 20 of 21 maart
De lente, het voorjaar: het is een heerlijk seizoen. Het jaargetijde begint op 21 maart, leren we op school, maar deze datum behoeft enige nuancering. Het is niet altijd op de 21ste. Sterker nog, tot 2101 begint het voorjaar op 20 maart en soms zelfs op 19 maart. In het voorjaar wordt het langzaam warmer en de natuur wordt groener, al houdt de natuur zich niet altijd aan de door de mens bedachte indeling in seizoenen. Het voorjaar is het seizoen van het nieuwe leven, of zoals Gorter zei in zijn gedicht 'Mei': "Een nieuwe lente en een nieuwe geluid."
Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Het voorjaar en de lente begint in maart
De lente begint als de zon loodrecht boven de evenaar staat. Het is de lente-equinox, die ook wel maartequinox, lentenachtevening of lentepunt wordt genoemd. Alle seizoenen beginnen op de 21ste, maar 21 maart als begin van de lente klopt niet helemaal. De lente begint alle jaren tot 2101 op 20 maart, behalve in 2044 en 2048. In die jaren begint het voorjaar al op 19 maart. Deze seizoensindeling baseren we op de stand van de aarde ten opzichte van de zon.
Lentenachtevening
De lente begint als de dag net zo lang is als de nacht. Deze lentenachtevening is op het noordelijk halfrond op of rond 21 maart. Zonder alle nuances en specifieke berekeningen staat 21 maart in de schoolboeken als begindag van het voorjaar. Zo is het afgesproken. Feitelijk ligt het anders.
Begin van de lente
Jaar | Datum | Nederlandse tijd |
2016 | 20 maart | 05:30 uur |
2017 | 20 maart | 11:29 uur |
2018 | 20 maart | 18:15 uur |
2019 | 20 maart | 22:58 uur |
2020 | 20 maart | 04:50 uur |
2021 | 20 maart | 11:37 uur |
2022 | 20 maart | 17:33 uur |
2023 | 20 maart | 23:24 uur |
2024 | 20 maart | 05:06 uur |
Meteorologische lente
Om praktische en klimatologische redenen is internationaal de afspraak gemaakt dat de meteorologische lente op 1 maart begint en duurt tot 1 juni. De maanden maart, april en mei noemen we de meteorolgische lente. In deze afspraak zijn steeds drie kalendermaanden één seizoen, dat begint op de eerste van de maand en eindigt op de laatste dag van de derde maand. In tegenstelling tot de meteorologische seizoen hebben de astronomische seizoenen geen vaste data omdat het begin van het seizoen afhankelijk is van de stand van de zon.
Klimatologische seizoenen
Een van de eerste weerorganisaties is de Societas Meteorologica Palatina. In 1780 besloot deze organisatie om steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen te beschouwen. De begindata zijn 1 december voor de winter, 1 maart voor de lente, 1 juni voor de zomer en 1 september voor de herfst.
Pasen
Het begin van de lente is van belang voor de berekening van Pasen. We vieren het Paasfeest op de eerste zondag na de volle maan op of na 21 (of 19 of 20) maart.
Middellange dag en middellange nacht
Op de eerste voorjaarsdag duren dag en nacht even lang; de zon is net zo lang boven als onder de horizon. Astronomisch gerekend is dat het begin van de lente. Dag en nacht duren niet exact even lang, want dat hangt weer af van de locatie waar je bent. In Nederland duurt op de eerste lentedag de dag ongeveer tien minuten langer dan de nacht. De tijdstippen van opkomst en ondergang van de zon zorgen voor die verschillen. De opkomst en ondergang worden gerekend naar de bovenrand van de zon en door breking van de stralen in de atmosfeer zien we de zon iets langer terwijl de zon eigenlijk al onder is. De dag lijkt daardoor langer dan hij feitelijk is.
Het wordt warmer
Het wordt steeds wat warmer in het voorjaar, de kans op vorst wordt kleiner en de natuur wordt groener. We spreken over gemiddelden, want menig voorjaarsdag is net zo koud als een dag in januari. De gemiddelde temperatuur in maart is in Nederland 6,2 graad en in mei 13,1 graden. De luchttemperatuur loopt langzaam op. Langzamer dan je op basis van de aanwezigheid en kracht van de zon zou verwachten. De zon is namelijk niet de enige die invloed heeft op de luchttemperatuur.
Zeeën en oceanen
De oceanen en zeeën spelen ook mee. De zee warmt langzamer op dan het land, waardoor de koude zee weer een remmend effect heeft. De zee geeft een deel van de zonnewarmte door naar diepere waterlagen en die geven de warmte langzaam af aan de lucht.
Kuststreken
Aan de kuststreken begint daarom het warme seizoen wat later dan in het binnenland. In Nederland heeft de koude Noordzee een vertragend effect op het warme seizoen. De verschillen van noordwest Nederland en het zuidoosten van het land zijn groot.
Als de seizoensindeling alleen zou afhangen van de temperatuur, dan zou de lente in zuidoost Nederland al op 9 maart beginnen en in het noordwestelijk deel van het land, op Terschelling aan de Noordzeekust bijvoorbeeld, pas op 23 maart.
Klimatologische indeling
De lente begint volgens de klimatologische indeling al op 1 maart en duurt tot 31 mei. Astronomisch begint het voorjaar op het noordelijk halfrond op 19, 20 of 21 maart. Op het zuidelijke halfrond begint het voorjaar op 22 september. De seizoensindeling - met de seizoensverschillen - is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. De stand van de twee hemellichamen ten opzichte van elkaar maken de verschillen in licht en warmte.
Schuine as
De aarde draait om een as die schuin staat, waardoor de zon op het noordelijk halfrond in de zomer hoger boven de horizon komt dan in de winter.
Horizon
Hoe hoger de zon boven de horizon staat des te langer we hem zien: de zon schijnt in de zomer langer dan in het voorjaar, najaar of in de winter. Hoe noordelijker je woont, hoe korter je van de zon kunt genieten.
Temperatuurstijging
Het voorjaar is de laatste jaren iets warmer geworden.
De gemiddelde jaartemperatuur is in Nederland in de afgelopen honderd (cijfers van 1906 2013) jaar met 1,5 graad Celsius toegenomen. De lente en de zomer warmden met 1,8 graad het sterkst op. De gemiddelde temperatuur in de herfst is de laatste eeuw 1,3 graad gestegen en in de winter is het 1,1 graad warmer geworden.
Elk jaar warmer
De wereldgemiddelde temperatuur is van 1906 tot 2013 gestegen met circa 0,9 graad Celsius. Het jaar 2013 was iets warmer dan 2012 en 2014 was weer iets warmer dan 2013. Het jaar 2015 was weer wat warmer dan 2014 en ook 2016 was een record warm jaar.
Pollen en hooikoorts
Het voorjaar is ook het seizoen van de pollen. Bomen en bloeiende grassen produceren bij warm, zonnig weer en een lage luchtvochtigheid veel stuifmeel. Pollen, de stuifmeelkorrels, van dennen, berken, sparren en andere coniferen kunnen vele kilometers meereizen op de wind. Bij krachtige wind wel honderden kilometers.
Stuifmeelkorrels
We zien het wel eens als een dun laagje geel spul op de vensterbanken of op onze autos liggen, als de wind is gaan liggen en de pollen uit de lucht zijn neergedaald op aarde. Er vallen vele miljarden stuifmeelkorrels neer. Op een schuin liggend tuimelraam met een oppervlak van één vierkante meter kunnen wel meer dan een miljard stuifmeelkorrels terechtkomen. Vooral de den, spar en berk zijn leveranciers van pollen. Het stuifmeel kan hooikoorts veroorzaken bij mensen die er gevoelig voor zijn.
Bron: Cocoparisienne, Pixabay Bron: Potztausend, Pixabay Bron: Oldiefan, Pixabay
Spreekwoorden met voorjaar en lente |
Een zwaluw maakt de lente niet |
Een leeuwerik maakt nog een voorjaar |
Een nieuwe lente, een nieuw geluid |
Lees verder