Manoeuvre: Militair bewegen tegen een opponent
De term ‘manoeuvre’ neemt in de krijgswetenschap een belangrijke plaats in. Het woord betekent ‘bewegen’ en verwijst naar beweeglijk militair optreden. Het behelst het concept van soldaten die gebruik maken van ‘vuur en beweging’ (schieten en verplaatsen) om een gunstige positie verkrijgen ten opzichte van de opponent. Er gaat een dreiging uit van militairen die beweeglijk optreden. Denk bijvoorbeeld aan tanks die al schietend met grote snelheid over het slagveld rijden. Of infanterie die onverwachts opdoemt op de flank (zijkant) van een nietsvermoedende militaire eenheid. In het gunstigste geval kan een goed uitgevoerde manoeuvre zelfs leiden tot grote verliezen en een laag moreel bij de tegenstander.
Hoe kan je manoeuvre beoefenen?
Militairen, vooral die met een leidinggevende functie, moeten een goede kennis hebben van de natuurlijke omgeving. Vooral de kenmerken van heuvels, bossen (naald en loof), wegen, waterwegen en de ondergrond (hard of zacht). Deze kennis is onontbeerlijk om te zien wat voor een effect het heeft op je eigen optreden. Zo kan een boom zijn groen verliezen of de kleigrond bij nat weer ervoor zorgen dat je geen meter vooruit komt. Of wat dacht je van een vernauwing van 100 meter tussen twee heuvels. Een tactische verplaatsing wordt dan moeilijk om de vijand uiteindelijk te verrassen.
Militairen oefenen veelal manoeuvre door op een heuvel te staan in het terrein en de omgeving in zich op te nemen. Zij verplaatsen zich dan in waar zij hun eenheden plaatsen en waar de vijand waarschijnlijk langs zal komen. Zij kunnen aan het terrein zien waar de eenheden met verschillende expertise het beste tot hun recht komen. Niet alleen geografisch maken zij zich voorstellingen van de wijze waarop het gevecht gevoerd kan worden. In het terrein is de factor tijd ook belangrijk voor het maken van een voorstelling hoe een manoeuvre uitgevoerd moet worden. Veel militairen kijken dan niet alleen hoe zij het terrein kunnen gebruiken om zichzelf tactisch te verplaatsen. Ook doen ze dit vanuit een ander perspectief. Namelijk die van de vijand. Als die bosrand ideaal is voor jouw positie dan zal de tegenstander er ook aan gedacht hebben.
Voor het innemen van een doel is vaak één manoeuvre niet toereikend, veelal moet er naar meerdere vormen worden gezocht. Niet alleen om de tegenstander te verrassen en daardoor het initiatief te behouden. Maar ook omdat het terrein niet toelaat om bijvoorbeeld alleen een frontale aanval uit te voeren.
Doorbreking, omvatting en omtrekking: manoeuvrevormen om de opponent aan te grijpen
Frontale aanval
Toepassing van de frontale aanval verdient terughoudendheid vanwege de mogelijkheid op zware menselijke verliezen. Deze vorm van manoeuvre is wel de meest eenvoudige vorm in toepassing en kan worden toegepast om de vijand te binden, maar een aansluitende manoeuvrevorm is nodig om de tegenstander aan te grijpen.
Doorbreking
De doorbreking beoogt om een gedeelte van de verdediging te doorbreken. De voorwaarde is dat er een concentratie van middelen is opgebouwd om te doorbreken (bij voorkeur op het zwakste gedeelte van de verdediging), zodat er sprake is van een verrassing voor de opponent. Het gewenste effect is zo diep mogelijk bij het einddoel te komen, zonder veel gevechtscontact (als het goed is ben je daar net doorheen gebroken). Het nadeel is dat je flanken tijdelijk onbeschermd zijn. De doorbreking kent de volgende varianten:
Doorbreking in de diepte
Deze variant is gericht op het vermeesteren of het uitschakelen van objecten die diep achter de vijandelijke linies liggen. Een zeer snelle doorbreking naar het achtergebied van een opponent kan ertoe leiden dat deze niet blijft zitten in de verdediging of zelfs zijn kansen slecht inziet en overgeeft.
Meervoudige doorbreking
Deze methode is hoofdzakelijk gericht op de algemene verstoring en ontwrichting van de vijandelijke cohesie. In tegenstelling tot een snelle doorbraak in de diepte zijn er nu meerdere doorbrekingen over meerdere assen, waardoor de tegenstander niet goed kan inschatten waar het zwaartepunt ligt.
Combinatie van een doorbreking in de diepte en een meervoudige doorbreking
Deze combinatie kan een vernietigend effect hebben. Niet alleen heeft de tegenstander de stress om op meerdere locaties de spreekwoordelijke gaten te dichten. Ook is er voor de opponent sprake van een eenheid die ver is doorgebroken naar vitale infrastructuur. Een werkelijke demoraliserende combinatie.
Infiltratie
Een bijzondere vorm van een doorbreking is de infiltratie. De doelstelling van de infiltratie is gelijk aan die van de doorbreking. Infiltratie is feitelijk een stille uitvoering van de doorbreking en heeft vanwege dit heimelijke karakter meestal een beperking tot gevolg. Er kunnen maar een beperkt aantal eenheden bij betrokken zijn, want anders zou het teveel opvallen. De overige eenheden kunnen voor een afleiding zorgen, zodat de aandacht wordt afgeleid van de infiltrerende eenheid.
Omvatting
De omvatting is een manoeuvrevorm die gericht is op het vinden van zwakke plekken in de vijandelijke verdediging in de flanken en op de rug (achter de vijand). De bedoeling is dat de vijand zijn verdedigende stelling loslaat. Deze manoeuvrevorm kent twee varianten:
Enkele omvatting
Dit is een omvatting over een as. De tegenstander wordt aangegrepen op een flank en er wordt geobserveerd of de te beschermen vijandelijke belangen kunnen worden veroverd/vernietigd.
Dubbele omvatting
Een uitvoering die gericht is op het aanvallen in de flank (en rug) over twee assen met als doel om de tegenstander te omsingelen. De opponent rest eventueel nog de mogelijkheid van een uitbraak (zich een uitweg vechten).
Omtrekking
De omtrekking is een manoeuvrevorm waarvoor meerdere eenheden nodig zijn. De bedoeling is om niet de verdedigende stelling aan te grijpen, maar eromheen te trekken. De voorste eenheid gaat zo snel mogelijk naar een, voor de vijand, te beschermen infrastructuur. Een opvolgende eenheid beschermt de flanken en de laatste eenheid beschermt de achterhoede.
De manoeuvrebenadering
De gedachte achter manoeuvre is dat deze altijd toegepast moet worden om een groot voordeel te krijgen en behouden op de tegenstander. De manoeuvrevormen dragen eraan bij om de vijand te kunnen ‘uitmanoeuvreren’. De ‘manoeuvrebenadering’ is de benaderingswijze van operaties die beoogt een opponent te verslaan door het breken van zijn morele en fysieke cohesie. Met andere woorden, zijn vermogen om te vechten als een effectief en samenhangend geheel. Het typische beeld van militairen die alleen een tegenstander fysiek willen vernietigen is dus incorrect. Het gaat er uiteindelijk om dat de 'wil' om door te vechten wordt ontnomen bij de vijand.
Lees verder