Ballistiek: schieten met pistolen
Handwapens of pistolen zijn gemakkelijk in gebruik, maar zijn moeilijk nauwkeurig te richten in (snelle) schietpartijen. De ballistiek (de wetenschap van het schieten) van pistolen richt zich voornamelijk op alle aspecten van deze wapensoort. Misschien wel het belangrijkste aspect is de kogel (kaliber).
Handwapens en pistolen
Bij de meeste situaties waarin met handwapens (pistolen) wordt geschoten binnen afstand van 6,5 meter wordt het voorgenomen doel
niet geraakt. Slechts 11% van de kogels van de tegenstanders en 25% van de kogels van de politie vindt uiteindelijk zijn beoogde doel (onderzoek door Lesce, 1984). Schieten met handwapens is dus niet een hele nauwkeurige aangelegenheid!
Kaliber van een kogel
Het
kaliber van een kogel wordt bepaald door de diameter van de loop en wordt uitgedrukt in honderden van een inch of in millimeters. Wanneer een kogel door de loop gaat, wordt er een uniek
patroon in gegraveerd doordat het metaal van de loop harder is dan de kogel. Elke kogel die met een bepaald wapen wordt afgeschoten, zal dezelfde sporen vertonen, tenzij er iets aan de binnenkant van de loop is veranderd.
Pistolen en kogels
Gewoonlijk worden wapens met een klein kaliber gebruikt bij misdaden, omdat ze goedkoop, minder zwaar en makkelijker te beheersen zijn bij het schieten.
Weefselbeschadiging kan worden vergroot door elk kaliber kogel, mits deze wordt voorzien van de “hollowpoint”-neus (een holle neus). Sommige ordehandhaving bureaus in de wereld hebben dergelijke kogels in gebruik, omdat zij denken dat de kogels meer
'stoppende kracht' hebben (de misdadigers hebben minder kans om toch weg te komen) op de korte afstand. Toch bevatten de meeste handwapenkogels minder dan 1,4 kJ aan kinetische energie (Ragsdale, 1984).
Mythe: kogels geven een krachtige impuls aan het lichaam
Er is een mythe, die in leven blijft door afbeeldingen of ander beeldmateriaal op televisie en in films van personen die worden beschoten. Op deze beelden is te zien dat slachtoffers
achteruit worden geslingerd, neergehaald of op een andere manier worden verplaatst door de
kracht van de kogel als ze zijn geraakt. In de werkelijkheid vertellen de echte wapenschotslachtoffers dat zij géén directe reactie hadden (Fackler, 1998).
De
maximum-impuls die door de kogels van verschillende kleine wapens, inclusief die van grote kaliber geweren en jachtgeweren, aan een 80 kg zwaar lichaam wordt overgebracht geeft het slachtoffer slechts een maximumsnelheid van 0,01 tot 0,18 m/s. Dit is te verwaarlozen in vergelijking met de snelheid van 1 tot 2 m/s van een
voetganger (Karger en Knewbuehl, 1996). Deze mythe is dus niet waar.
Directe of indirecte uitschakeling
Een directe of indirecte uitschakeling van een persoon door een pistool is hoofdzakelijk afhankelijk van het
gebied van het lichaam waar hij of zij is geraakt. De
directe uitschakeling kan worden bereikt met wapenschotwonden aan de hersenen en het daar gelegen zogenaamde "upper cervical cord". Ook kan een snelle uitschakeling van personen worden bereikt door het beschadigen van belangrijke bloedvaten of het hart. Er ontstaan dan namelijk enorme bloedingen (Karger, 1995).
Buskruit in kogel
De twee belangrijkste variabelen in ballistiek van het pistool zijn de
diameter van de kogel (kaliber) en het volume van
buskruit in de patroonhuls. De patronen van oudere ontwerpen werden beperkt door de druk die zij konden weerstaan, maar de vooruitgang in de metallurgie (de leer van de bewerkingen van metalen) heeft ervoor gezorgd dat moderne patronen die maximumdruk twee tot drie keer kunnen verdragen. Hierdoor kan het projectiel meer kinetische energie bevatten.