Geschiedenis van ballistiek

Geschiedenis van ballistiekBallistiek is de wetenschap die het effect beschrijft van verschillende omstandigheden op afgevuurde projectielen. De wetenschap hierachter is al zeer oud, maar was geruime tijd niet vrij van fouten. Dit komt doordat men in het verleden de kogelbaan (bij het verticale schieten) als een rechte baan of als een gelijkbenige driehoek beschouwde.

Ballistiek: de vooruitgang

Pas in 1537 stelde de Venetiaan Tartaglia vast dat de baan die kogels en andere projectielen doorlopen steeds een kromme is. Galilei (1638) en Newton (1723) toonden respectievelijk de invloed van de zwaartekracht en die van de luchtweerstand aan: in het luchtledige (vacuüm) zou een projectiel een ideale kromme beschrijven.

Op onze aarde is dit natuurlijk niet het geval. Hier wordt de baan immers gewijzigd door onder andere de luchtweerstand. Hierbij van invloed zijn de snelheid van het projectiel en de zogenaamde 'ballistische coëfficiënt' (BC). Zaken zoals het kaliber, de massa en de vorm zijn hier belangrijk voor het bepalen van de coëfficiënt.

Ballistiek en forensische wetenschap

Tegenwoordig vind het ballistisch onderzoek voornamelijk plaats in forensische (= gerechtelijke of de rechtspraak ter dienst staande) zaken en wordt de informatie concreet toegepast in de praktijk.

De basis daarvan werd gelegd in 1835 in Engeland toen de groef in een kogel die in het lichaam van een slachtoffer werd aangetroffen, overeenkomsten vertoonde met de kogelgietvorm die in het huis van de verdachte werd aangetroffen. Toen dat aan de verdachte werd verteld bekende hij onmiddellijk. Hiermee begon de vuurwapenballistiek.

Ballistiek in de praktijk

In 1902 werd voor de eerste keer in Amerika door een deskundige in een rechtszaal bewezen dat een bepaald pistool voor een moord was gebruikt. De deskundige vuurde met het pistool een kogel in een bol katoen. Met behulp van een vergrootglas kon worden vastgesteld dat de kogel dezelfde sporen vertoonde als de gevonden kogel, die uit het lichaam van het slachtoffer was gehaald.

Het eerste ballistisch/forensisch laboratorium

Een rechtszaak waarin wapens een grote rol speelden gaf de aanleiding tot de opening van het eerste wetenschappelijke forensische laboratorium in Amerika (St. Valentine's Day Massacre) op 14 februari 1929. In deze zaak waren twee mannen betrokken, die zich als agent vermomd hadden. Ze schoten zeven illegale drankverkopers neer, waarbij zeventig (!) kogelhulzen achter bleven.

Later ontdekten de onderzoekers dat er en licht soort mitrailleur gebruikt was. Toen bij een andere zaak twee lichte mitrailleurs aangetroffen werden, kon wetenschapper dr. Calvin Goddard aantonen dat deze wapens ook bij de eerdere slachting gebruikt waren. Twee zakenmannen waren zo van zijn werk onder de indruk dat ze hem financieel steunden, zodat hij in 1929 in Illinois een laboratorium kon opzetten.

Slot

Ballistiek bestaat dus al langer dan vandaag. Wetenschappers hebben uit jarenlange ervaring en (wetenschappelijk) onderzoek onder andere de volgende vaardigheden ontwikkeld:
  • Een betrouwbare schatting van de schootafstand maken.
  • Kogels vergelijken en ze met een bepaald vuurwapen in verband brengen.
  • Kruitsporen rond wonden en op de huid van schutters aantonen.
  • Weggevijlde serienummers terughalen.
© 2009 - 2025 Victorho, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Svm, Openclipart
  • Naar: Ramsland, Katherine, "De forensische wetenschap van CSI". Uithoorn: Karakter Uitgevers B.V., 2005