Voorwoord & nawoord schrijven
Een voorwoord of nawoord schrijven is niet verplicht, maar komt wel vaak naar voren bij het schrijven van een werkstuk, scriptie of rapport. In dit artikel: de inhoud en tips voor het schrijven van een voorwoord en nawoord.
Opbouw scriptie
Een scriptie bestaat uit de volgende onderdelen:
- Omslagpagina
- Titelblad
- Voorwoord
- Samenvatting
- Inhoudsopgave
- Inleiding
- Methode
- Resultaten
- Conclusie
- Discussie
- Verklarende woordenlijst
- Literatuurlijst
- Bijlagen
Voorwoord en nawoord
Een ongeschreven regel is dat het dubbelop is om zowel een voorwoord als een nawoord te schrijven. Je maakt een keuze of laat beide achterwege. Dat komt omdat de inhoud van een voorwoord en nawoord eigenlijk hetzelfde is.
Voorwoord
In een voorwoord laat je de inhoud van het werkstuk of de scriptie buiten beschouwing. Er is ruimte voor het bedankten van de mensen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het werkstuk, zoals een medewerker die je geïnterviewd hebt of een docent. Je kunt ook toelichten waarom je het onderwerp hebt gekozen.
Voorwoord schrijven
Typerend aan een voorwoord is dat het kort is. Je komt direct “to the point”. Ook wijd je niet uit over de inhoud van het werkstuk. Verder is het een persoonlijke getinte tekst, daarom mag je het voorwoord in de ik – of wij-persoon schrijven.
Enkele mogelijkheden voor de inhoud van een voorwoord zijn de volgende:
- De geschiedenis en achtergronden van het onderzoek, de scriptie of het werkstuk
- Een dankwoord gericht tot bedrijven, medewerkers en andere mensen die een bijdrage hebben geleverd
- Het kader waarin de tekst is geschreven
- De taakverdeling binnen de groep
- Informatie over de auteurs
Nawoord
Een nawoord volgt direct op de conclusie. Net als in het voorwoord kun je het nawoord gebruiken om mensen te bedanken, je motivatie voor het onderwerp van het werkstuk nader toe te lichten of om ervaringen te delen. Als je niemand hebt om te bedanken, kun je het voor- en nawoord beter achterwege laten.
Als je in een groep samenwerkte, kun je terugblikken op de samenwerking en taakverdeling. Als een nawoord wel verplicht wordt gesteld door de docent, kun je hierin reflecteren door stil te staan bij wat je geleerd hebt. Zo kun je vermelden wat je de volgende keer anders gaat doen.