Na de maan een nieuwe fase: skylab
In de jaren zestig en begin van de jaren zeventig van de afgelopen eeuw had NASA een haast onmogelijke taak met succes weten uit te voeren: de maan, de satelliet van de aarde was bereikt. In totaal twaalf mannen hadden hun voetafdrukken op het maanoppervlak achtergelaten. Na afloop van het Apollo-project gingen er geen mensen meer naar de maan. Maar wel naar Skylab.
Dure ruimtevaart
Het project om mensen op de maan te krijgen was om meerdere redenen succesvol gebleken. Allereerst was de prestatie zelf iets om trots op te zijn. Daarnaast was ook de ruimtewedloop gewonnen, er waren geen c concurrenten en dus zeker geen Russen aan te pas gekomen. Overigens is later nooit ergens uit gebleken dat de Russen plannen hadden voor bemande maanvluchten. Er had aan het hele maanproject echter wel een stevig prijskaartje gehangen en dat werd in de financiële middelen wel voelbaar, zeker omdat de Verenigde Staten in het begin van de jaren zeventig ook nog verwikkeld waren in een dure Vietnamoorlog. Het animo onder het publiek, maar ook onder de geldverstrekkers in de overheid voor een nieuw en duur ruimteavontuur was miniem. Het aantal Apollovluchten naar de maan was aanvankelijk op twintig gezet, maar de financiële redenen waren er al de oorzaak van dat Apollo 17 de laatste in de rij zou zijn.
Nuttige ruimtevaart
Hoewel het maanproject een flinke aanslag op de financiën was geweest had het onderzoek naar nieuwe, compactere en zuiniger techniek dat voor de ruimtevaart nodig was ook zijn vruchten afgeworpen. Op het medisch vlak was geleerd hoe biometrische gegevens van astronauten op afstand gemonitord konden worden. De satellietnavigatie, die aan de oorsprong ligt van al onze navigatiesystemen in auto’s of op onze mobieltjes is een ruimtevaarttechnologie. Onze anti-aanbak-laag in pannen is oorspronkelijk ontwikkeld om satellieten te beschermen tegen microdeeltjes in de ruimte, deze deeltjes zouden van de gladde laag af kunnen glijden. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen. NASA probeerde door aan te tonen hoe nuttig ruimtevaart kon zijn toch voldoende middelen te verkrijgen voor verder onderzoek.
Het idee, een ruimtestation: Skylab
NASA kwam met het idee om verder onderzoek te doen naar ons zonnestelsel, naar het effect dat een langdurige verblijf in de ruimte op mensen zou hebben en naar materialen en kristallen. Dit onderzoek zou in de ruimte moeten plaatsvinden. Niet ver weg, gewoon in een baan rond de aarde. Er zou een soort laboratorium gebouwd worden, een permanent ruimtestation waar een aantal astronauten een langere tijd in zou werken en verblijven. Het kwam goed uit dat er nog onderdelen over waren van het Apollo-project, zoals capsules en rakettrappen. Het nieuwe ruimtestation zou dus, zeker als je het vergelijkt met het kostbare Apollo-project, relatief goedkoop zijn. Voor het ruimtestation werd een passende naam bedacht:
Skylab. Vertaald zoiets als
laboratorium aan de hemel.
Het ruimtestation Skylab
Om enerzijds de kosten beheersbaar te houden en anderzijds om voldoende ruimte te bieden bouwde NASA de derde trap van een Saturnus V raket om tot een Saturnus IV-B. De grote waterstoftank van de derde trap kon zo worden omgebouwd tot een grote werkruimte van twee verdiepingen. Hierin konden drie astronauten werken en wonen. Voor elke astronaut was er een eigen vertrekje. Verder was er uiteraard een toilet, maar ook een doucheruimte. Om altijd te beschikken over voldoende voorraad was alles aan kleding, voedsel en water al aan boord bij de lancering,.
Een opengewerkt model van Skylab, met de indeling in beeld /
Bron: NASA MSFC, Wikimedia Commons (Publiek domein)Huishoudelijke zaken
Voor de astronauten was voldoende voedsel aan boord, verpakt in blikken en pakjes. Om alles goed houdbaar te houden was het voedsel meestal gedroogd of ingevroren. De verschillende pakjes en blikjes hadden wel het voordeel dat er elke dag een keuze gemaakt kon worden uit verschillende gerechten, die dan vervolgens konden worden opgewarmd. Een wasmachine was niet aan boord, alle benodigde kleding was in ruime mate aanwezig. De vuile was werd bij de terugkeer naar de aarde meegenomen. De astronauten konden één keer per week gebruik maken van de douche. Voor de toilet waren opvangzakken aanwezig. Alles werd mee teruggenomen naar de aarde voor onderzoek. Zo kon er meteen worden onderzocht hoe gewichtloosheid invloed uitoefende op de vloeistofbalans in het menselijk lichaam. In het slaapvertrek was een slaapzak horizontaal bevestigd. De astronaut kon hier in kruipen. Aangezien horizontaal of verticaal in een gewichtsloze ruimte geen verschil maakt was een verticale opstelling gewoon ruimtebesparend.
De missies van Skylab
In totaal zijn er vier Skylab-missies geweest. De allereerste missie betrof de lancering van Skylab zelf. De andere drie brachten steeds een nieuwe groep van drie astronauten aan boord.
De missie van Skylab-1
Skylab-1 was een onbemande missie, waarbij Skylab in een baan om de aarde moest worden gebracht. Bij deze eerste lancering liep niet alles naar wens, Skylab liep meteen schade op. Een van de grote zonnepanelen ging verloren, een ander klapte niet goed open. Bovendien raakte een deel van het hitteschild beschadigd. Op de eerste bemande vlucht konden provisorische reparaties worden uitgevoerd, waardoor Skylab toch bruikbaar was.
De missie van Skylab-2
De tweede Skylab-missie bracht de eerste groep van drie astronauten aan boord,
Charles Conrad, Joseph Kerwin en
Paul Weitz. De lancering vond plaats op 25 mei 1973. De bemanning zorgde allereerst voor de noodzakelijke reparaties, waaronder het uitklappen van een zonnescherm dat te hoge temperaturen in de woon- en werkruimtes moest tegengaan. De duur van de missie was langer dan ooit voor een Amerikaanse missie. Na bijna een maand kwam de bemanning op 22 juni 1973 weer terug naar huis met behulp van hun capsule. Skylab zelf bleef uiteraard in een baan rond de aarde.
Reparatiewerk aan Skylab door Owen Garriot, tijdens een ruimtewandeling /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein) De missie van Skylab-3
Kort na de terugkeer van de Skylab-2 bemanning vertrok een nieuwe missie, Skylab-3. De lancering, met de bemanningsleden
Alan Bean, Owen Garriot en
Jack Lousma, vond plaats op 28 juli 1973. Deze missie zou opnieuw langer duren, 59 dagen. Tijdens de missie werd een tweede zonnepaneel gemonteerd en werden er wetenschappelijke experimenten uitgevoerd, o.a. met spinnen. Deze bleken ook zonder zwaartekracht een web te kunnen spinnen. Op 25 september 1973 keerde de bemanning weer naar huis terug.
De missie van Skylab-4
De derde en laatste missie van Skylab vertrok ook nog in datzelfde jaar, op 16 november 1973. De bemanning, bestaande uit
Gerald Carr, Edward Gibson en
William Pogue voerde opnieuw veel wetenschappelijke experimenten uit. Bovendien kon de komeet Kohoutek vanuit Skylab uitgebreid geobserveerd worden. Opnieuw was het verblijf in de ruimte langer dan ooit, deze keer 84 dagen. Op 8 februari 1974 kwam de bemanning terug.
Afscheidsfoto van Skylab, de laatste bemanning is vertrokken. /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)En wat gebeurde er met Skylab?
Oorspronkelijk was de bedoeling geweest om Skylab in een zodanige baan om de aarde te krijgen, dat het ruimtestation daar toch zeker acht jaar zou kunnen blijven. Wie weet zou er nog ooit een vervolgmissie komen. Dat bleek allemaal anders uit te komen. In 1977 werd al duidelijk dat Skylab te snel uit zijn baan verviel en onbestuurbaar werd. Het neerkomen van een dermate groot object als Skylab zou niet zonder gevaar zijn. Hoewel delen ongetwijfeld in de atmosfeer zouden verbranden, zouden brokstukken zeker op aarde terechtkomen. Waar precies, dat was niet duidelijk, wel in welke zones het eventueel zou kunnen gebeuren. Uiteindelijk kwamen grote brokstukken van Skylab terecht in de Indische Oceaan, en in stukken van West-Australië. Voor zover bekend zonder schadelijke gevolgen.