Naar de maan: Apollo 17, de laatste maanvlucht
Met het Apollo-programma had de NASA een enorme sprong vooruit gemaakt in de ruimtevaart. Na vijf succesvolle maanlandingen hadden tien mensen hun voetafdruk op de maan gezet. Hoewel velen misschien verwacht hadden dat dit op korte termijn zou leiden tot een maanbasis of bemande vluchten naar andere planeten was de werkelijkheid anders. Apollo 17 zou de laatste bemande vlucht naar de maan zijn van het Apollo-programma.
De hoge kosten van het Apollo-programma
De doelen die aan het begin van de zestiger jaren waren gesteld waren inmiddels ruim behaald. Vóór het eind van het zestiger-jarendecennium hadden de Verenigde Staten mensen veilig op de maan gezet en ook weer veilig thuis gekregen. En bovendien, de Russen waren in deze ruimtewedloop duidelijk verslagen, alhoewel er van een Russisch programma voor een maanlanding niets was gebleken. Voor het publiek, maar ook voor de politiek was de spanning eraf en er werden vanuit de politiek vragen gesteld. Met de bijna-ramp van
Apollo 13 was gebleken dat er nog steeds grote risico’s zaten aan de bemande ruimtevaart. Alles wat aan technologische superioriteit was tentoongespreid kon met een ernstig ongeluk blijvende schade opleveren. Je moet er niet aan denken dat na een noodlottig ongeluk een capsule met omgekomen astronauten nog jarenlang banen rond de aarde of de maan zou trekken. Bovendien was de politiek niet langer bereid om enorme bedragen aan het ruimtevaartprogramma te besteden. Het oorspronkelijke Apollo-programma, dat zou lopen tot en met
Apollo 20 was daarom al eerder ingekort. Apollo 20 was geschrapt, en later werden ook de missies met
Apollo 19 en
Apollo 18 afgeblazen.
Apollo 17 zou dus de laatste Apollo-vlucht naar de maan zijn, het einde van een tijdperk.
Bemanning
Het schrappen van Apollo 18, 19 en 20 had consequenties voor de keuze van de bemanningsleden. Het was inmiddels duidelijk geworden dat het verstandig zou zijn om op een maanmissie ook een echte wetenschapper mee te nemen, niet alleen astronauten die een militaire achtergrond hadden in de luchtmacht of de marine. De wetenschapper zou een geoloog moeten zijn, zodat deze op de maan gericht kon kijken welke maangesteentes de moeite waard waren om mee terug naar de aarde te nemen. De keuze viel op
Harrison H. Schmitt, geoloog van huis uit, die aanvankelijk voor Apollo 18 stond ingepland. De totale bemanning van
Apollo 17 bestond daardoor uit:
- Gezagvoerder Eugene A. Cernan, die al twee keer eerder in de ruimte was geweest.
- Piloot Command Module Ronald E. Evans
- Piloot Lunar Module Harrison H. Schmitt
Voor Evans en Schmitt was Apollo de eerste en enige ruimtereis, voor Cernan zijn laatste. Om het optimale uit de missie te halen diende ook Cernan het nodige bij te leren op het gebied van geologie. De Command Module kreeg de naam
America, de Lunar Module
Challenger.
Lancering van Apollo 17
Op 7 december werd
Apollo 17, de laatste van de Apollo-reeks, gelanceerd vanaf Cape Canaveral in Florida, met behulp van de vertrouwde Saturnus V-draagraket. De start was, in verband met een klein technisch probleempje ruim tweeëneenhalf uur uitgesteld. Afgezien van dit probleempje verliep de lancering zoals gepland en enkele dagen later kwam de combinatie Command Service Module en Lunar Module in een baan rond de maan. De Lunar Module Challenger maakte zich los en daalde af naar het maanoppervlak, om precies te zijn naar het gebied
Taurus-Littrow. Op 11 december landde Challenger op de maan.
De missie van Apollo 17
Net als op de twee vorige missies was Apollo 17 een
J-missie. Dat wil zeggen, een missie met een langer verblijf op de maan, tot ruim drie dagen. In die tijd konden de astronauten een groter gebied verkennen en daarom was, net als bij Apollo 15 en Apollo 16 een maanwagen meegenomen, waarin Schmitt en Cernan bijna 36 kilometer op het maanoppervlak hebben afgelegd. Toen er tijdens de rit een spatbord afgebroken was, konden de astronauten uiteraard geen reparatiedienst laten komen. Toch was reparatie nodig, opspattend gesteente zou de apparatuur maar vooral de maanpakken kunnen beschadigen. Ze konden het probleem oplossen door het gebroken stuk te vervangen voor maankaarten. Tijdens de missie werd, nu er een geoloog op de maan liep, extra uitgekeken naar bijzonder gesteente. Zo vonden we een oranjekleurig materiaal, waarvan in eerste instantie werd gedacht dat het een vulkanische oorsprong had. Dat bleek bij later onderzoek overigens niet zo te zijn, het bleken kleine glasbolletjes te zijn die waren ontstaan tijdens de inslag van een meteoriet. Apollo 17 nam een grote hoeveelheid maansteen mee terug naar de aarde, meer dan in het verleden was gebeurd, bijna 109 kilo. Zo blonk de missie uit in allerlei records:
- het langste verblijf op de maan (75 uur),
- de langste maanwandelingen,
- de grootste afgelegde afstand met de maanwagen en
- het meeste verzamelde materiaal.
- En natuurlijk dat ene bijzondere feit dat dit de laatste keer zou zijn dat een Apollo-missie mensen op de maan bracht.
Vertrek vanaf de maan
Het was de laatste Apollomissie op de maan en dat was wel iets om even bij stil te staan. Vlak voor vertrek werd door de astronauten een
plaquette onthuld op de landingspoot van de afdaal-trap, die herinnert aan het Apollo-programma en de zes keer dan een Lunar Module op de maan was geland. Op 14 december 1972 steeg het stijgdeel van de maanlander weer op. Na aangekoppeld te zijn met de Command Service Module waarin Ron Evans zijn eigen wetenschappelijk onderzoek had verricht, kon de bemanning op de CSM overstappen. De LM werd afgestoten en sloeg te pletter op het maanoppervlak. De Command Module zette koers naar de aarde. Op 19 december 1972 kwam de capsule zonder problemen neer inde Stille Oceaan. Bemanning en capsule werden opgepikt door de
USS Ticonderoga. De capsule van Apollo 17, die laatste die mensen naar en van de maan vervoerde, wordt tegenwoordig tentoongesteld in het
Lyndon B. Johnson Space Center in Houston, Texas.
En hoe nu verder?
Na de succesvolle maanlandingen aan het eind van de zestiger en het begin van de zeventiger jaren leefde onder het publiek de verwachting dat er snel een nieuw maanprogramma zou komen en dat planeten zoals Mars ook snel bezocht zouden gaan worden. Bemande ruimtevaart is echter enorm duur en zit vol grote risico’s. Het doen van bodemonderzoek kan beter worden gedaan door speciaal hiervoor uitgeruste, onbemande sondes. Ook voor het maken van foto’s heb je geen mensen nodig om op de knop te drukken. Het maan- en planeetonderzoek is daarom sinds het Apollo-programma terrein geweest van de onbemande sondes. En dat heeft ook, bijvoorbeeld op de planeet
Mars of de missie van
New Horizon naar
Pluto, tot belangrijke resultaten geleid. Dat wil allemaal niet zeggen dat er geen bemande ruimtevaart meer is. Na het Apollo-programma startte men de Saturnus V-draagraketten die al klaar waren voor Apollo 18 en 19 nieuwe projecten, zoals
Skylab en het uitvoeren van een koppeling met een Russische
Soyouz. Ook Rusland had zijn eigen projecten, waarbij het accent lag op onderzoek in een baan rond de aarde in het ruimtestation
Mir, waar kosmonauten tot vele maanden in verbleven. Tegenwoordig is er de internationale samenwerking in
ISS, het
International Space Center, waar een bemanning in verblijft die uit verschillende landen afkomstig is.
En de maan?
De maan is nog niet uit beeld. Hoewel er nog geen concrete plannen zijn, wordt er in diverse landen wel gesproken over het vestigen van een ruimtestation op de maan. Misschien wordt dat NASA of een van de commerciële ruimtevaartbedrijven uit de Verenigde Staten, misschien wordt een dergelijk project uitgevoerd door de nieuwkomers in de ruimte, zoals China of Japan. De toekomst zal het leren!