Naar de maan: een nieuw type missie met Apollo 15
Met Apollo werd de reeks H-missies afgesloten. Dit waren relatief korte bezoeken aan de maan. In de volgende vluchten zou het accent meer op onderzoek komen te liggen en zouden de missies ook langer gaan duren. Om op de maan een groter gebied te kunnen onderzoeken dan de directe landingsomgeving zou Apollo 15 voor het eerst een maanwagen meenemen.
Een unicum voor Apollo 15: de maanwagen! /
Bron: NASA/David Scott, Wikimedia Commons (Publiek domein)Het Apollo-programma gaat een nieuwe fase in
NASA had oorspronkelijk verschillende missie-types vastgesteld. Oorspronkelijk zouden de missies tot en met
Apollo 15 van het
H-type zijn. Dat wil zeggen, een relatief kort verblijf op de maan van hooguit anderhalve dag. Dit type missie was nodig om ervaring op te doen met de zwaartekracht van de aarde en om te onderzoeken of de astronauten negatieve effecten van het verblijf op de maanbodem zouden hebben. Na het H-type zou worden verdergegaan met het
J-type. Dit soort missies zou langer duren en er zou veel meer aan wetenschappelijk onderzoek gedaan kunnen worden. Omdat het totale aantal Apollo-vluchten werd ingekrompen en de gevolgen van een verblijf op de maan mee bleken te vallen, werd de oorspronkelijke H-missie van Apollo 15 geschrapt en werd het een J-missie. Om bij een langer verblijf toch effectief onderzoek te kunnen doen was het nodig om op de maan zelf grotere afstanden te kunnen afleggen. Te voet zou dit teveel tijd kosten, tijd die verloren zou gaan voor het daadwerkelijke onderzoek. Daarom ging met de vlucht van Apollo 15 voor het eerst ook een maanwagen mee, waarmee de astronauten zich met een snelheid van 13 kilometer per uur konden verplaatsen.
De bemanning van Apollo 15, Scott, Worden, Irvin /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)De bemanning van Apollo 15
Gezagvoerder van Apollo 15 was
David R. Scott, die al twee keer eerder een ruimtevlucht had gemaakt. Voor zijn collega’s was Apollo 15 hun eerste ruimtevlucht. De piloot van de Command Module was
Alfred M. Worden, de piloot van de Lunar Module was
James B. Irwin. Voor alle drie was Apollo 15 ook de laatste ruimtetocht. De Command Module had de naam
Endeavour gekregen, de Lunar Module
Falcon.
Lancering
Op 26 juli 1971 werd
Apollo 15 gelanceerd, met behulp van een
Saturnus V-draagraket. Zoals elke keer vond de lancering ook nu weer plaats vanaf het
Kennedy Space Center, Cape Canaveral. De tijdelijke naam
Cape Kennedy, als eerbetoon voor president John F. Kennedy, was inmiddels weer terug veranderd in
Cape Canaveral. Hoewel er even het risico was dat de vlucht afgebroken zou moeten worden vanwege een storing ontbrandde de derde trap en kwam Apollo 15 in een baan rond de aarde. Deze baan was minder hoog en stabiel dan gepland, mogelijk doordat Apollo 15 veel zwaarder was dan zijn voorgangers. Er ging deze keer een maanwagen mee. De baan om de aarde was overigens stabiel genoeg om de reis naar de maan in te zetten.
De US-vlag en de maanwagen bij de Lunar Module
Falcon /
Bron: Astronaut David R. Scott, Wikimedia Commons (Publiek domein)De missie, nu met een maanwagen
]Tijdens de missie werd wederom een hoeveelheid maansteen verzameld en mee terug naar de aarde genomen, deze keer bijna 78 kilo. Omdat de maanwagen het bereik van de astronauten enorm vergrootte, kon tijdens het verblijf op de maan een groter gebied worden onderzocht op interessante gesteentes. Met de maanwagen is ruim 27 kilometer afgelegd in de 66 uur die het verblijf op de maan duurde. Die 66 is was het dubbele van Apollo 14. Tijdens de tocht van Apollo 15 werd een maansatelliet in een baan rond de maan gebracht, die tussen augustus 1971 en januari 1973 gegevens naar de aarde stuurde.
Kunstwerk Fallen Astronaut
Naast het vele wetenschappelijke onderzoek en het ophalen van maangesteente, liet Apollo 15 ook een bijzonder object op de maan achter, het eerste kunstwerk dat op een ander hemellichaam dan de aarde is geplaatst. Het gaat om het beeldje
Fallen Astronaut, ontworpen door de Belgische kunstenaar
Paul van Hoeydonck. Het kunstwerk bevatte een gedenkplaat waarop de namen staan van alle ruimtevaarders die op dat moment waren omgekomen. Niet alleen de Amerikaanse, maar ook hun Russische collega’s. Afspraak was dat van dit beeldje geen replica’s gemaakt zouden worden. Nadat het National Air and Space Museum toch om zo’n replica vroeg, wilde de kunstenaar er meer van gaan verkopen. Onder druk van NASA werd hier uiteindelijk van afgezien.
Bij terugkeer klapte één van de parachutes in /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)Terugkeer
Na 66 uur op de maan steeg het bovendeel van de Lunar Module op, het onderstel als lanceerplatform gebruikend. Na weer gekoppeld te zijn met de in een baan rond de maan vliegende Command Module werd de terugtocht naar de Aarde ingezet. Op 7 augustus 1971 landde de capsule in de Stille Oceaan, waarbij één van de drie parachutes inklapte. Hierdoor was de landing harder dan de bedoeling was geweest. De capsule en de bemanning werden opgepikt door de
USS Okinawa. Een quarantaine was vanaf Apollo 15 niet meer nodig, er was inmiddels voldoende bewezen dat de maanreizigers geen ongewenste ziektekiemen mee terug naar de aarde hadden genomen. Op de maan is niets van leven gebleken. De capsule van Apollo 15 werd tentoongesteld op het
United States Air Force Museum op de
Wright-Patterson Air Force Base in Dayton, Ohio.
Schandaal
Afgezien van rumoer dat zou ontstaan rond het beeldje Fallen Astronaut, kwam ook een ander schandaal aan het licht. De astronauten bleken op eigen initiatief 400 enveloppen met postzegels bij zich te hebben die na de maanreis verkocht zouden moeten worden. Dit was een actie die slechte publiciteit opleverde, niet alleen voor de astronauten, maar ook voor NASA. NASA nam de hele partij postzegels in beslag, degradeerde de astronauten in rang en werden van de lijst van actieve ruimtevaarders geschrapt. Bovendien zou NASA in het vervolg de persoonlijke bagage van astronauten strenger controleren. Grappig detail is dan dat in de Verenigde Staten juist van Apollo 15 en de maanwagen een postzegel werd uitgegeven.