Naar de maan: Apollo 16 landt net naast een krater

Het Apollo-programma
Oorspronkelijk was het de bedoeling op een twintigtal Apollo-vluchten uit te voeren, ieder met zijn eigen missiedoelen. Zo waren de originele Apollo 11 t/m 15 bedoeld als H-missie, relatief korte missies waarbij het verblijf op de maan tot een kleine anderhalve dag beperkt bleef. De missies 16 t/m 20 zouden J-missies worden, met een langer verblijf op de maan. Voor het publiek en voor de politiek was het belangrijkste doel inmiddels al bereikt: als éérste natie mensen op de maan brengen, geheel conform de belofte die Kennedy in 1961 had gedaan. Natuurlijk waren er nog genoeg wetenschappelijke vragen te beantwoorden, maar die zijn nu eenmaal wat minder aansprekend. Vanwege de hoge kosten van het hele Apollo-project werd geschoven in de planning. Apollo 15 zou geen H-missie uitvoeren, maar de eerste J-missie. De laatste Apollo-vlucht kon dan worden geschrapt. Uiteindelijk zouden er maar 17 Apollo-vluchten overblijven. Apollo 16 zou, net als zijn voorganger, een J-missie uitvoeren en een maanwagen meenemen. Bovendien zou voor het eerst geland worden in bergachtig terrein.
De bemanning van Apollo 16
De gezagvoerder van Apollo 16 was John W. Young, die al drie keer eerder een ruimtevlucht had gemaakt, waarvan twee keer in het Gemini-project en in Apollo 10, de vlucht waarbij alles werd gedaan voor een maanlanding behalve de maanlanding zelf. De piloot van de Command Module was Thomas K. Mattingly (Ken), die vanwege een mogelijke besmetting met mazelen drie dagen voor het vertrek van Apollo 13 uit de bemanning van Apollo 13 was gehaald. De piloot van de Lunar Module was Charles M. Duke, voor wie de vlucht met Apollo 16 de eerste en enige keer zou zijn dat hij in de ruimte was. De Command Module kreeg de naam Casper, de Lunar Module werd Orion genoemd.Het vertrek naar de maan
Zoals steeds werd voor de lancering van Apollo 16 gebruik gemaakt van een Saturnus V-draagraket en de lanceerbasis Kennedy Space Center, Cape Canaveral in Florida. De lancering was oorspronkelijk gepland op 17 maart 1972, maar werd in verband met enkele technische problemen uiteindelijk uitgesteld tot 16 april 1972. Op 21 april landde de Lunar Module Orion op het maanoppervlak op de afgesproken locatie Descartes Highlands. Na de landing bleek dat er nét geen ramp was gebeurd. In de laatste momenten van de landing was er door de gassen uit de daalmotor veel opstuivend maanstof, waardoor er geen zicht meer was op de maanbodem. Uiteindelijk bleek dat één van de poten van de Lunar Module op maar drie meter van een diepe krater vandaan stond. Drie meter verderop en de Lunar Module was erin gevallen en had nooit meer kunnen opstijgen.