Naar de maan: Apollo 14 hervat de maanlandingen
De vlucht met Apollo 13 was bijna op een catastrofe uitgelopen, maar de bemanning kon uiteindelijk toch veilig terug op aarde landen. Het was gebleken dat bemande ruimtevaart bepaald niet zonder risico was. En hoe verder van de aarde af, hoe groter het risico dat het echt mis zou kunnen gaan. De bemanning van Apollo 13 was uiteindelijk veilig thuisgekomen. Nu was het de beurt aan Apollo 14. Zou deze missie dan wel veilig en naar wens verlopen?
Het Apollo-programma
Na twee succesvolle maanlandingen, van
Apollo 11 en
Apollo 12, was het tijdens de vlucht van
Apollo 13 goed misgegaan. De ontploffing van een zuurstoftank had zoveel schade toegebracht aan de Command Service Module (CSM), dat deze niet meer geschikt was om te gebruiken. De bemanning was overgestapt op de LM, maakte een baan rond de maan, en stapte voor de landing over in de Command Module, de capsule die uiteindelijk veilig landde. Hoewel de bemanning dank zij de inzet en het vernuft van velen veilig was teruggekomen was de missie zelf mislukt: er was geen maanlanding geweest en er was geen maanmateriaal verzameld. Het onderzoek naar de oorzaken van de problemen van Apollo 13 zorgde uiteraard voor een vertraging in het Apollo-programma. In die tijd werden verbeteringen aangebracht in het elektrische systeem, om hernieuwde problemen te voorkomen. Ook werd het ontwerp van de zuurstoftank verbeterd en zou er voortaan ook een derde zuurstoftank meegenomen worden. In januari 1971 ging het programma weer van start met
Apollo 14.
De bemanning van Apollo 14: Roosa, Shepard, Mitchell /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)De bemanning van Apollo 14
De eerste mens die voor Amerika in 1961 in de ruimte was,
Alan B. Shepard, werd gezagvoerder van Apollo 14. Voor hem was het een persoonlijke triomf, gezondheidsproblemen hadden hem van 1964 tot 1968 van deelname aan het ruimteprogramma afgehouden. Voor hem was Apollo 14 de tweede keer in de ruimte, en het zou hem als gezagvoerder ook op de maan brengen. De piloot van de Command Module was
Stuart A. Roosa, de piloot van de Lunar Module was
Edgar D. Mitchell. Voor de hele bemanning zou het de laatste keer zijn dat ze in de ruimte waren. Voor Roosa en Mitchell ook de enige keer. Ook de ruimtevaartuigen hadden namen gekregen. De Command Servic e Module kreeg de naam
Kitty Hawk, de Lunar Module
Antares. Een nieuwtje bij Apollo 14 (eigenlijk al bij Apollo 13) was dat de commandant rode strepen op zijn mouw had. Hierdoor waren de astronauten bij foto’s op de maan beter van elkaar te onderscheiden. Bij Apollo 11 en 12 was dat regelmatig een bron van verwarring.
De missie van Apollo 14
De missie van Apollo 14 van een zogenaamde H-missie. Bij dit type missie bleef het verblijf op de maan beperkt tot maximaal anderhalve dag. Tijdens het verblijf op de maan zouden enkele maanwandelingen gemaakt worden, waarbij seismisch onderzoek moest worden gedaan. Ook zouden, zoals bij elke vlucht, maanstenen verzameld moeten worden.
Apollo 14, de lancering
Op 31 januari 1974 werd Apollo 14 met behulp van een Saturnus V-draagraket gelanceerd van de lanceerbasis Cape Kennedy. De lancering werd live gevolgd door hoge gasten, waaronder de vice-president van de Verenigde Staten, Spiro Agnew en de Spaanse prins Juan Carlos met zijn echtgenote. Helaas voor hen was het die dag zwaar bewolkt en was de opstijgende Saturnus V al gauw achter het wolkendek verdwenen.
Probleem
Iedereen hoopte dat, na de verwikkelingen rond
Apollo 13, het met
Apollo 14 weer gewoon goed en gemakkelijk zou gaan en dat technische problemen uit zouden blijven. Maar al snel werd duidelijk dat ruimtereizen nog steeds geen probleemloze routine waren. Aan het begin van de missie moest de maanlander uit de laatste trap van de Saturnus worden gehaald en worden aangekoppeld. Dat bleek erg lastig en verschillende pogingen faalden. Pas na bijna twee uur was de Antares (LM) op de juiste wijze gekoppeld aan de Kitty Hawk (CMS). Gelukkig is het wat koppelen betreft bij dit ene probleem gebleven, volgende koppelingen gingen probleemloos.
Nog meer problemen
Maar de problemen waren nog niet voorbij. Nadat de maan was bereikt koppelde de LM af om de landing in te gaan zetten. Op dat moment gaf de computer een vals alarm af. Waarschijnlijk was er een stukje soldeertin losgeraakt en veroorzaakte dit een vals contact. Tikken op het paneel waar de knoppen zaten hielp even, maar niet lang. De vluchtleiding zorgde in allerijl voor een stukje nieuwe software waarmee het probleem omzeild kon worden. Daarna zorgde de radar voor problemen. De radar kon signaal van de maanbodem opvangen, waardoor de juiste hoogte en daalsnelheid niet konden worden vastgesteld. Dat zou reden kunnen zijn om de missie af te breken, maar gelukkig kreeg de radar op ruim vijf kilometer hoogte toch een signaal, net op tijd. Shepard zette de LM handmatig aan de grond op de geplande landingsplek
Fra Mauro, met de hoogste precieze van alle maanlandingen.
Shepard, herkenbaar aan de rode band om de mouw, plant de US-vlag /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)De missie op de maan
Tijdens de missie werd op de maan weer flink wat materiaal verzameld, in totaal ongeveer 43 kilo maanstenen. Ook werd seismisch onderzoek verricht. Alan Shepard zorgde nog voor een kleine primeur. Hij had een golfstick en enkele golfballen meegenomen, en was de eerste mens die op de maan een heel kort spelletje golf speelde. Manoeuvreren in de maanpakken was niet handig, het hanteren van de golfstick dus ook niet, maar hij wist de bal zeker tussen de 200 en 400 meter weg te slaan. Ondertussen zat Stu Roosa in de Command Service Module ook niet stil, waar hij enkele wetenschappelijke experimenten uitvoerde. Daarnaast nam hij een flink aantal foto’s van de maan, onder andere van de toekomstige landingsplek van Apollo 16. Roosa had verschillende boomzaden meegenomen op zijn vlucht, die na terugkomst werden bevrucht en gezaaid op verschillende plekken op aarde. Dat zijn herdenkwaardige maanbomen geworden!
Terugkeer op aarde
Op 9 februari 1971 landde de Command Module Kitty Hawk veilig in de Stille Oceaan, om vervolgens te worden opgepikt door de USS New Orleans. De bemanning moest na de landing, zoals dat ook het geval was geweest bij Apollo 11 en 12 eerst in quarantaine. Na Apollo 14 werd die stap voortaan weggelaten. De Command Module van Apollo 14 werd na de landing eerst tentoongesteld in de
Astronaut Hall of Fame in Florida, tegenwoordig is ze te bekijken in het
Apollo/Saturnus-V centrum op het
Kennedy Space Centrum, ook in Florida.