Waarom we maar één kant van de maan zien
We zijn niet anders gewend, maar hoe komt het eigenlijk dat de maan dag-in dag-uit dezelfde kant naar de aarde toekeert? Zo'n 41 procent van het maanoppervlak is vanaf de aarde nooit te zien. Dit gedeelte staat bekend als de achterkant van de maan.
De Loena 3 vloog als eerste langs de achterkant van de maan /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
De andere kant van de maan in beeld
Russische wetenschappers waren begin oktober 1959 de eersten die de achterkant van de maan zagen, toen zij de sonde Loena 3 (in het Westen ook Loenik 3 of Luna 3 geheten) langs de maan stuurden. Het onbemande ruimtevaartuig nam 29 foto's waarmee het 70 procent van de keerzijde van de maan in kaart bracht. De opnamen toonden een met kraters overdekt landschap, met maar weinig zeeën (of
mares). Op de voorkant van de maan vormen deze opvallende mares het 'mannetje op de maan'. Verschillende kraters werden genoemd naar Russische wetenschappers. Doordat onder bepaalde omstandigheden een deel van de achterkant van de maan is te zien aan de oost- en westrand, waren sommige structuren echter al bekend en van een naam voorzien voor 1959 (zoals de Mare Orientale).
Remmende krachten tussen de aarde en de maan
De reden dat men soms toch een deel van de andere kant van de maan kan zien, is de zogeheten 'libratie' waardoor de maan gezien vanaf de aarde schijnbaar 'nee' schudt en 'ja' knikt. Dit wordt veroorzaakt door de elliptische baan van de maan rond de aarde in combinatie met de schuine stand van de rotatie-as van de maan, waardoor de twee objecten niet altijd onder eenzelfde hoek ten opzichte van elkaar staan. In het verre verleden draaide de maan sneller om zijn as dan om de aarde. De aantrekkingskracht van de (grotere) aarde heeft ervoor gezorgd dat de as-rotatie van de maan langzaam maar zeker is afgeremd. Hierdoor doet onze satelliet er net zo lang over om rond zijn as te draaien als dat hij rond de aarde draait. Andersom remt de aantrekkingskracht van de maan ook de aarde af.
Maandag en maanjaar zijn even lang
Op de maan duurt een dag 27 dagen, 7 uur, 43 minuten en 6 seconden. In hetzelfde tijdsbestek voltooit hij één omloop rond de aarde. Zou de maan sneller rond zijn eigen as draaien (en dus een kortere dag kennen), dan had hij zich vanaf de aarde gezien als een minder eenzijdige wachter getoond. Een snellere rotatie had onder invloed van de aantrekkingskracht van de aarde uiteindelijk hoe dan ook toch weer geleid tot de huidige situatie. Overigens is het niet alleen de aardse maan die door de aantrekkingskracht van zijn gastheer is afgeremd tot deze zogeheten
synchrone rotatie. Ook de binnenste manen van veel van de grootste planeten uit ons zonnestelsel vertonen dit fenomeen.