Systematische naamgeving van koolstofverbindingen

Stamnaam
Allereerst kijkt men naar de langste onvertakte keten van koolstofatomen (verder: C-atomen genoemd) die zich in het molecuul bevindt. Het alkaan wat overeenkomt met dit aantal C-atomen, vormt de stamnaam.Ook kunnen er drievoudige bindingen voorkomen in de keten. Wanneer dit het geval is, verandert de stamnaam in -yn; een voorbeeld hiervan is propyn. Dit molecuul bestaat dus uit drie C-atomen, waarin één driedubbele binding voorkomt, en vier waterstofatomen.
In het geval van een ringverbinding spreekt men van een cycloalkaan.
Achtervoegsels na de stamnaam
Een achtervoegsel na de stamnaam heeft betrekking op een karakteristieke groep die aan de koolstofketen gebonden is. Er bestaan verschillende karakteristieke groepen: hieronder volgt een overzicht van zowel de groepen, de structuurelementen die hierbij betrokken zijn en de bijbehorende achtervoegsels.
Voorvoegsels voor de stamnaam
Zijketens en andere substituenten worden aangeduid door middel van een voorvoegsel. Het aantal wordt hierbij aangegeven met de telwoorden di-, tri- enzovoort. Wanneer er meerdere van deze groepen aanwezig zijn in een molecuul, worden zij in alfabetische volgorde gerangschikt. Let op: de telwoorden tellen niet mee bij het bepalen van de alfabetische volgorde!Plaatsnummers
Wanneer er meerdere mogelijkheden zijn, is het belangrijk dat de plaats van een karakteristieke groep of substituent in de naam van het molecuul wordt aangegeven. De plek van deze groepen kan immers van grote invloed zijn op de eigenschappen van een molecuul!
De plaatsnummers staan in het algemeen vóór de groep waar het bijhoort. Wanneer er geen sprake is van een voorvoegsel, staan zij vóór de stamnaam. Wanneer er meerdere identieke groepen voorkomen, zijn de plaatsnummers oplopend: dit is bijvoorbeeld het geval bij 1,2,3-propaantriol.
Prioriteit
Sommige groepen zijn zowel aan te duiden middels een voorvoegsel én een achtervoegsel. Hoe kan men nu weten welke aanduiding de voorkeur heeft?Wanneer er sprake is van meer dan één functionele groep, wordt altijd gebruik gemaakt van een bepaalde rangorde. Carbonzuren staan hierin bovenaan; een molecuul waarin een zuurgroep aanwezig is, zal dus altijd het achtervoegsel -zuur krijgen, ook als er nog andere groepen aanwezig zijn. Verder hebben aldehyden, ketonen, alcoholen en aminen een afnemende prioriteit. Halogenen hebben altijd de laagste prioriteit; zij worden altijd aangeduid door middel van een voorvoegsel. Een completer overzicht van deze rangorde is te vinden in bijvoorbeeld de BINAS.
Isomerie
Wanneer er sprake is van cis-of trans-isomerie, dient de molecuulnaam voorzien te worden van het voorvoegsel “cis-” of “trans-”.Wanneer er sprake is van optische isomerie, wordt er uitgeweken naar de prioriteitsregels van Cahn-Ingold-Prelog. In het geval van een asymmetrisch C-atoom wordt er hierbij onderscheid gemaakt tussen rechtsdraaiende en linksdraaiende isomeren; deze worden aangeduid met de voorvoegsels R- (van rectus, “rechts” in het Latijn)of S- (van sinister, “links” in het Latijn).