Het zonnestelsel: Venus
De planeet Venus is vanaf de zon gezien de tweede planeet van ons zonnestelsel, een buurman van onze aarde die de derde planeet is. Venus heeft een zeer dichte atmosfeer, waardoor het lang heeft geduurd voordat de mens wist wat zich daaronder afspeelde. Door het enorme broeikaseffect is het er bloedheet, meer dan 400 graden Celsius. Ruim vijftig jaar geleden werd gedacht dat Venus een tweelingzus van de aarde was. Inmiddels is duidelijk dat het een onherbergzaam oppervlakte is vol met stenen en dat het er minder interessant is dan vroeger werd gedacht.
Het zonnestelsel
Vanaf de zon gezien is Venus de tweede planeet. De planeten binnen ons zonnestelsel zijn de rotsplaneten: Mercurius, Venus, aarde, Mars en de gasplaneten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Omdat Venus de buurman is van de aarde en ongeveer even groot is, werd er vroeger gedacht dat Venus op de aarde zou lijken. De rotsplaneten, ook wel aardse planeten genoemd, beschikken over een vaste bodem. De gasplaneten die veel groter zijn, bestaan van binnen uit vloeistof en van buiten uit gas. Wat bijzonder is, is dat Venus tegen de wijzers van de klok om zijn as draait.
Basisgegevens
- Afstand vanaf de zon: ruim 108 miljoen kilometer
- Omlooptijd (jaar): 0,61 jaar
- Rotatietijd (dag): 243 dagen, 26 minuten en 38 seconden
- Middellijn: 12.102,8 kilometer
- Gemiddelde temperatuur: 456 graden Celsius
- Manen: geen
Dikke atmosfeer
Venus beschikt over een dik wolkendek van zwavelzuur, waardoor het lang heeft geduurd voordat we wisten wat zich eronder afspeelde. Door het wolkendek wordt het zonlicht goed weerkaatst zodat Venus goed zichtbaar is. Vanaf de aarde is de planeet met het blote oog te zien. Omdat de warmte van de zon wordt vastgehouden onder het wolkendek, ontstaat er een enorm broeikaseffect, waardoor het er extreem heet is. Het is er zelfs warmer dan op Mercurius, de planeet die het dichtst bij de zon ligt. De atmosfeer bestaat voor 96% uit koolstofdioxide, dat verantwoordelijk is voor het broeikaseffect. De hoge druk (ongeveer 90 bar) en de hoge temperatuur maakt de planeet onmogelijk voor leven.
Het oppervlak
Aan het oppervlak is vulkanische activiteit gaande. Er zijn twee continentachtige hooglanden te onderscheiden. Op het noordelijke hoogland bevinden zich veel bergen. Er is een bergtop die tien kilometer boven het landschap uitsteekt. Tussen beide hooglanden liggen grote diepten. Omdat de dikke atmosfeer de meteorieten uiteen laat vallen voordat ze inslaan, zijn er weinig inslagkraters te vinden. Sinds het jaar 1985 zijn er ook namen toegekend aan de kraters. Over heel Venus zijn er afgeplatte vulkanen te vinden. Vermoedelijk zijn er op Venus geen bewegende platen zoals op de aarde, maar is de korst in beweging omdat het oppervlak steeds wordt overspoeld met lava. De meeste vulkanen op Venus zijn niet actief.
Binnenkant Venus
De kern van Venus lijkt op die van de aarde. Het centrum bestaat uit een kern van ijzer met een diameter van circa 3.000 kilometer. Om deze kern bevindt zich een mantel van gesmolten gesteente. Aan de buitenkant ligt een korst van ongeveer vijftig kilometer. De aarde beschikt in tegenstelling tot Venus over een magnetisch veld. Omdat Venus dit niet heeft, wordt aangenomen dat de kern niet vloeibaar, maar in vaste vorm is. Een andere theorie is dat de kern wel vloeibaar is, maar dat een magnetisch veld afwezig is vanwege zijn trage rotatie.
Ruimtevaart
In 1962 vertrok de ruimtesonde Mariner 2 naar Venus. Er werd onderzoek gedaan naar zonnewind. Men ontdekte een relatief koel wolkendek met daaronder een erg heet oppervlak. Destijds werd ook vastgesteld dat Venus niet over een magnetisch veld beschikt. In 1966 landde de Russische Verena 3 op Venus. De landing verliep niet succesvol en alles was daarna meteen verloren gegaan. Later zijn er opnieuw ruimtevaartuigen naar Venus gestuurd, die wel succesvol geland zijn. Vanwege de extreme hitte, de extreme druk en zwavelzuurregens, hield het meeste apparatuur het niet lang uit. In 1975 kwam Verena 9 in een baan rond Venus waarna er vele foto’s zijn genomen. Dankzij de ruimtevaart is er veel meer bekend geworden over de dampkring en het oppervlak van Venus. In 1978 zijn er twee Russische sondes op Venus geland, de Verena 11 en Verena 12.
De landing op Venus
De afdaling door de dampkring naar de bodem duurde ongeveer een uur. Een van de ruimtesondes (Pioneer Venus) bleef na de landing nog ruim een uur gegevens doorseinen. Na het neerkomen van de sonde bleef er vier minuten lang een stofwolk aanwezig. Dit geeft aan dat het er nagenoeg windstil was. De temperatuur die werd gemeten was 482 graden Celsius. De warmte van de zon valt door het wolkendek op Venus, maar wordt door het wolkendek ook vastgehouden. Dit broeikaseffect zorgt voor de enorme hitte, dit wordt ook wel atmosferisch effect genoemd. Dat Venus warmer is dan de aarde is ook te verklaren omdat Venus zich veel dichter bij de zon bevindt.
Onweer
Er komt onweer voor op Venus. Dat was al ontdekt tijdens de landing van de Verena’s 11 en 12. Er zijn voortdurend onweersbuien werkzaam. De elektrische ontladingen vinden plaats in de wolkenlagen tussen de 50 en 70 kilometer hoogte vanaf het oppervlak. Hoewel het aan het oppervlak erg rustig is en bijna windstil, is het hoger in de atmosfeer erg onstuimig. De hemel is er altijd zwaar bewolkt en je zult nooit vanaf het oppervlak sterren kunnen zien. Het is een erg onherbergzame wereld die niet lijkt op de aarde, zoals vroeger werd gedacht.