Planetoïdengordel (kleine planeten)
Planetoïden zijn hele kleine planeetjes. Deze miniplaneetjes zweven in een baan rond de zon tussen de banen van Mars en Jupiter. Dat wordt de planetoïdengordel genoemd. Het kan voorkomen dat zo’n planetoïde verdwaald. Er bestaat een kleine kans dat zo’n planetoïde richting de aarde komt.
Planetoïden worden soms ook wel asteroïden genoemd. Asteroïde betekent ster’. Dat is dus geen goede naam voor een planetoïde, want het zijn slechts brokken steen.
Ontdekking
In de 18e eeuw had Johann Titius een wiskundige vergelijking bedacht waarmee hij de afstand tussen de planeten en de zon kon voorspellen. Er klopte echter niets van. Volgens Titius zou er tussen Mars en Jupiter nog een planeet moeten zitten, maar die had nog nooit iemand gezien. De Italiaanse monnik Giuseppe Piazzi ontdekte op 1 januari 1801 de eerste planetoïde, Ceres. Tot ieders verbazing zat Ceres op de plek die Titius eerder al had voorspeld. Veel andere planetoïden bevonden zich ook op de door Titius aangewezen plek. Eén ding klopte er echter niet aan de regel van Titius: er bevond zich niet een grote planeet op die plek, maar meerdere kleine planeetjes. Toen Neptunus en Pluto werden ontdekt klopte er ineens niets meer van de regel van Johann Titius. Waarschijnlijk was het gewoon toeval, want niemand heeft ooit kunnen verklaren waarom planeten en planetoïden zich aan de regel van Titius moesten houden.
Planetoïden
Er zijn tienduizenden planetoïden bekend, maar waarschijnlijk zijn er nog veel meer. Dat grote aantal zegt eigenlijk niets: de maan alleen al weegt meer dan alle planetoïden samen.
Hier volgen enkele planetoïden:
Ceres
Ceres is de grootste planetoïde, en werd ook als eerste ontdekt. De doorsnede van deze planetoïde is bijna 1000 kilometer. Daarmee is hij ook de zwaarste. Alle andere planetoïden samen wegen maar drie keer zoveel als Ceres alleen.
Manen van Mars
Mars heeft twee kleine maantjes, Phobos en Deimos genaamd. Sterrenkundigen vermoeden dat die maantjes eigenlijk planetoïden zijn die Mars lang geleden met zijn zwaartekracht zou hebben gevangen. Jupiter en Saturnus zijn waarschijnlijk op dezelfde manier aan hun manen gekomen.
Trojanen
Trojanen zijn groepen planetoïden die niet tussen de banen van Mars en Jupiter zweven. Er zijn namelijk twee groepen die in dezelfde baan als Jupiter rond de zon gaan. De ene groep reist voor Jupiter uit, de andere groep komt erachteraan. Ook andere planeten hebben soms een aantal Trojanen in hun baan. Neptunus heeft er bijvoorbeeld één en Mars heeft er minstens zes.
Groepen planetoïden
Er bestaan nog een aantal andere groepen planetoïden dan de planetoïden tussen Mars en Jupiter. Bijvoorbeeld de Amors. Die bevinden zich tussen de banen van de aarde en Mars. En de Atens zitten dichter bij de zon dan de aarde. Dan zijn er ook nog de Apollos’s. Dit zijn planetoïden die de baan van de aarde soms doorkruisen.
Botsing
Ongeveer 65 miljoen jaar geleden is er een planetoïde met een doorsnede van zo’n tien kilometer op aarde gebotst. Grote branden, vloedgolven, stormen, zure regen en stof in de lucht waren het gevolg van deze enorme klap. Waarschijnlijk zorgde deze botsing ervoor dat de dinosaurussen zijn uitgestorven. Het is niet uitgesloten dat zo’n botsing nog een keer plaatsvindt en daarom worden de planetoïden goed in de gaten gehouden.
Ruimteschepen
Er zijn enkele ruimteschepen naar de planetoïdengordel geweest. Hier volgen ze:
- Galileo. De Galileo was het eerste ruimteschip dat de planetoïden van dichtbij bekeek. Eigenlijk werd de Galileo gebouwd om Jupiter te onderzoeken, maar daarvoor moest hij eerst door de planetoïdengordel. Er werd toen besloten om de Galieo ook een aantal foto’s van de planetoïdengordel te laten maken. Hij fotografeerde o.a. planetoïde Gaspra en Ida. Die laatste bleek zelfs een minimaantje te hebben met een doorsnede van slechts 1,5 kilometer.
- NEAR Shoemaker. Op 14 februari 2000 (Valentijnsdag) bezocht het ruimtescheepje NEAR Shoemaker de planetoïde Eros. Erg toepasselijk omdat Eros de god van de liefde is. De NEAR Shoemaker onderzocht eerste de planetoïde van allerlei kanten en vervolgens kreeg hij de opdracht om op het miniplaneetje te landen. Dat ging vlekkeloos. Twee weken lang zond de NEAR nog signalen uit, daarna is er niets meer van hem vernomen.
Goden en namen
Het is een behoorlijke klus om alle planetoïden een naam te geven. Enkele hebben de naam van een god(in) gekregen. Hier volgt een opsomming:
- Ceres: Ceres is vernoemd naar de Romeinse godin van de oogst.
- Vesta: Deze planetoïde is vernoemd naar de godin van de huiselijke haard.
- Juno: Juno is vernoemd naar de vrouw van Jupiter.
Uiteindelijk raakten de namen van de god(inn)en op. Daarom worden tegenwoordig nieuwe planetoïden vernoemd naar een stad of landstreek. Sommige miniplaneetjes hebben de naam van een dode of nog levend persoon gekregen. Een voorbeeld is planetoïde nummer 5535. De naam van dit planeetje is Annefrank. Nummer 11685 heeft de naam Adamcurry gekregen.