Zon (hete bol gas)
De zon is een enorm hete bol gas waar negen planeten in banen omheen bewegen. Hij is in vergelijking met andere sterren niet echt bijzonder. Maar zonder de warmte en licht die de zon geeft zou het een saaie boel zijn. Daarnaast is de zon het zwaarste hemellichaam in het zonnestelsel.
Zwaargewicht
De zon is het zwaarste hemellichaam in het zonnestelsel. Het gewicht is haast niet in gewone getallen uit te drukken: 10^30 (= 1 miljoen x 1 miljoen x 1 miljoen x 1 miljoen x 1 miljoen) kilogram. Dit is te vergelijken met 750 keer alle planeten bij elkaar. Doordat de zon zo zwaar is, bewegen alle planeten in banen om hem heen. Naast dit zware gewicht is de zon ook nog het allergrootst, met bijna 1,4 miljoen kilometer doorsnede. Ondanks deze enorme getallen is de zon niets bijzonders vergeleken met andere sterren. De meeste sterren die ’s nachts zichtbaar zijn, zijn namelijk nog groter, heter en zwaarder dan de zon. De zon wordt daarom ook wel de gele dwergster genoemd. Een groot verschil is wel dat die sterren niets voorstellen omdat ze door de enorme afstand slechts kleine lichtpuntjes zijn. De zon is de enige ster die voldoende dichtbij staat, om de aarde genoeg te verlichten en te verwarmen.
Oppervlak
Het oppervlak van de zon is niet helemaal egaal. Er bevinden zich op sommige plaatsen donkere vlekjes, de zonnevlekken. Doordat ze minder heet zijn hebben ze een donkerdere kleur. Het is er nog steeds erg heet, tussen de 3000 en 5000 graden. In 1610 zag Galileo Galilei met zijn telescoop de eerste zonnevlekken. Het duurde lang voordat hij iedereen er van kon overtuigen dat er vlekken zagen, want iedereen geloofde dat de zon egaal was. Om de elf jaar zijn er een lange tijd veel zonnevlekken op de zon zichtbaar. Normaal zijn er namelijk weinig tot geen vlekken te zien. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk wat de oorzaak is van dit verschijnsel.
Brandstof
De zon brandt momenteel al ongeveer 4,5 miljard jaar. Net als veel andere dingen, heeft ook de zon brandstof nodig om te branden. Heel lang geleden werd er gedacht dat de zon van brandend steenkool gemaakt zou zijn. Een wetenschapper maakte later duidelijk dat een zon van kolen (of olie of aardgas) dan allang opgebrand zou moeten zijn, want op die manier houdt een zon het geen 4,5 miljard jaar uit. Tegenwoordig is bekend dat de zon uit gas bestaat en dat hij brandt op kernenergie. Deze kernenergie is echter niet te vergelijken met de energie die kerncentrales gebruiken. Er zit een groot verschil in: de kernenergie van de zon is veel schoner omdat de zon deeltjes aan elkaar plakt en dus aan kernfusie doet. De mens daarentegen hakt deeltjes in tweeën en doet dus aan kernsplitsing. Met beide manieren is het mogelijk om veel energie te maken, maar bij de manier waarop de zon het doet ontstaat geen radioactief afval. Als men hier op aarde ook op die manier energie kon maken, waren alle energieproblemen opgelost. Fossiele brandstoffen zoals olie, aardgas en steenkool of gevaarlijke kerncentrales waren dan niet meer nodig.
De zon kan niet eeuwig op die schone manier van kernenergie blijven branden. Hij bestaat voornamelijk uit waterstof, het spul dat het meeste voorkomt in de ruimte. Door steeds een paar waterstofdeeltjes aan elkaar te plakken, maakt de zon zijn energie. Nu ontstaan er zwaardere deeltjes, de heliumdeeltjes. Per seconde verandert de zon 600 miljoen ton (= 600.000.000 x 1000) waterstof in helium. Als de voorraad waterstof op is, gaat de zon niet ineens uit. Hij wordt namelijk heter en heter van binnen waar het dan 100 miljoen graden wordt. Door deze hitte is het mogelijk om de heliumdeeltjes aan elkaar te gaan plakken. Met deze manier, die hetzelfde werkt als met de waterstofdeeltjes, kan de zon weer een hele tijd vooruit. Een groot nadeel aan het plakken van heliumdeeltjes is dat de zon sterk zal veranderen. Hij zal groter worden waardoor hij alle planeten die het dichtst in de buurt staan zal verbranden. Mercurius en Venus, maar misschien ook de aarde, zullen dan binnenin de zon komen te liggen. De zon zal veranderen in een reuzenster.
Na verloop van tijd raakt ook het helium in het binnenste van de zon op en is er definitief geen brandstof meer. De buitenste laag gas stoot de zon dan af. Het enige dat overblijft, is een klein, zwak sterretje, bijna even groot als de aarde. Zo’n ster wordt ook wel witte dwerg genoemd. De zon gloeit nu nog wat na maar verandert vervolgens in een zwarte dwerg: een koud en donker bolletje, ofwel een dode ster.
Tegen de tijd dat de zon in een grote rode reuzenster verandert is het handig als iedereen met ruimteschepen naar andere planeten wordt gebracht, bijvoorbeeld een soort nieuwe aarde. Men heeft nog de tijd: voordat de zon over gaat met het plakken van heliumdeeltjes, zijn er weer 5 miljard jaar verstreken.
Zonsverduistering
Bij een zonsverduistering wordt het op klaarlichte dag ineens donker. De maan staat namelijk precies tussen de zon en de aarde in. Het zonlicht bereikt de aarde dan voor een paar minuten niet. In augustus 1999 was de laatste zonsverduistering die vanuit Europa zichtbaar was. De eerstvolgende is in 2090. Voor die tijd is het wel mogelijk om vanuit andere werelddelen naar een zonsverduistering te kijken. In 2006 was er bijvoorbeeld een zonsverduistering te zien vanuit Zuid-Amerika, Azië en Afrika.
Algemene gegevens
Naam | Zon |
Soort hemellichaam | Ster |
Doorsnede | 1,4 miljoen kilometer |
Wentelt om zijn as in | 30 dagen |
Temperatuur | 6000 graden aan het oppervlak, 15 miljoen graden binnenin |
Aantal manen | 9 |