Koude nacht met vorst aan de grond in de lente
De wind valt weg en het is helder buiten. Het vriest. Vriesweer ’s winters juichen we toe maar in de lente? Liever niet. Toch kan het ook in de lente vriezen. Vorst aan de grond of zelfs matige vorst.. Dat betekent 's morgens de auto krabben wanneer deze buiten staat en je er vroeg mee naar het werk moet. Dat betekent handschoenen aan voor wie vroeg op de fiets zit. Dat betekent planten afdekken in de tuin en fruittelers die de hele nacht druk zijn.
Het verschil tussen vorst aan de grond en nachtvorst
Vorst aan de grond gebeurt tijdens een windstille en heldere nacht. Vorst aan de grond is wanneer de temperatuur tot 10 cm hoogte boven gras tot of onder het vriespunt daalt en bij plant, gras en bloem de druppels laat bevriezen of/en een witte aanslag (rijp) geeft. De jonge bladeren hebben dan een mooi wit randje. De nieuwe
voorjaarsbloemen hangen er slap bij en het pas uitgekomen madeliefje heeft rijp aan de bloembladeren. Zijn er ook sporen van vorst boven de 10 centimeter hoogte (waarnemershoogte of neushoogte) dan heeft het gevroren en spreken we van vorst.
Matige vorst
De mate van vorst wordt aangegeven in:
- Lichte vorst: wanneer een temperatuur tussen -0,1 °C en -5,0 °C wordt gemeten.
- Matige vorst: wanneer een temperatuur tussen -5,1°C en -10,0°C wordt gemeten.
- Strenge vorst: wanneer een temperatuur tussen -10,1°C en -15,0 °C wordt gemeten.
- Zeer strenge vorst: wanneer een temperatuur lager dan -15,0 graden wordt gemeten.
Madeliefje met rijp.
April doet wat hij wil
In het vroege voorjaar is lichte vorst aan de grond heel normaal terwijl matige vorst in april niet vaak voorkomt en zeker niet in heel Nederland. Tijdens de nacht koelt het dan behoorlijk af door een noordelijke stroming waar koude lucht naar Nederland wordt gevoerd met als gevolg vorst aan de grond. In het landelijk meetstation De Bilt heeft het in april nog nooit matig gevroren, wat niet voor heel Nederland geld. Matige vorst tot -10 heeft half april 2017 in het oosten van het land een verwoestend effect aan het net uitlopende blad en bloeiende bloesems gegeven. Bij het landelijk meetstation De Bilt komt in maart gemiddeld 14 nachten lichte vorst aan de grond voor, in april 10 en in mei drie nachten. Ook in de zomer kan het soms vlak boven de grond nog even tot lichte vorst komen. Het zomerrecord met vorst aan de grond staat op 29 juni 2000. Over het algemeen moet je voor nieuwe tuinplanten rekening houden met de vier ijsheiligen.
IJsheiligen
IJsheiligen is de naam voor een aantal katholieke heiligen. De naamdagen vallen in de periode van 11 tot 15 mei (precies de datum om als leidraad te gebruiken. Of Moederdag dat altijd de tweede zondag in mei is). Volgens weerkundigen zijn de ijsheiligen, de laatste dagen in het voorjaar waarop nog mogelijk nachtvorst op kan treden. (De meteorologische zomer begint immers altijd op 1 juni.) De vier IJsheiligen zijn:
- Sint Mamertus (11 mei)
- Sint Pancratiums (12 mei)
- Sint Servais (13 mei)
- Sint Bonifatius (14 mei)
Bevroren walnotenboom bij -10 in april 2017.
Het is een bekend gegeven dat je pas na IJsheiligen kan beginnen met het planten in de volle grond. Rond deze tijd kan er in West-Europa nogal eens een schade ontstaan door vorst aan de grond. De kans op vorst aan de grond begint meestal rond 7 mei met een noordenwind. De volksspreuk luidt dan ook:
"
Vóór IJsheiligen de bloempotten buiten, veelal kun je er dan naar fluiten,
wacht af tot de heiligen zijn voorbij, de bloemen zijn daarvoor blij".
Meestal klopt dit wel maar niet altijd.
Beregenen van de fruitbomen
En zo is het mogelijk om taferelen elk voorjaar te zien, die de wenkbrauwen doen ophalen. Want het blijft een mooi gezicht na het sproeien van fruitbomen in het voorjaar. Of een spannend gezicht om vuurpotten te zien staan in het donker bij de boomgaard! En toch is het logisch. De fruitbomen beginnen te bloeien en het waterlaagje om de bloemknop bevriest en houdt zo de temperatuur boven het vriespunt. Het beschermt zo het vruchtbeginsel, want bij de overgang van water naar ijs komt er stollingswarmte vrij en een stof die stolt, geeft warmte af. Wanneer er beregend wordt, is ’s ochtends de hele boomgaard veranderd in een groot ijslandschap. Prachtig gewoon. Lange pegels naar beneden hangend soms overal op. Een boomgaard met stalagtieten. Met een aantal vuurpotten die lang branden kan de temperatuur van -4 graden omgebracht worden naar 1,7 graden.
Beregenen /
Bron: Miaikransen, Pixabay
Kunnen weervrouwen en – mannen dit zien aankomen
Ja, want het weer wordt grotendeels bepaald door de hogedrukgebieden (H) en lagedrukgebieden (L). Het zijn juist deze gebieden die het weer bepalen. Halen ze de warme, vochtige lucht uit het zuiden? Of halen ze de koude en heldere lucht uit het noorden? Dit kan aan de hand van weerkaarten en door de weersatelliet. Ook bepalen de hoge- en lagedrukgebieden de snelheid waarmee de luchtaanvoer plaatsvindt. De wind. Uit de weerkaarten is de gemiddelde windrichting te bepalen. De lucht stroomt bij een lagedrukgebied tegen de wijzers van de klok in en rond een hogedrukgebied met de wijzers van de klok mee.
Drukgebieden
Het weer in het voorjaar (net als andere seizoenen) wordt allemaal hierdoor bepaald en dat kunnen weervrouwen en – mannen zien. Waar liggen de hogedrukgebieden en waar liggen de lagedrukgebieden. Hoeveel wind komt erbij kijken? Dan is ook redelijk duidelijk welk weer er te verwachten valt. Komt de lucht uit het noorden? Dan kan het koud worden in de nacht, ook al is de lente begonnen.