Lage bewolking of stratus (ST) geeft sombere kleuren

Wolken
In Nederland kunnen we op veel plekken de horizon zien. Nederland is plat vergeleken met andere landen! Wanneer je de horizon kunt zien, zie je ook de lucht. De lucht met zijn wolken. De altijd wisselende wolken. Nederland staat ook bekend om zijn Hollandse wolkenluchten. Veel schilders en kunstenaars van vroeger en nu, zijn beroemd geworden met hun kunstwerken en schilderijen van Hollandse luchten en het licht wat erbij hoort. We onderscheiden drie soorten bewolking:- hoge wolken, vrijwel helemaal bestaand uit ijskistallen
- middelhoge wolken, veelal onderkoelde waterdruppels
- lage wolken, vooral waterdruppels
Dan hebben we nog de verticaal ontwikkelde wolken (cumulonimbus). Wolken die hun basis hebben in de onderste etage (de lage bewolking), maar uit groeien tot in de bovenste etage (de hoge bewolking). Ligt eraan hoe hoog ze zich ontwikkelen maar bestaande uit waterdruppels of ijskristallen.
Lage bewolking of stratus
Lage bewolking is een min of meer gesloten laag. Stratus betekent laag, deken. Lage bewolking kan ook voorkomen in flarden. Donker en dreigend. Of tot op de grond en dan spreken we van mist. De lage wolken produceren vaak lichte regen, motregen, of motsneeuw. De bewolking gaat dan samen met niet zo grote wolken, in de laag met wolken, die sterk gerafelde randen hebben en telkens veranderen, de fractus wolken genoemd. Dan weet je dat er slecht weer aankomt. Lage wolken vinden we meestal lager dan 2 km boven de grond of zee en zijn ingedeeld in geslachten, soorten en variëteiten. De drie geslachten van lage bewolking zijn:- stratocumulus,
- stratus en
- cumulus
Stratocumulus (Sc)



* Normaal gesproken daalt de temperatuur met de hoogte, terwijl inversie juist inhoudt dat de temperatuur stijgt met de hoogte en de laag aan de grond/zee koud houdt. De lage laag aan de grond houdt niet alleen mist en kou vast, maar ook smog.
We onderscheiden bij de lage bewolking stratocumulus 3 wolkensoorten. Namelijk:
Stratocumulus stratiformis (Sc str)
De wolken lijken laag aan de grond en zien eruit of het gaat regenen. Als er neerslag valt is het licht en vaak zijn er tussen de wolken nog stukken blauwe hemel te zien.
Stratocumulus lenticularis (Sc len)
Lenticularis komt van lensvormig of amandelvormig. Lenticulariswolken van het geslacht stratocumulus zijn de laagst voorkomende wolken der lenticulari. Als soort kunnen ze ook voorkomen bij de middelbare bewolking (altocumulus lenticularis)
Stratocumulus castellanus (Sc cas)
Het woord castellanus komt van kanteelvormig. Torentjes of kantelen die bij een kasteel horen. Als wolk zijn het lage enigszins gestapelde wolken met aan de bovenzijde iets wat lijkt op torens of kantelen lijkt. De wolken duiden op een chaotische windrichting. Ook de hoge bewolking en de middelbare bewolking heeft als tweede naam castellanus achter zijn naam. De Cirrocumulus castellanus (Cc cas) en de Cirrus castellanus (Ci cas) en de altocumulus castellanus (Ac cas), die duiden op naderend onweer.
Tevens zijn er bij de stratocumuluswolken 7 ondersoorten:
Stratocumulus translucidus (Sr tr)
Bij deze wolken is het mogelijk om nog stukken blauwe lucht te zien. Blauwe lucht waar hoge bewolking zit.
Stratocumulus perlucidus (Sc pe)
Tussen de lage bewolking zitten vele kleine ruimten, waar de blauwe hemel en hoge bewolking doorheen piept. Er zijn meerdere lagen bewolking zichtbaar. Ook kan de zon tussen de gaten te zien zijn. Worden de gaten groter en steeds meer blauw zichtbaarder dan zal er een weersverbetering optreden.
Stratocumulus opacus (Sc op)
Een donkere laag wolken die hele hemel bedekt, zonder onderbreking. De wolk is niet doorschijnend en als er regen uitvalt, dan zal het lichte regen geven of motregen.

De wolken zijn zichtbaar als twee soorten boven elkaar. De tweede laag is, de hogere laag is, goed te zien. De zon is te zien maar schijnt met niet voldoende kracht.De dubbele laag bewolking bij de middelbare bewolking (de altocumulus duplicatus) is vaak minder ondoorzichtig, minder dreigend. Hier dreigt juist de onderlaag van de lagen donker te zijn.
Stratocumulus undulatus (Sc un)
Dikke wolken als golven met een scheiding ertussen. Vaak langgerekt, zonder vertikale ontwikkeling. Ook bij de hoge bewolking en middelbare bewolking komt de tweede naam undulatus voor. Namelijk cirrocumulus undulatus en altostratus undulatus. Soms zelf is er geen afscheiding bij lage bewolking (stratus)maar wel duidelijk waarneembaar de golfstructuur. Meestal is er dan een tijdelijke weerverbetering.
Stratocumulus radiatus (St ra)
Veel wolken die als rollen en naast elkaar liggen in de lucht. Soms vezelig of diffuus, mooi gerangschikt in paralelle banden. Door het perspectief lijken ze uit één punt van de horizon te komen. Ook bij de hoge bewolking komen we deze bewolking tegen (Cirrus radiatus) maar daar zijn ze veel dradiger.
Stratocumulus lacunosus (Sc la)
De stratocumulus lacunosus hebben ronde, vaak gerafelde gaten en lijken op een losse honingraat. Vooral de cellen waar de nectar in komt. De lacunosus ontstaat doordat er water verdampt (zee, oceaan en meren) en naar boven stijgt. De waterdamp hecht zich aan condensatiekernen en condenseert (worden waterdruppels) en de wolk is ontstaan. De wolk heeft een aantal lagen van ruwe holten die worden omringd door franjes, net een honingraat. Stratocumulus lacunosus kunnen voorkomen wanneer er dus vochtige omstandigheden heersen. Deze wolken kunnen worden beschouwd als een indicator van stormachtig weer.
Stratocumulus virga (Sc vir)
Een verschijnsel van alle soorten bewolking. Virga of valstrepen. Onder de wolk is de regen zichtbaar. Ze zien eruit als een aanhangsel behorende bij de wolk en hangt naar beneden. Bij hoge bewolking en middelbare bewolking raken de valstrepen met regen of sneeuw niet altijd de grond. De regen of sneeuw is verdampt voordat het de grond raakt. Bij lage bewolking haalt de virga bijna altijd de grond en regent het op de plek. De virga wolken horen dus bij ieder soort wolken.
Stratus (ST)



Stratus nebulosus (St neb)
Eentonige grijs-tot witkleurige wolken in koele stabiele omstandigheden. Ontstaan doordat regen de grond afkoelt en vochtige lucht geeft. De term nebulosus komt van nevelig.
Stratus fractus (St fra)
In de gelaagde wolken ontwikkelen zich donkerder vlagen en donkerder wolkjes door de wind en die snel veranderen. De term fractus komt van gebroken.
En de ondersoorten:
Stratus Opacus (St op)
Grijze tot witkleurige wolken die de lucht bedekken en de zon of maan en sterren geheel aan het zicht onttrekken. Deze wolken komen voor bij middelbare bewolking en lage bewolking.
Stratus Undulatus (St un)
Lage wolken met een golfachtige structuur. Het verschil met hoge en middelbare bewolking is dat de stratus undulatus wolken veel lager zijn. Het verschil met de andere lage bewolking (stratocumulus undulatus) is dat er geen blauwe afscheiding tussen de golven is en dat de stratus undulatus, Het is een golvende mistlucht, waar een slechts een beetje (mot) regen uit kan vallen.
Stratus Praecipitatio (St pra)
Wolken die meestal eentonig zijn en voorkomen bij middelbare en lage bewolking. De wolken zijn lichtgrijs tot donkergrijs en hoe donkerder, de kans dat het langdurig regent of sneeuwt. In tegenstelling tot valstrepen die niet altijd de grond bereiken, bereiken deze wolken wel de grond.
Stratus Translucidus (St tr)
Ook deze wolken komen bij hoge-, middelbare- en lage bewolking voor. De zon of de maan zijn geregeld te zien maar bij lage bewolking zijn de wolken een stuk lager en met veel bewolking waar neerslag uit kan vallen.