Wat is het Hellmanngetal?
Het Hellmanngetal, ook wel bekend als het koudegetal, is een maatstaf voor het aanduiden van de kou in het winterseizoen. Het koudegetal wordt gemeten in de periode van 1 november tot en met 31 maart. De Hellmanngetallen worden gemeten vanaf 1901. Door middel van deze methode kunnen we goed vergelijken hoe streng de winter is, in vergelijking met voorgaande winters.
Hoe is het Hellmanngetal ontstaan?
Het Hellmanngetal is bedacht door de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann (3 juli 1854 - 21 februari 1939). Hij wilde een methode om de strengheid, of zachtheid van de winter te bepalen. Een maatstaf, waardoor we de winters gemakkelijk met elkaar kunnen vergelijken. Hij heeft toen een manier bedacht waarbij alle vorstdagen in een winter bij elkaar worden opgeteld, en de uitkomst hiervan bepaald het Hellmanngetal van dat jaar. Aan de hand van één getal kan er dan worden gezien hoe warm of koud de winter is in vergelijking met voorgaande jaren.
De berekening van het Hellmanngetal
De berekening van het Hellmanngetal gaat als volgt. Eerst moet de gemiddelde dagtemperatuur worden bepaald. Dit wordt berekend over het gehele etmaal. Wanneer de uitkomst hiervan onder de 0 graden Celsius is, zal hij meetellen als Hellmanngetal.
Het Hellmanngetal wordt bepaald door het minteken voor de gemiddelde temperatuur weg te laten. Dit vormt dan het Hellmanngetal van die dag. Wanneer het in een etmaal gemiddeld -2,8 graden Celsius, scoort die dag 2,8 Hellmannpunten. Het referentiepunt dat hiervoor wordt aangehouden, is de temperatuur die gemeten wordt bij het weerstation dat zich bevindt in De Bilt.
Wanneer de gemiddelde temperatuur, gemeten over het hele etmaal, boven het vriespunt uitkomt, zal hij niet meetellen als Hellmanngetal. Uiteindelijk wordt het Hellmanngetal dus bepaald door alle gemiddelde temperaturen op vorstdagen in de desbetreffende winter. Zo krijg je dus één getal per winter, en kun je de strengheid van verschillende winters gemakkelijk met elkaar vergelijken.
Maar hoe wordt er dan bepaald of een winter streng, of juist zacht?
Om te bepalen hoe streng of zacht de winter is, wordt een standaard tabel gehanteerd. Er wordt hier gerekend met het Hellmanngetal over de gehele winter, dus van 1 november tot 31 maart. Ter verduidelijking: Wanneer we spreken over het Hellmanngetal van de winter van 2012, dan hebben we het over het tijdvak van 1 november 2011 tot en met 31 maart 2012.
Hellmanngetal | Classificatie |
<10 | Buitengewoon zacht |
10 - 20 | Zeer zacht |
20 - 40 | Zacht |
40 - 100 | Normaal |
100 - 160 | Koud |
160 - 300 | Zeer koud |
>300 | Streng |
Extremen
Vanaf het jaar 1901 worden alle weergegevens nauwkeurig bijgehouden, en kunnen er zaken worden vergeleken. Op basis van het Hellmanngetal is de zachtste winter, gemeten vanaf 1901, de winter van 1989. Deze winter had een Hellmanngetal van slechts 1,9. Op nummer 2 staat de winter van het jaar 1975. Deze had een Hellmanngetal van 3,2. De winter van 2000 komt op de derde plaats van zachtste winters, met een koudegetal van 3,6.
De koudste winter ooit gemeten op basis van het Hellmann, is de winter van 1963. Deze had een koudegetal van 345,9, oftewel ruim boven de grens van een strenge winter. Op de tweede plaats staat de winter van 1947, met 342,8 punten. De op 2 na strengste winter vanaf 1901, is die van 1942 met een koudegetal van 331,8.
De koudste winter van de 21ste eeuw, is die van 2010. De winter van 2010 had een Hellmanngetal van 94,7. In principe valt dit dus nog binnen de norm van een normale winter. De zachtste winter van de 21ste eeuw tot nu toe, is die van 2007. Deze had een koudegetal van slechts 4,8.