Rechten van jeugdleden binnen de vereniging
De positie van jeugdleden binnen verenigingen wil nog wel eens aanleiding zijn tot onduidelijkheden. Het simpele feit dat er gesproken wordt over jeugdleden zegt nog niets over de positie van de jeugdleden binnen de vereniging. Hoe die positie precies is zal duidelijk moeten worden uit de statuten en wel door het al dan niet opleggen van bepaalde beperkingen aan jeugdleden. De wet geeft namelijk geen enkele leeftijdsbeperking voor het al dan niet toelaten van leden evenmin voor het vervullen van functies en andere rechten van leden bijvoorbeeld het stemrecht van leden. De wettelijke bepalingen die betrekking hebben op het verenigingsrecht hanteren waar het over leeftijd gaat geen grenzen, niet voor jongeren en niet voor ouderen.De Grondwet
De huidige Grondwet is heel duidelijk waar het gaat over de gelijke behandeling: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan." De zinsnede ”op welke grond dan ook” maakt duidelijk dat het ook voor andere dan de genoemde gronden kan gelden. Een beperking voor jeugdleden in wettelijke bepalingen met betrekking tot het verenigingsrecht zou zich dan ook slecht verdragen met de Grondwet. Maar ook voor deze bepaling in de Grondwet werd opgenomen en een hele reeks van Grondwetten slechts spraken over ”Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen.”, was al geen sprake van enige beperking van jeugdleden binnen verenigingen. Nu de antidiscriminatie bepaling in de Grondwet zo’n prominente plaats heeft gekregen is het duidelijk dat beperkingen alleen maar kunnen berusten op objectieve gronden.Vrijheid van inrichting van de vereniging
De wetgever die een grote mate van vrijheid geeft om de vereniging in te richten laat ook wel ruimte om een onderscheid naar leeftijd te maken. Maar dit onderscheid moet dan wel op een objectieve wijze te rechtvaardigen zijn. Zo kan er in de statuten een leeftijdsgrens gesteld worden voor bijvoorbeeld een ouderenvereniging. Vaak vloeit daar al de doelstelling van de vereniging uit voort dat de vereniging zich expliciet richt op ouderen vanaf een bepaalde leeftijdsgrens.Maar zo zijn ook statutaire beperkingen van rechten voor jeugdleden objectief te rechtvaardigen. Voor het vervullen van functies binnen besturen en commissies mogen best leeftijdseisen worden gesteld omdat daarvoor noodzakelijke (levens)ervaring en kennis vereist is die bij een twaalfjarige niet aanwezig is. Ook de grens van meerderjarigheid voor bijvoorbeeld bestuursleden is een objectief te rechtvaardigen grens. Voor stemrecht zou een lagere leeftijdsgrens kunnen gelden.