Werken met het Nederlands wetboek
Ons wetboek bestaat uit ontelbare wetten en regels. Als jurist, maar soms ook als leek, wil je snel en handig gebruik kunnen maken van onze wetten. Om je een weg te banen door het regeldoolhof is een tactische opzoekmethode nodig. Hier een hoe en wat over het werken met ons wetboek.
Het Nederlands wetboek: de opbouw
Het Nederlands wetboek wordt vaak verdeeld in een Privaatrecht en een Publiekrecht gedeelte (volgens de Kluwer collegebundel). In het Privaatrecht deel zijn onder andere het Burgerlijke wetboek, het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de rechterlijke organisatie gevestigd. In het Publiekrecht gedeelte zijn onder ander de Grondwet, de Algemene Wet Bestuursrecht, het wetboek van Strafrecht en het wetboek van Strafvordering opgenomen. Ook wordt er in het Publiekrecht deel aandacht besteed aan de internationale en Europese verdragen welke Nederland heeft gesloten.
Er zijn dus meerdere wetboeken in één bundel gezet, dit is echter enkel om het zoeken handiger te maken voor juristen. De wetboeken zijn alleen afzonderlijk gemaakt en ook zo te verkrijgen. Dat de wetboeken allemaal los van elkaar gemaakt zijn, wil niet zeggen dat er geen samenhang bestaat tussen de wetboeken. Zo heeft de Algemene Wet Bestuursrecht alles te maken met de Grondwet. Uit de Grondwet komen namelijk vrijwel alle regels die in andere, uitgebreidere wetten zijn opgeschreven en dus uitgewerkt door de wetgever. Daarnaast hebben de Verdragen natuurlijk ook alles te maken met alle regels die hier in Nederland gelden. De vele verdragsregels, welke in dezelfde onderwerpen voorzien als de Nederlandse regels, gaan vaak voor op de Nederlandse regels. Kortom, wel aparte wetboeken, maar toch samenhang.
Bij het zoeken in je wetboek, is het handig om goed te onthouden in welk deel (privaatrecht of publiekrecht) bepaalde wetboeken zijn opgenomen. In het Privaatrecht deel zijn voornamelijk wetboeken opgenomen welke betrekking hebben op de relatie tussen burgers onderling. Het is natuurlijk niet voor niets dat hierin het Burgerlijk wetboek is opgenomen. In het Publiekrecht deel zijn wetboeken opgenomen welke betrekking hebben op de relatie tussen burger en de overheid. Het Bestuursrecht regelt de relatie tussen burger en de overheid, bijvoorbeeld een burger en de gemeenteraad.
In het Strafrecht bestaat een beetje een rare situatie. Je zult denken dat hier de relatie tussen de gekrenkte burger en de verdachte, dus tussen twee burgers, een rol speelt. Echter regelt het Strafrecht de relatie tussen de burger en het openbaar ministerie (OM). De gekrenkte burger speelt in het proces maar een kleine rol, het gaat in het Strafrecht vaak enkel om de verdachte en het OM. Het OM is geen burger en behoort tot de overheid en dus is het wetboek van Strafrecht ook opgenomen in het Publiekrecht gedeelte.
Het Nederlands wetboek: zoeken
Zoals hierboven is gebleken, bestaat het gehele Nederlands wetboek uit verschillende, kleinere wetboeken. In de meeste wettenbundels staan lang niet alle wetten die in Nederland gelden, enkel de belangrijkste boeken zijn opgenomen. Toch is dit nog voldoende om helemaal in de war te raken en bepaalde wetten en regels niet te kunnen vinden. Daarom is het handig om bepaalde zoekmethoden te hanteren. Het zoeken naar een wetsartikel zal ik illustreren met twee voorbeelden.
Voorbeeld 1
Je eerste zoekopdracht is de volgende: art. 6:162 lid 1 BW. Zoek als eerste uit in welk wetboek je zult moeten kijken. Bij de officiële artikel aanduiding, zoals hierboven in de zoekopdracht is vermeld, staat de afkorting van het wetboek achteraan. In ons geval dus BW. Voor in je beide wettenbundels (nog steeds volgens de Kluwer collegebundel) staat een lijst met afkortingen. Hier vind je dat BW de afkorting is voor Burgerlijk wetboek. Vóór de lijst met afkortingen staat een inhoudsopgave van beide wettenbundels, het Privaatrecht en het Publiekrecht deel. Hier kun je zien waar je het BW vindt. Duidelijk zal worden dat dit het eerste wetboek in het Privaatrecht deel zal zijn. Pak dit boek er bij en blader door tot na de lijst met afkortingen. Hier begint de inhoudsopgave van de acht delen van het Burgerlijk wetboek. In deze specifieke inhoudsopgave kun je beter naar artikelen zoeken. Echter weet je het artikelnummer en hoef je deze inhoud dus niet te gebruiken. De aanduiding 6:162 betekent dat je artikel 162 moet hebben en dan wel van boek 6 van het BW. Zoek op welke bladzijde dit deel begint en blader door naar artikel 162. De aanduiding ‘lid 1’ betekent dat je naar het eerste deel van dit artikel moet kijken, waar een 1 voorstaat. Je hebt nu het artikel voor de onrechtmatige daad gevonden!
Voorbeeld 2
Nu krijg je de opdracht om een artikel op te zoeken over de voorwaardelijke straffen die in het Nederlands recht bestaan. Je krijgt enkel deze opdracht, meer informatie heb je niet. Zoek weer als eerste uit in welke wetboek je zou kunnen kijken. Je weet dat het om straffen gaat en dus spreekt het bijna voor zich om in het wetboek van Strafrecht (Sr) of in het wetboek van Strafvordering (Sv) te kijken. Deze wetboeken staan in het Publiekrecht deel. Nu zou je het wetboek van Strafrecht door kunnen bladeren opzoek naar een artikel over voorwaardelijke straffen, echter telt dit wetboek 479 artikelen en is dat dus niet de handigste manier. Je kunt het beste in de inhoudsopgave van het wetboek van Strafrecht kijken. Deze staat, net als bij het BW, voor het desbetreffende wetboek. In deze inhoud zien we bij het derde onderwerp ‘straffen’ staan. Zoek het bladzijde nummer op en kijk of je hier wat kunt vinden over voorwaardelijke straffen. We zien dat art. 14a Strafrecht inzicht geeft in voorwaardelijke straffen. Als je dit artikel niet kon vinden door in de inhoudsopgave te kijken, kun je naar het register achter in je wettenbundel gaan. Hier vind je op alfabetische volgorde de belangrijkste woorden en artikelen uit de beide wettenbundels. Het is echter beter en vaak makkelijker om in de inhoudsopgave per wetboek te zoeken.
Het Nederlands wetboek: de stappen
Hier nogmaals stapsgewijs hoe je moet zoeken in je wetboek.
- Bekijk het artikel nummer of de informatie die je hebt gekregen.
- Bedenk welk wetboek je moet hebben, door de afkorting op te zoeken of door te redeneren.
- Zoek het wetboek op en bekijk de inhoudsopgave van dit wetboek.
- Zoek het artikel op in de inhoud of ga direct naar het artikel nummer.
- Controleer of er meerdere boeken bestaan, zoals bij het Burgerlijke wetboek en de Algemene Wet Bestuursrecht.
- Kun je het artikel niet direct vinden? Zoek dan in het register.
- Neem het artikel er bij en bekijk of je een bepaald lid nodig hebt of niet.
- Analyseer het artikel.
Zie ook:
Rechtsbronnen