Het zonnestelsel: Japetus (maan Saturnus)
Japetus is een maan behorend bij de planeet Saturnus. Saturnus is vanaf de zon gezien de zesde planeet en heeft maar liefst 62 manen. Wat bijzonder aan Japetus is, is dat de ene helft donker is en de andere helft helder. Deze koude maan is de buitenste van de regelmatige maantjes. In de zeventiende eeuw werd door astronoom Cassini al aangenomen dat een zijde donkerder was dan de andere zijde. De maan bestaat voor het grootste deel uit ijs en voor een kleiner deel uit silicaatgesteente.
Saturnus
Ons zonnestelsel bevat vanaf de zon gezien de volgende planeten: de rotsplaneten Mercurius, Venus, aarde, Mars en de gasreuzen Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Vroeger behoorde Pluto ook tot de planeten, maar tegenwoordig wordt hij niet meer gezien als een planeet. Saturnus is opvallend vanwege de grote platte ringen om de planeet. Hij heeft 62 manen, waarvan Japetus er een van is. Japetus behoort tot de grotere manen van Saturnus.
Japetus
Japetus wordt ook wel
Iapetus genoemd. Deze maan is in het jaar 1671 ontdekt door de Italiaanse astronoom Giovanni Cassini. Hij ontdekte destijds ook al dat de maan aan één kant donkerder is dan aan de andere kant en dat er een zogenaamde gebonden rotatie is. De maan is vernoemd naar de Iapetus uit de Griekse mythologie. Door de lage temperaturen bestaat de maan voornamelijk uit ijs en voor een klein deel uit silicaatgesteente.
Basisgegevens:
- Afstand tot Saturnus: 3.460.000-3.660.000 kilometer
- Omlooptijd: 79,35 aardse dagen
- Rotatieperiode: 79,35 aardse dagen
- Diameter: 1470 km/0,12 x aarde
- Oppervlakte: 6.700.000 vierkante kilometer
- Gewicht: 1,8×1021 kilogram
- Oppervlakte temperatuur: -144 graden Celsius in de donkere gebieden en - 160 graden Celsius in de lichtere gebieden
- Samenstelling dampkring: waterstof (96%), helium (3%), methaan (0,4%), ammoniak (0,01%), zwaar waterstof (0,01%) en ethaan (0,0007%)
Baan om Saturnus
De maan staat op een grote afstand van zijn planeet vergeleken met andere grotere manen van Saturnus, zoals Titan. Zijn baan heeft een veel grotere glooiingshoek en dit is toch wel erg ongewoon. Waarom dit afwijkt ten opzicht van de andere grote manen is onbekend. Japetus behoort tot de buitenste van de regelmatige manen van zijn planeet.
Een duistere kant
Al in het jaar 1671 werd de maan ontdekt door Cassini. Het viel hem al op dat de maan opvallend verhelderende en verduisterde in zijn rond Saturnus. Na ruim 300 jaar werd in het jaar 1981 bevestigd door de foto’s van de ruimtesonde Voyager 2, dat er een donkere en een lichtere zijde was. Een helft weerkaatst het licht meer dan de andere helft. Hoe deze bijzonderheid precies is ontstaan, is nog niet bekend. De foto’s toonden aan dat Japetus uit twee verschillende helften bestaat. Het heldere deel bestaat uit een zwaar bekraterde bodem. Het donkere deel is tien keer minder licht dan het lichte terrein. Dit omvat een gedeelte van de helft die vooraan zit.
Mogelijke verklaringen donkere helft
Wetenschappers zochten naar een verklaring voor het donkere deel, de leidende helft. Het kan zijn dat de donkere helft van Japetus voortdurend wordt vervuild door interplanetaire stof dat wordt opgeveegd tijdens zijn baan om Saturnus. De witte vlekken in het zwarte deel tonen mogelijk aan, dat het om een vrij dun laagje materiaal gaat die door grotere meteorietinslagen gemakkelijk doorboord kan worden. Een andere mogelijkheid is dat het donkere materiaal afkomstig is van de maan Phoebe, omdat die zwart materiaal bevat. Het zou ook kunnen zijn dat het donkere materiaal afkomstig is van het binnenste van de maan. Voorlopig blijft het nog een raadsel.