Een aardscheerder, een gevaarlijke meteoriet
Zo’n 65 miljoen jaar geleden was de inslag van een grote meteoriet één van de belangrijke oorzaken waardoor de dinosauriërs uitstierven. De vernietiging door een dergelijke meteorietinslag is enorm, de gevolgen voor het leven zijn desastreus. Reden genoeg dus voor nauwgezet onderzoek en observatie. En daarbij zijn al heel wat aardscheerders ontdekt.
Een aardscheerder, waar hebben we het over?
De gevolgen van een impact kunnen vernietigend zijn /
Bron: Don Davis - NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)Met een
aardscheerder bedoelen we een planetoïde met een baan die deze dicht in de buurt brengt met de aarde of de baan die de aarde rond de zon aflegt. Gelukkig draaien de meeste planetoïden hun rondje rond de zon tussen de banen van Mars en Jupiter en blijven daardoor uit de buurt. Aardscheerder behoren daarmee gelukkig eerder tot uitzondering dan tot regel. In het Nederlands is de term aardscheerder in gebruik, internationaal wordt vaker gebruik gemaakt van de afkortingen NEO of NEA. NEO staat voor
Near Earth Orbit/object, NEA staat voor
Near Earth Asteroid. De laatste is een wat ruimer begrip, objecten hoeven niet echt binnen de aardbaan te komen om in deze categorie te vallen.
Wat komt er op ons af?
Het zonnestelsel is lang niet zo leeg als mensen wel denken. Er beweegt zich heel wat meer in een baan rond de zon dat planeten en dwergplaneten, al of niet vergezeld van hun manen. Tussen de banen van Mars en Jupiter bevindt zich een grote hoeveelheid
planetoïden (je hoort ook wel de term
asteroïden). Misschien zijn dit brokstukken van een planeet die door de zwaartekrachtwerking van grote buurman Jupiter uit elkaar is getrokken, of het zijn brokken die door diezelfde zwaartekrachtwerking nooit een planeet hebben kunnen vormen. Hoe dan ook, de hoeveelheid planetoïden is zo groot dat we het hebben over een gordel van brokstukken die zich in een baan rond de zon begeeft. Daar zitten hele grote brokken bij als miniplaneten, maar ook heel veel kleintjes, de meteorïden. Door de zwaartekrachtwerking van de buurplaneten maar ook door de interactie op elkaar blijven al die planetoïden niet altijd netjes in hun baan, maar kunnen afwijkende banen krijgen. Zo’n baan kan zo’n object dichter bij de Aarde brengen dan we wel zouden willen.
Maar er is nog meer
Behalve losgeslagen planetoïden of meteorÏden kunnen we ook te maken krijgen met bezoekers uit andere regionen van ons zonnestelsel. Voorbij de bekende planeten is er nog zo’n gordel, de
Kuipergordel, met materiaal dat een baan rond de zon aflegt. Deze gordel bevindt zich op een afstand van 30 tot 50 AE, dat is 30 tot 50 keer de afstand tussen de zon en de aarde. Dat lijkt een veilige afstand. De zwaartekracht van de zon is hier echter, door de grote afstand, een stuk zwakker. De brokken kunnen dus op elkaar reageren en ook passerende buitenplaneten oefenen met hun zwaartekracht zo’n invloed uit, dat er objecten uit de Kuipergordel in een andere baan rond de zon terecht komen. Veel kometen vinden hun oorsprong in dit gebied, en gaan door de beschreven zwaartekrachten een sterk elliptisch baan afleggen. Zo’n baan brengt een object op het ene uiteinde van zijn baan tot in de Kuipergordel, aan het andere uiteinde wordt een kort bochtje langs de zon gemaakt. Begrijpelijk dat dit soort objecten dus ook in onze buurt zouden kunnen komen.
Is dat alles?
Je zou zeggen dat er met de planetoïdengordel en de Kuipergordel genoeg losgeslagen gesteente door ons zonnestelsel zwerft, maar er is nog meer. In de uiterste regionen van het zonnestelsel bevindt zich de
Oortwolk, en ook daar draaien allerlei brokken hun rondje rond de zon. En ook hier kunnen kometen en andere objecten zodanig van baan veranderen dat ze dichter naar het hart van het zonnestelsel reizen. De Oortwolk is ongeveer 100 AE van ons vandaan, dat is dus 100 keer de afstand tussen zon en aarde.
Bombardement
Meteoroïden slaan in op aarde /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Afgezien van de genoemde gordels zwerf er nog allerlei kleiner materiaal door het zonnestelsel. Vaak zijn dit kleine brokjes gesteente, soms zijn het delen van door mensen gelanceerde satellieten of ruimtevaartuigen. De aarde krijgt hier dagelijks mee te maken en veel van dit materiaal komt dagelijks met de aarde in botsing. Bijna altijd is het materiaal maar klein en verbrandt in onze atmosfeer. Het enige dat we daarvan merken is het verbrandingsspoor, dat we benoemen als een
vallende ster. Een enkele keer is het stukje materiaal te groot om helemaal te verbranden en hebben we te maken met een
meteorietinslag. Van dit dagelijkse kosmisch bombardement merken we gelukkig, afgezien van het lichtspoor aan de hemel, maar weinig.
Gevaarlijk of niet?
Hoewel de kleine meteoroïden zo goed als geen gevaar opleveren, ligt dat voor de grotere brokken materiaal anders. Een inslag kan op aarde zelf grote gevolgen hebben, van plaatselijke vernietiging tot in het extreemste geval massale uitroeiing van leven op aarde. Met het lot van de dinosauriërs in gedachten wordt daarom onderzoek gedaan naar de banen van de ons bekende objecten in ons zonnestelsel.
Aardscheerders
Een planetoïde die dicht bij de aarde komt, of bij de baan van de aarde, wordt een aardscheerder genoemd. De banen die deze objecten worden berekend en vastgelegd, zodat we kunnen vaststellen of de betreffende objecten ooit in botsing met de aarde kunnen komen. Na ontdekking en uitrekening van de huidige baan moeten deze objecten goed in de gaten worden gehouden. Een passage langs een ander object, of een planeet, kan gevolgen hebben voor de af te leggen baan. In principe kan hierdoor een veilig object veranderen in een potentiële killer. Andersom kan natuurlijk ook.
Soorten aardscheerders
We onderscheiden drie verschillende typen aardscheerders
- De Aten-groep. Dit is een relatief kleine groep, waarvan de baan (bijna) volledig binnen de baan van de aarde blijft. Ze draaien hun baan dus tussen de aarde en de zon in.
- De Amor-groep. Deze groep draait hun baan voorbij de aardbaan, meer specifiek tussen de aarde en Mars in. Een van deze objecten is bijvoorbeeld Eros, een kleine langwerpige planetoïde.
- De Apollo-groep. Deze groep aardscheerders kruist de baan van de aarde en is daarmee potentieel het gevaarlijkst, bijvoorbeeld de planetoïde Apollo, waar de groep zijn naam aan dankt. Sommige aardscheerders leggen zelfs een traject af dat ze binnen de banen van de aarde en de maan brengt. Héél dichtbij, op slechts een afstand van één-tiende van de afstand aarde-maan kwam in 2004 het object YD50 voorbij.
Onderzoek
Verschillende instanties en zoekprogramma’s houden zich bezig met de detectie en het volgen van objecten in ons zonnestelsel. Bijvoorbeeld:
- LINEAR (Lincoln Near-Eart-Asteroïd Research), van het MIT (Massachusetts Institute of Technologie)
- NEAT (Near-Earth-Asteroïd Tracking) van NASA
- Spacewatch
Met al deze projecten zijn al ruim 44000 objecten ontdekt, waarvan de meeste gelukkig niet in de categorie aardscheerder vallen. Het aantal aardscheerders met een diameter van meer dan 1 kilometer, en dus potentieel erg gevaarlijk, wordt geschat op duizend.
Is er een reële dreiging?
De aardscheerders die nu zijn ontdekt en gecatalogiseerd zijn geanalyseerd op het aanwezige gevaarniveau. Hieruit blijkt dat er natuurlijk altijd kansen zijn door veranderingen in de huidige banen, maar dat de kans op een daadwerkelijk grote ramp in ieder geval voor de komende 100 jaar buitengewoon klein is. Mocht er zo’n geval zich dreigen voor te doen, en we zijn op tijd op de hoogte, dan het wellicht mogelijk om met behulp van ruimtevaarttechniek zo’n object op tijd van baan te doen veranderen.
Lees verder