Eris: dwergplaneet met veel impact
Eris is de koning der dwergen. Qua massa is Eris de grootste dwergplaneet, en de diameter ervan is nauwelijks kleiner dan van de bekendste dwergplaneet, Pluto. De dwergplaneten van betekenis zijn honderden tot een paar duizend kilometer groot. Eris is het belangrijkste object in de wereld van de Scattered Disc, een van de verzamelingen van redelijk kleine objecten die rond de zon draaien. Met de ontdekking van Eris in 2005 werd alles anders in ons zonnestelsel.
De kleinere bewoners van het zonnestelsel
De bekendste
groep kleine objecten in het zonnestelsel is de planetoïdenring, die vooral tussen de banen van Mars en Jupiter gevonden wordt. Hierin zitten semi-bekende objecten als Ceres en Vesta, naast duizenden kleinere objecten, waarvan de kleinsten letterlijk geen naam mogen hebben, zo onbeduidend zijn ze. De planetoïdenring is een soort ring van allemaal objecten die in de basis een enigszins overeenkomstige afstand hebben ten opzichte van de zon, totdat zij verstoord worden door de zwaartekracht van een of meer andere hemellichamen; perturbaties. Dit geldt ook voor de verder weg gelegen
Kuipergordel, die bestaat uit zogenaamde KBO's (Kuiper Belt Objects), en de meer bolvormige
Oortwolk, die nog verder weg ligt. De Scattered Disc is een meer diverse en onregelmatige groep die vrij lukraak verspreid is, maar in ieder geval voorbij de baan van Neptunus te vinden is. Het zijn fascinerende bewoners van ons zonnestelsel, met Eris voorop. Eigenlijk niet als koning, maar als koningin - Eris is vernoemd naar een godin en is dus vrouwelijk.
Ontdek je plekje: waar Eris zich bevindt
Eris is de grootste bewoner van de Scattered Disc (stand van zaken ultimo 2018 - in de diepte kunnen zich heel misschien nog objecten schuilhouden die groter zijn). Wij kennen de Scattered Disc pas sinds 1996, met de ontdekking van 1996TL66 - hoewel bijvoorbeeld 1995TL8 al een jaar eerder ontdekt werd, maar dat dit geen 'gewone' KBO was, had men niet meteen gezien. In de jaren daarna zijn nog vele objecten in deze groep ontdekt. Kenmerkend is, dat de meeste leden van de Scattered Disc een veel langere omlooptijd hebben dan 'Klassieke' KBO's. Pluto draait in 248 jaar rond de zon, Makemake in 309 jaar. Dat is lang, maar Eris doet er liefst 558 jaar over.
SDO's bewegen meestal in een langgerekte ('excentrieke') omloop rond de zon. Daarnaast zijn sommige SDO's moeilijker te vinden vanwege hun inclinaties; ten opzichte van het vlak waarin de planeten rond de zon bewegen, staat Eris een stuk hoger of lager; de baan van Eris staat ongeveer 44 graden uit het lood.
Objecten die nabij hun verste punt van de zon zitten kunnen wij niet of nauwelijks zien als we niet exacter weten waar wij moeten zoeken. Er zou een object groter of zwaarder dan Eris kunnen bestaan, maar dat zou bijvoorbeeld donkerder kunnen zijn, zelfs in infraroodcamera's. Dat maakt de ontdekking ervan dan weer veel moeilijker en tot en met 2018 is er dan ook nog niets ontdekt. De kans is groot dat er geen groter SDO bestaat.
Ontdekking, naamgeving en de dwergplaneet-controverse
De ontdekking van Eris vond plaats in 2005. De naam Eris verwijst zoals bij alle benoemde dwergplaneten, naar de Griekse of Romeinse mythologie; Eris was de godin van de onmin. Zoals gebruikelijk is deze naam een door de Internationale Astronomische Unie geaccepteerd voorstel van de ontdekkers geweest. De weg naar die naam was eigenlijk nog best wel een lange. Dit gedoe is de onmin die in de naam terugkomt.
Een plotselinge haastklus
Eris is ontdekt door een drietal samenwerkende astronomen: Mike Brown, Chad Trujillo en David Rabinowitz. Ongeveer tegelijkertijd ontdekten zij de andere dwergplaneten Makemake en Haumea. Dit zou van onbedoelde invloed zijn op het naamgevingsproces. Vlak voordat zij hun ontdekking van Haumea nog wat verder wilden uitwerken en daarmee onderbouwen, maakten Spaanse astronomen bekend hetzelfde hemellichaam te hebben ontdekt. Hiermee kwamen Brown, Trujillo en Rabinowitz terecht in een helemaal niet zo wetenschappelijke discussie over wie nou echt het eerste was. Dit leidde ertoe dat zij besloten om hun andere twee ontdekkingen versneld naar buiten te brengen.
Op 29 juli 2005 werd de ontdekking van Eris en Makemake, toen nog naamloos, bekendgemaakt. Eris was door vergelijking van foto's op 5 januari 2005 ontdekt; de beelden waren echter al van 21 oktober 2003. Beide objecten waren ontdekt bij een heranalyse van de bestaande beelden, ze waren in eerste instantie over het hoofd gezien. Het was dus helemaal niet eenvoudig om deze verre objecten te ontdekken. Doordat Eris zo ver weg staat, beweegt het beeld ervan nauwelijks. Dan lijkt het algauw net een ster. Die staan allemaal zo ver weg, dat ze op een schaal van een paar dagen helemaal stil lijken te staan.
Voorlopige aanduiding en Lila
Bij het bepalen van haar naam was er eerst de voorlopige naam die de IAU eraan gaf. 2003UB313 is natuurlijk weinig prozaïsch, maar in ieder geval een neutrale standaard. Zo weet je waar je het over hebt.
Mike Brown is waarschijnlijk de (relatief) bekendste van de drie ontdekkers en hij had contact met de pers. Wat voor naam had zijn onderzoeksteam in gedachten? Via Brown zijn een aantal opties publiekelijk bekend geworden.
Bij de aankondiging van de ontdekking had Mike Brown zijn webadres laten eindigen op "/planetlila". Dat was een wel erg opzichtige poging om een 'subtiel' voorschot op de naam te nemen. Brown had net een dochter gekregen en haar Lilah genoemd. Daarnaast hadden hij, Trujillo en Rabinowitz zich voorgenomen om indien mogelijk meer vrouwelijke goden de naamgeving van een planeet of relatief groot object in de Kuipergordel te gunnen. Lila is een concept/mythologische godin uit het Hindoeïsme, op basis van het idee dat de kosmos de uitkomst is van een spel dat Brahma gespeeld heeft. De in Nederland en internationaal bekende schrijver Govert Schilling vertelt in The Hunt for Planet X dat Brown dit als naam in gedachten had. Zijn webadres verwees er alvast voorzichtig naar, maar Brown had eigenlijk geen slapende honden willen wakker maken door op welke naam dan ook vooruit te lopen. En toen kwam er gedoe over wie Haumea ontdekt had. Brown's aandacht werd hier nogal door in beslag genomen, waardoor hij het webadres niet snel kon veranderen, en er logischerwijs geruchten kwamen dat het nieuwe object in de Scattered Disc de naam Lila zou moeten gaan krijgen. Voordat geruchten in verdachtmakingen overgingen kapte Brown de kwestie af door het webadres een verwijzing naar zijn dochter te noemen en geen verdere stappen met de naam Lila te ondernemen.
Xena en Planet X
Journalist - en oude bekende van Brown - Ken Chang belde met de vraag hoe hij het object noemde als hij het met Rabinowitz en Trujillo besprak. Dat was Xena. Xena, Warrior Princess was een bekende fantasyserie, rond de tijd dat Brown en zijn collega's aan hun zoektochten begonnen (jaren negentig). Brown zei dat dit aangaf, hoe lang ze al met hun zoektocht bezig waren. Ooit hadden ze zich voorgenomen om bij de ontdekking van een object groter dan Pluto eer te bewijzen aan de aloude Planet X-theorieën (en speculatieve verhalen), alsook aan nerd-heldin Xena. Toen in 2005 Eris in beeld kwam - uiteindelijk net niet groter, wel zwaarder dan Pluto - was dit hun gelegenheid om het object voorlopig zo te noemen. Doordat hij het aan Chang vertelde, kwam het in de publiciteit, kwam het in lijstjes, en werd Xena veel bekender dan bedoeld was. Feitelijk was het nooit een serieuze kandidaat voor de naam.
Persephone en de planetenkwestie
Persephone was dat wel. De mythologische Persephone was de echtgenote van Pluto en leek daarmee een passende kandidaat. New Scientist hield een enquête tijdens de periode dat de naam nog bepaald moest worden. Hierin werd Persephone eerste (en Xena vierde). Echter, het debat had zich inmiddels verplaatst.
De grote vraag was nu vooral, of het nieuwe object, en dan vooral ook de iets lichtere broer
Pluto, wel echt een planeet was. Na de controverse rond Haumea kon dit er nog wel bij, moeten Brown c.s. gedacht hebben. De discussie over wat nu wel en niet een planeet is zou nog ruim voorbij de naamsbepaling van Eris voortduren, maar het werd al snel duidelijk dat Eris mogelijk niet als planeet mocht worden geclassificeerd. De IAU zou de standaard na rijp beraad gaan bepalen, maar 2003UB313 zou mogelijk in de klasse van asteroïden terechtkomen. En daar heb je al vele jaren 399 Persephone. Dus die naam viel ook af.
Ondertussen zou het debat over de al-dan-niet planeetstatus van Pluto voortduren. Als Pluto de negende planeet was, moest 2003UB313 de tiende planeet zijn. En zouden er nog meer KBO's en SDO's ontdekt worden van ongeveer dit formaat of groter, dan zouden die ook planeten moeten zijn. Om misschien wel tientallen nieuwe planeten te voorkomen besloot de IAU anders: de klasse van dwergplaneten was geboren en we hadden nog maar acht planeten over.
Eindelijk duidelijkheid uit de onmin
Ondertussen had Eris op 13 september haar naam gekregen, slechts een week na het formele voorstel van Brown, Trujillo en Rabinowitz. Die onmin en disharmonie viel op dit cruciale moment alsnog weg.
Grote kleine rots: Eigenschappen van Eris
Vorm, grootte en dichtheid
Eris is serieus groot voor een schijnbaar toevallig rondvliegende rots ver weg van de zon en de 'serieuze' planeten. Onder invloed van onder andere de zwaartekracht worden rotsachtige en ijsachtige objecten vanaf een doorsnede van ongeveer 400 kilometer bolvormig, zoals ook de aarde dat is. Dit heet een hydrostatisch evenwicht. Eris is groot genoeg om meer te zijn dan alleen een onregelmatig gevormde rots en is dus ongeveer bolvormig, net als onze maan en de planeten. De radius wordt nauwkeurig geschat op 1163 km, vergeleken met 1737 km voor de maan, of 2439 km voor Mercurius. Pluto is met 1186 km net iets groter, maar heeft een veel lagere dichtheid; Eris is met 16,7 x 1021 kilo duidelijk zwaarder en heeft een iets hogere dichtheid dan, bijvoorbeeld, Saturnusmaan Triton of asteroïde Ceres. Wat overigens duidelijk minder is dan de maan en de vier rotsachtige planeten.
Maan
Eris is een bijzonder geval. Zoals veel Plutoïden heeft Eris een maan, Dysnomia, die rond Eris draait. Net zoals Pluto's belangrijkste maan Charon relatief groot is, is Dysnomia een relatief groot hemellichaam. Dysnomia hoort zelfs bij de vijftig grootste bekende objecten in het zonnestelsel, met een geschatte doorsnede van 684 km ofwel een radius van 342 km. Helaas was deze geschatte diameter jarenlang zeer onduidelijk; er zijn ook schattingen gedaan van het dubbele, en van slechts 200 kilometer. Over het gewicht en de dichtheid van Dysnomia viel dan ook niet veel zinnigs te vertellen (stand van zaken ultimo 2018). De naam Dysnomia, gekozen door Brown c.s., verwijst naar de Griekse godin van de wetteloosheid. Wetteloosheid is natuurlijk een belangrijke mogelijke oorzaak van onmin en dus een goed bij Eris passende naam. Aardig detail: al dan niet onbedoeld is deze naam weer een verwijzing naar Xena, die in de serie gespeeld werd door de Nieuwzeelandse actrice Lucy Lawless.
Baan om de zon
Waarom zo alleen
Een maan maakt de dwergplaneet bijzonder. Toch blijken veel - misschien wel de meeste - grotere objecten voorbij Neptunus manen te hebben of binaire stelsels te zijn, in welk geval zij om elkaar heen draaien, met een gemeenschappelijk middelpunt. Maar de baan en wat er bekend is over het uiterlijk van Eris maken dit hemellichaam buitengewoon. Eris is het grootste deel van de tijd ontzettend alleen - met Dysnomia, dat wel. Door haar baan is Eris in de Scattered Disc een beetje een uitzondering. Wetenschappers zijn gewend om voor in het Ecliptisch Vlak (de ecliptica) naar hemellichamen te zoeken. Dit geeft een bias, een afwijking, aan het onderzoek. Eris is een voorbeeld van een object dat niet in het Ecliptisch Vlak staat, maar een baan heeft die er meer dan 40 graden schuin op staat.
Die baan mag schuin staan, Eris draait wel gewoon om de zon en daarom kruist haar baan dat Ecliptisch Vlak tweemaal per omloop. Je kunt dus wel objecten met een zeer geïnclineerde baan in of vlakbij het Ecliptisch Vlak ontdekken. De theorie stelt dat de meerderheid van de SDO's een lage inclinatie heeft, net zoals de acht planeten en veel andere objecten. In dat geval is Eris een uitzondering.
De afstanden tussen SDO's zijn enorm, Eris hoort tot een kleine minderheid met een sterk geïnclineerde baan: daarom zijn deze zo alleen. De ontdekking van Eris en Dysnomia gaf aanleiding om verder te kijken op hogere inclinatie, maar toch werd er nog geen object gevonden dat groter is.
Classificatie als Scattered Disc Object
Voorheen werden deze dwergplaneten - want dat zijn het - wel de
Transneptuniaanse objecten (TNO's) genoemd. Astronomen begrepen dat men daarmee geen sterren bedoelde. Immers, als iemand in Rotterdam het heeft over 'voorbij mijn voortuin' bedoelt zij niet 'in Groningen'. In dit soort benamingen wordt aangenomen dat je onderscheid kunt maken tussen de soorten afstanden in het heelal; in het zonnestelsel meten we vaak met
Astronomische Eenheden (AU, de afstand die licht in 8 minuten aflegt). De dichtstbijzijnde ster ligt enkele lichtjaren ver weg, enkele honderdduizenden AU. En sterrenstelsels liggen weer miljoenen lichtjaren uit elkaar. Transneptuniaans is dus iets dat in AU meetbaar is.
Pluto is een van deze dwergplaneten en daar beginnen de problemen. Al jaren weten we dat Pluto niet altijd verder van de zon staat dan Neptunus. In de 248-jarige baan om de zon is Pluto zo'n twintig jaar dichterbij, de laatste keer van 1979 tot 1999. Recent dus. Het komt door de baan van Pluto, die minder rond is dan de (evenmin cirkel-, maar wel ellipsvormige) baan van Neptunus. Veel andere KBO's blijken met hun baan deels binnen die van Neptunus te komen, maar niet allemaal. Transneptuniaans is dus geen goede verzamelnaam. Ze voegen onder de objecten die in de Kuipergordel en de Scattered Disc vertoeven of vertoefd hebben is zeer waarschijnlijk juister.
Van heel ver weg tot extreem ver weg
De baan van Eris zelf is niet alleen nogal geïnclineerd, maar ook nogal excentrisch. Eris mag dan om de zon draaien, maar doet dat in een verre van ronde baan. De langgerekte omloop kent een excentriciteit van 0,44, wat wil zeggen dat de baan enigszins langgerekt is; de lange as is 2,5 maal groter dan de korte as. In deze baan is de zon niet het middelpunt, maar wel natuurlijk het draaipunt. Wij zien dit ook bij andere SDO's en bij periodieke kometen. Naarmate de baan dichterbij de zon komt, neemt de aantrekkingskracht toe. Daarmee neemt de neiging om rechtdoor voort te gaan af; de neiging om de bocht te nemen is groter en dus draait Eris om de zon. Na de bocht krijgt Eris een soort slinger mee van de zon om de baan weer te vervolgen.
Weer iets bijzonders: Eris komt helemaal niet dichtbij de zon. Dichterbij dan 37,911 Astronomische Eenheden (AU) komt haar baan niet. Dat is ruim voorbij de baan van Neptunus. Op zijn verst - Eris was daar rond 1977 - reikt haar baan tot 97,651 AU. Dat is een enorme afstand, maar niet eens extreem onder de objecten van de Scattered Disc.
De zon staat niet middenin de baan van Eris, maar een beetje uit het midden. Wanneer we de korte as en de lange as van Eris met elkaar kruisen, is de zon daar niet te vinden. De zon ligt wel op de lange as. De halve lange as van Eris baan is 67,781 AU, maar Eris komt dus nog zon 30 AU verder van de zon. Die halve lange as is dus meer vergelijkbaar met de gemiddelde afstand tot de zon, ook al is het de grootste afstand tot het middelpunt van de omloopbaan. Deze eigenschap deelt Eris met veel SDOs en KBOs, hoewel de klassieke objecten in de Kuipergordel wel een minder excentrieke, dus meer cirkelvormige baan hebben.
Stabiliteit
Over de stabiliteit van Eris baan om de zon bleven vragen bestaan. Zo zouden periodieke kometen, zoals de komeet van Halley, uit de Scattered Disc komen. De banen van SDO's zouden gevoelig zijn voor perturbaties door Neptunus. Dat is een beetje vreemd, aangezien Neptunus juist te ver weg zou staan om grote invloed te kunnen uitoefenen. In essentie schijnt de regel te zijn, dat de baan van een TNO instabiel is, wanneer deze een perihelium kent van ongeveer 30 AU. Op die afstand komt Neptunus namelijk in je vaarwater. Dat kan leiden tot een ongewenste uitzettingsprocedure. Het object wordt dan weggeslingerd richting de Oortwolk, de wolk van gruis en iets grotere objecten die de materiële buitenste schil van het zonnestelsel vormt, op een geschatte afstand van zo'n 5000 tot liefst 100.000 AU. Of het kan leiden tot een omgekeerde beweging, waarbij de SDO tussen de banen van Jupiter en Neptunus terecht komt (een Centaur), of een komeet wordt die veel dichter bij de zon komt.
Eris en de andere SDO's blijven in principe veel verder weg (bij Eris bijna 38 AU). Verwacht mag worden, dat haar baan dus wel stabiel is, maar er is nog geen zekerheid; Neptunus oefent op zijn grote afstand toch enige zwaartekracht uit op objecten als deze.
De vraag werpt zich op, hoe Eris hier ooit in deze baan terechtgekomen is. Eris is in sommige theorieën het grootst bekende overblijfsel van een ontplofte of uiteengereten planeet. Waarschijnlijker echter is Eris, met de meeste andere objecten in de Scattered Disc, een restant van de puinwolken die ooit rondom de zon draaiden en waar bijvoorbeeld de aarde succesvol in gevormd werd. De naam Scattered Disc lijkt te suggereren dat de objecten erin verspreid zijn vanuit hun oorspronkelijke locatie, wat die dan ook was. Maar voor hetzelfde geld interpreteert men dit alleen als een omschrijving van de huidige, uiteenlopende locaties van de huidige populatie objecten, ongeacht hoe het vroeger was.
Planeet X en Eris
Mike Brown stelde dat er mogelijk een relatief grote planeet op een afstand van ongeveer 700 AU staat, die de banen van de SDO's voor een belangrijk deel bepaalt. Die "Planeet X" staat zo ver weg, dat het niet vreemd zou zijn als de mens die nog niet gezien heeft. Als die planeet bijvoorbeeld zeven keer de doorsnede van Eris heeft, zou de planeet ruwweg zo groot als de aarde zijn, maar ook zevenmaal zo ver weg staan, en dus niet beter zichtbaar zijn dan Eris. En draait zo'n planeet dan wel in het Ecliptisch Vlak? "Planeet X" direct vinden leek dus knap lastig.
De theorie was interessant; hoewel speculatief worden er een aantal onverklaarbare banen mee verklaard. Opeens wordt de baan van objecten die te ver van Neptunus blijven beperkt, of anderszins beïnvloed, door een verder weg gelegen object. Hiermee zijn ook weer resonanties mogelijk, zodat objecten elkaar nooit hoeven te treffen, maar wel elkaar blijvend beïnvloeden. Toch vormden de onverklaarde banen van SDO's geen bewijs voor het bestaan van die onbekende Planeet X.
Samenstelling en eigenschappen
Metingen aan Eris gaven aan dat ze een albedo van 0,96 heeft. Dat is spectaculair hoog; alleen Saturnusmaan Enceladus heeft een nog hogere waarde. Het betekent dat Eris 96 procent van het ontvangen licht weerkaatst. Deze situatie kon tijdelijk zijn, maar het ijs op Eris leek erg vlak en weinig vervuild te zijn. Of dat ook zo zou blijven wanneer Eris dichterbij de zon komt, was onzeker met de beschikbare kennis.
Eris leek waarschijnlijk te bestaan uit een combinatie van verschillende ijssoorten, rotsachtige materialen en mogelijk een hoeveelheid tholines, koolstofverbindingen die het oppervlak rood kleuren. Dit bleek bijvoorbeeld uit de metingen aan de massa van Eris. Hieruit volgt een relatief hoge dichtheid van naar schatting 2,52 g/cm3. Een hogere dichtheid dan Pluto. Dat maakte het waarschijnlijker dat Eris voor een belangrijk deel uit steenachtig materiaal bestaat. Gezien de enorme afstand tot de zon verwachtte men de aanwezigheid van ijs van stikstof en koolstofverbindingen. Spectrumanalyse toonde aan dat er veel methaan voorkomt. Op bijvoorbeeld Pluto, dat veel minder koud is, komen tholines voor. Op Eris zouden deze ook voor kunnen komen, maar ze bleken in ieder geval het oppervlak niet of nauwelijks te bedekken, gezien rode of donkere stoffen niet met een hoog albedo gecombineerd kunnen worden. Een mogelijke verklaring hiervoor vormt het neerslaan van pure methaancondens, dat zorgt voor een beetje Aards aandoend wit laagje.
Het neerslaan van methaancondens maakte het ook waarschijnlijker dat er om Eris een ijle atmosfeer te vinden was. Methaangas verdampt en slaat weer neer en vormt in de tussenliggende tijd (het belangrijkste bestanddeel van) de atmosfeer. Door haar erg lage zwaartekracht heeft Eris natuurlijk niet veel 'eigen vermogen' om een atmosfeer te behouden, maar op de enorme afstanden van SDO's is de zonnewind, die bijvoorbeeld de atmosfeer van de aarde continu bestookt met geladen deeltjes, en die de miljoenen kilometers lange staarten van kometen veroorzaakt, niet zo heel krachtig. De afstotende kracht van de zonnewind is niet sterk genoeg om een atmosfeer te doen verdwijnen, en de aantrekkingskracht van de zon is zeker niet sterk genoeg om een atmosfeer weg te trekken. Dat is hij bij Venus en de Aarde al niet.
Aan het oppervlak van Eris varieert de gemiddelde temperatuur van zo'n min 217 graden Celsius (56 Kelvin) tot wel min 243 graden Celsius (30 Kelvin). Tot nog toe (2018) zijn er geen bewijzen voor significante hoeveelheden ijs op basis van water; methaan voert de boventoon. De vraag bleef openstaan of Eris er, mede door haar grote afstand, in slaagt om haar methaan te behouden, of dat er in de dwergplaneet een methaanbron bestaat die het materiaal kan aanvullen als het bij dichtere nadering van de zon van Eris wegdampt.
Toekomstige verkenningen
Er worden geen bezoeken van een satelliet aan Eris gepland. Het is ook wel erg ver. Eris ligt ongeveer 4,5 keer zover weg als Uranus, meer dan 2,5 keer zover als Pluto. Waarschijnlijk is een missie hiernaartoe pas zinvol als die met iets anders gecombineerd kan worden. Dat vermindert ook de kans op een totale mislukking, die bij satellieten zelfs na een geslaagde lancering serieus te noemen is. Denk bijvoorbeeld aan een missie naar Uranus die voldoende brandstof meekrijgt om Eris en Dysnomia te bereiken. Vanwege de lange reis en de bijzonderheden van de zwaartekrachtdynamica hoeven de doelen absoluut niet op een rechte lijn te liggen ten opzichte van de aarde. Bijvoorbeeld Galileo ging eerst naar Venus, dat dichterbij de zon staat dan de aarde, om Jupiter te bereiken en om die planeet in een baan te geraken.
Tot slot
De ontdekking van Eris was weliswaar niet de eerste ontdekking van een object in de Scattered Disc, maar misschien wel de belangrijkste. Door haar uitzonderlijke formaat heeft Eris indruk gemaakt. Pluto raakte zijn planeetstatus kwijt, en de zoektocht naar een nieuwe grote planeet werd nieuw leven ingeblazen. Wetenschappers hadden talloze vragen, terwijl de eenvoudigste manier om die te beantwoorden - een satelliet eropaf sturen - geen haalbare optie is, vanwege de extreme duur en kosten van een dergelijke missie. Er werd zo een groot beroep op de menselijke inventiviteit gedaan. Hoe kon de mens meer over Eris en Dysnomia leren? Over de aard van de Scattered Disc? Met nieuwe theorieën, experimenten, apparatuur en betere analyse van wat wij al hadden. Dit nieuwe planeetje blijft een beroep op ons doen, zoals de meeste ontdekkingen in de astronomie.
Lees verder