Heading indicator
De heading indicator behoord tot de basic six. Met dit instrument wordt er gebruik gemaakt van een gyroscopisch kompas. De heading indicator wordt gebruikt om in een vliegtuig te navigeren. Dit instrument geeft de richting van het toestel weer in graden.
Werking
De gyroscoop in de Heading Indicator is een verticale gyroscoop, deze is opgehangen aan twee gimbalringen. De gyro wordt draaiende gehouden door een sterke luchtstroom die tegen regelmatige inkepingen in de gyro aan blaast. De belangrijkste ring voor de werking van de Heading Indicator is de buitenste, verticale ring. Deze ring staat in het draaivlak van de gyro en doordat deze standvastig is, zal de ring ook zijn stand in de ruimte vasthouden. Aan deze buitenste ring zit een tandwiel, dat weer via andere tandwielen de gyro uiteindelijk verbindt met de kompasplaat. Als het toestel draait om zijn top-as en de gyro dus standvastig blijft staan, zullen de tandwielen deze beweging doorgeven aan de kompasplaat waardoor deze draait.
De Heading Indicator heeft net als de Artificial Horizon te lijden onder het neveneffect van precessie. Net als in de Artificial Horizon treedt in de Heading Indicator gimbal error op door wrijving (real drift) in de draaipunten van de gimbal ringen. In veel Heading Indicators wordt dit opgelost door de lucht die gebruikt wordt om de gyro te laten draaien, tussen twee schuine randen door te blazen. Als de Heading Indicator gimbal error vertoont, blaast er meer lucht tegen één van de schuine randen, waardoor de gyro weer in de rechte stand wordt ‘geduwd’.
Ook heeft de Heading Indicator te lijden onder het verschijnsel transport wander. Dit moet periodiek gecorrigeerd worden, bijvoorbeeld handmatig door middel van een bijstelknop die, als hij ingedrukt wordt, een extra set tandwielen tegen het tandwiel van de kompasplaat houdt. Hierdoor kan men handmatig de gyro bijstellen en dus de wijzerplaat in de juist stand zetten. Het is noodzakelijk dat dit gedaan wordt bij constante snelheid en als er geen verandering van richting of hoogte is. Bijvoorbeeld voor het taxiën of tijdens cruise. Dit moet ongeveer elk kwartier gedaan worden. In Heading Indicators die geen automatische bijstelmechanisme hebben, wordt de real drift ook op deze manier gecorrigeerd.
Weergave
Hetgeen de piloot ziet van de Heading Indicator is de kompasplaat en de knop om de plaat bij te stellen. De kompasplaat ziet er simpelweg uit als een kompas, met voor elke graad een streepje en voor elke 30° staat het aantal graden bij dat streepje aangegeven. Als de richting uit twee cijfers bestaat wordt de eerste nul niet weergegeven. Ook de laatste nul wordt niet weergeven. Dat betekend dat 3° in werkelijkheid 30° is en 18° betekent in feite 180°.
Verder staan de vier hoofd windrichtingen aangegeven met N, E, S en W. Deze letters staan voor North, East, South en West. In het midden staat een schematisch bovenaanzicht van een vliegtuig, dat het toestel zelf symboliseert. Deze draait niet mee als het vliegtuig een bocht maakt. De kompasplaat doet dit wel, waardoor je in één oogopslag kan zien in welke magnetische richting de neus van het toestel wijst.