Turn and Bank Indicator
De Turn and Bank Indicator wordt ook wel bochtaanwijzer en slipkogel genoemd in een vliegtuig. Deze geeft weer hoe een bocht wordt gevlogen. Ook dit onderdeel van de basic six maakt gebruik van een gyroscoop. Er wordt echter wel gebruik gemaakt van maar één gimbal ring.
Algemeen
De Turn and Bank Indicator, of bochtaanwijzer en slipkogel, geeft de manier waarop een bocht gevlogen wordt weer. Er worden twee componenten weergegeven; de richting van een bocht en de coördinatie van een bocht. Dat wil zeggen of de bocht naar links of rechts gaat en of de gevlogen richting overeenkomt met de geïndiceerde bocht. De bochtaanwijzer verschilt in twee dingen met de andere twee gyroscopische instrumenten van de basic six;
de gyroscoop heeft maar één gimbal ring en hij is niet volledig cardanisch opgehangen. De twee verschillende componenten (bochtindicatie en slipkogel) die een bochtaanwijzer weergeeft, werken met verschillende systemen. De richting van de bocht (links of rechts) wordt bepaald door de gyroscoopeigenschap precessie. De coördinatie van de bocht word bepaald door de zwaartekracht en centrifugerende krachten. Beide componenten worden weergeven in het scherm.
Werking
De gyroscoop van de Turn Indicator heeft maar één gimbal ring, dat wil zeggen dat het een ‘single-axis’ gyroscoop is. De gyroscoop van de bochtaanwijzer werkt met twee assen. Dit zijn de X-as en de Y-as. De gyroscoop is horizontaal aan de tol opgehangen. Dit is langs de X-as, oftewel de dwars-as van het vliegtuig. Deze as is niet van toepassing bij de bochtindicatie. De y-as daarentegen is de as waarmee de bocht geïndiceerd wordt. De beweging om de langs-as van het vliegtuig heet rollen. Dit is de beweging die de bochtaanwijzer aangeeft. Deze aanwijzing komt tot stand door de beweging van de gimbal ring. Deze ring staat rechtstreeks in verbinding met de aanwijzer. Als de tol krachten ondervindt tijdens het maken van een bocht, beweegt deze ring mee en dus ook de aanwijzer. Deze kan naar links of rechts uitslaan. Tijdens het vliegen kan de gyroscoop kleine bewegingen waarnemen die niet weergeven hoeven te worden. Deze bewegingen worden opgevangen en dus gecorrigeerd door de veer die zich voor de gyroscoop bevindt. Vervolgens zorgt de omzetter ervoor dat de bewegingen van de gyroscoop weergeven kunnen worden als links of rechts op het afleespaneel. De tweede component van de Turn and Bank Indicator is de slipkogel. Deze kogel geeft de coördinatie van een bocht weer. De slipkogel werkt met de zwaartekracht en de centrifugerende krachten. Deze krachten moeten met elkaar in evenwicht zijn. Wanneer het vliegtuig goed recht vliegt, zit de kogel tussen de twee lijnen in het midden van het glazen buisje. Als er een goed gecoördineerde bocht wordt gemaakt, blijft de kogel in het midden van de buis. Een goed gecoördineerde bocht is een bocht van 360° in 2 minuten, dit heet ook wel een rate one turn.
Weergave
Op het afleespaneel zijn de twee componenten samengevoegd. Op de bovenste helft staat de schaalverdeling voor de bochtindicatie. De aanwijzer zal uitslaan naar links of rechts, naar de beweging van het vliegtuig zelf. Op de onderste helft van het afleesscherm is de slipkogel te zien. Dit gebogen glazen buisje heeft twee streepjes in het midden. Als de kogel tussen deze twee strepen blijft, wordt er een goed gecoördineerde bocht gevlogen. Het gebogen glazen buisje is gevuld met vloeistof om de vibraties te dempen. Helemaal onderaan het scherm staat 2 min. Dit staat voor de tijd van een goed gecoördineerde bocht.