Airspeed Indicator (snelheidsmeter)
De Airspeed Indicator geeft de snelheid van het vliegtuig aan, ten opzichte van de omringde lucht. Dit wordt Indicated Airspeed (IAS) genoemd. Dit instrument behoord tot de air data instrumenten van de basic six.
Werking
De Airspeed Indicator meet het verschil tussen de totale druk en de statische druk. Dit levert de dynamische druk op. Uit de dynamische druk wordt dus de snelheid gemeten. Doordat er een statische poort is aangesloten op het instrumentenhuis, heerst er in het instrumentenhuis dezelfde statische druk als buiten het vliegtuig. De totale druk komt de membraandoos binnen via de pitotbuis, waarbij de membraandoos uit zal zetten als de totale druk groter wordt dan de statische druk. Dit gebeurt dus als het vliegtuig sneller gaat vliegen (of taxiën). En de membraandoos zal inkrimpen als het vliegtuig langzamer gaat vliegen. Via een overbrengingsmechanisme wordt deze uitzetting overgezet naar de wijzer op de wijzerplaat. Als de membraan uitzet, zal de wijzer dus een hogere snelheid aangeven op de wijzerplaat.
Weergave
Op de wijzerplaat van de Airspeed Indicator valt af te lezen hoe snel het vliegtuig vliegt ten opzichte van de omringde lucht. De wijzer wijst naar de snelheid die het vliegtuig op dat moment vliegt, waarbij geldt dat de snelheid in knopen is. Knopen is hetzelfde als zeemijl per uur, 1 zeemijl = 1852 m, dus 1 knoop = 1,852 km/u. Er zijn er kleuren aangebracht op de wijzerplaat. In het witte gebied mogen de flaps en speedbrake gebruikt worden. De maximale snelheid waarin dit mag, oftewel de rand van het witte gebied, heet Flaps Extended speed (VFE). Het groene gebied is veilig onder alle omstandigheden. Komt de snelheid onder dit gebied, dan heeft het vliegtuig niet genoeg snelheid en zit je dus onder de Stall speed (VS), waarin het vliegtuig overtrekt.
Een vliegtuig mag alleen snelheden vliegen die in het amber gebied vallen als er geen onstuimig weer is en als de piloot geen grote roeruitslagen geeft om te grote belastingen op de vliegtuigconstructie te voorkomen. Als laatst is er een rood streepje te zien, dit streepje is de Limit speed (VMO = Velocity maximum operating). Het rode streepje geeft dus de maximale snelheid aan. Deze snelheid mag nooit overschreden worden. Anders loopt het vliegtuig gevaar door te grote krachten die er op het vliegtuig spelen (hierbij kan een vliegtuig het dus begeven).
Type snelheden
De snelheid ten opzichte van de omringde lucht (IAS) kan erg veel verschillen met de werkelijke snelheid, de True Airspeed (TAS). Dit komt doordat de snelheid wordt berekend aan de hand van een standaard ingestelde waarde voor luchtdichtheid, druk en temperatuur. Als het vliegtuig op grote hoogte vliegt, geeft de Airspeed Indicator een lagere snelheid aan dan dat het vliegtuig daadwerkelijk vliegt. Om van de IAS naar de TAS te komen, moet je drie stappen maken, waarbij er tussen de IAS en de TAS nog twee andere soorten snelheden voorkomen. Het is belangrijk om de TAS te weten, dit omdat je deze nodig hebt om het Machgetal waarmee gevlogen wordt uit te rekenen. Elk vliegtuig heeft een critical Mach number, dit is een Mach waarde die niet overschreden mag worden, vaak net onder de 1,0 M. Bij een critical Mach number van bijvoorbeeld 0,9 M mag dus niet harder worden gevlogen dan 90% van de plaatselijke geluidssnelheid. Dat een vliegtuig vaak niet net tegen 1 M mag vliegen, komt omdat luchtdeeltjes door profielen van het vliegtuig versneld kunnen worden, waardoor deze al sneller dan de geluidssnelheid gaan, terwijl het vliegtuig zelf nog niet sneller dan de geluidssnelheid vliegt (een vliegtuig mag vaak niet sneller vliegen dan het geluid omdat er dan grote krachten op het vliegtuig komen te staan).
- IAS: Indicated Airspeed
- CAS: Calibrated Airspeed
- EAS: Equivalent Airspeed
- TAS: True Airspeed