De winter in Nederland: hoe komt deze tot stand?
De winter is in Nederland meestal op zijn koudst in de maanden januari en februari. Vergeleken met andere streken zoals Scandinavië en Oost-Europa zijn de winters in ons land mild. Door de jaren heen zijn de winter steeds milder geworden, toch kennen we nog flinke uitschieters. De aarde is in de winter zo gekanteld dat er een minimum aan zonne-energie is. Een groot deel van de kou is afkomstig uit het oosten en niet van de Noordpool. Welke weersverschijnselen ontstaan er en hoe komt dit tot stand?
Wanneer de winter begint
De winter pakt elk jaar weer anders uit en verschilt per gebied op aarde. In ons land wordt het in de loop van december guur. Officieel is het winter op 21 december. Dit wordt ook wel de astronomische winter genoemd en het heeft te maken met de kanteling van de aardas ten opzichte van de zon. Het noordelijk halfrond bereikt omstreeks deze datum een minimum aan zonne-energie. Vaak wordt 21 december ook de kortste dag van het jaar genoemd.
De temperatuur
Winter is eigenlijk gewoon de tijd van het jaar wanneer het koud is. Warme en koude luchtmassa’s zijn voortdurend met elkaar in strijd. In de winter winnen de koude luchtmassa’s het van de warme waardoor kou de overhand krijgt. Gevoelsmatig begint de winter meestal rond begin december en na eind februari eindigt dit. Elke winter is anders en heeft zijn eigen karakter.
Waar de kou vandaan komt
Dat de winter komt, wordt grotendeels bepaald door de baan van de aarde om de zon: dat zorgt er nu eenmaal voor dat het kouder wordt. Een minder regelmatig en betrouwbare factor wordt bepaald door de verplaatsingen van koude luchtmassa's op het noordelijk halfrond. Een groot deel van de kou is afkomstig uit het oosten en niet van de Noordpool zoals wel eens wordt gedacht. De warme Golfstroom zorgt er samen met een typisch hogedrukgebied boven de noordelijke Atlantische Oceaan vaak voor dat uit het noorden en westen warmere lucht naar ons toe komt dan uit het oosten. Hierdoor wordt het winterweer mild. Boven Scandinavië vormt zich een lagedrukgebied. Wij krijgen hierdoor een deel van de kou mee Nederland. Ook de ijzige kou van de Alpen kan onze kant op komen.
Milde winters
De gemiddelde temperatuur in ons land is 4 graden in december, 2,8 graden in januari en 3 graden in februari. Het weer wordt hier in vergaande mate bepaald door de ligging van hoge- en lagedrukgebieden in de buurt van West-Europa. Als lagedrukgebieden overheersen, komt er neerslag en storm. Als het boven Scandinavië langs ons trekt, blijft het weer relatief rustig en brengt het hooguit wat regen. Als er boven Scandinavië een hogedrukgebied komt, dan krijgen we hier te maken van de koude polaire noordoostenwind. Ook de lucht die in de winter uit het oosten van Europa wordt aangevoerd is veel kouder dan die van boven de Atlantische Oceaan. In vergelijking met andere landen op het noordelijk halfrond is de winter bij ons erg stabiel.
Stormdepressies
In de winter komt de koude lucht uit het noorden steeds verder naar het zuiden en stuit op een gegeven moment op warme lucht. Dit veroorzaakt depressies met stormen en slecht weer. Op het noordelijk halfrond krijgen koude polaire luchtmassa's vooral in de winter vaak botsingen met de warmere subtropische lucht uit het zuiden en dat speelt zich op gematigde breedten af. In de bovenste luchtlagen wordt dit zichtbaar door steeds verschuivende grote wolken, die een grens tussen de luchtmassa’s vormen.
De Golfstroom
Veel van deze winterdepressies in Europa ontstaan boven de Atlantische Oceaan en de Noordzee. De Golfstroom, die door de Golf van Mexico gaat en daar zijn naam aan dankt, volgt een groot gebied van de oostkust van Amerika tot aan Kaap Hatteras (North Carlina, zuiden Verenigde Staten). De Golfstroom is warm en geeft veel warmte met vocht aan de lucht af. Hij bereikt Europa via de Atlantische Oceaan ter hoogte van de Golf van Biskaje waar hij onder andere naar de Noordzee komt. De Golfstroom is de reden waarom onze winters mild zijn.
Vrieskou
In Nederland is het meestal in januari en februari op zijn koudst. De winters variëren van strenge koude winters tot normale of warme winters. Het is door de jaren heen wel steeds warmer geworden in Nederland in de winter: de temperaturen zijn steeds hoger geworden en het aantal dagen dat de temperatuur onder het vriespunt blijft is minder geworden. We maken onregelmatige uitschieters mee zowel de koude als warme kant op.
Vlokken
Er bestaan verschillende soorten sneeuwvlokken van grote dikke wattige sneeuwvlokken tot kleine vlokjes. Neerslag in de vorm van regen begint meestal in de vorm van sneeuw, omdat de temperatuur hoog in de wolken onder het vriespunt ligt. Het verschil tussen regen en sneeuw hangt af van de temperaturen in de luchtlagen onder de bui.
IJzel
IJzel veroorzaakt gladheid met alle gevolgen van dien. Ook kan door ijzel boomtakken verzwaren en op de motorkap van de auto vallen of erger nog: op je hoofd. Regen die in ijzel verandert, ontstaat vaak in een warmtefront, waar er op een onderliggende laag een zeer koude lucht onder warme lucht aanwezig is die de regen doet bevriezen. De koude laag lucht is dichter en zwaarder dan de lucht eromheen en blijft daardoor in dalen en valleien hangen. De regen die erdoor valt, raakt onderkoeld of bevriest gedeeltelijk terwijl de druppels de oppervlakken aan de grond raken, waardoor ijzel ontstaat. Als de druppels nog tijdens het vallen opvriezen, spreken we van ijsregen.
Lees verder