De herfst in Nederland
De zomer loopt in Nederland vaak nog een deel uit in de herfst waarin het nog tot ver in september lekker weer kan zijn. De zonneschijn begint zwakker te worden, de dagen worden korter en er kan nachtvorst komen. In de ochtend kan het mistig zijn en er groeien paddenstoelen in het bos. Het weer is afhankelijk van de ligging van de hoge- en lagedrukgebieden. Er kunnen zware stormen en veel regen ontstaan waardoor je het liefst niet meer de deur uitgaat.
Het einde van de zomer
De herfst is voor velen geen populair seizoen, maar verdient die reputatie helemaal niet. Ook in de maand september, de eerste herfstmaand kan het nog heerlijk warm zijn in ons land. Het is duidelijk te merken dat het seizoen verandert: de zon wordt zwakker, de wind gaat harder waaien, het wordt eerder donker en de bomen kleuren van groen naar allerlei verschillende kleuren bruin, rood of geel. Toch kan het nog lekker aangenaam warm zijn en kun je soms nog tot laat in de avond lekker buiten zitten.
Het begin van de herfst
Volgens de sterrenkundigen begint de herfst bijna altijd op 23 september. Zelfs voor sterrenkundigen zelf is dit verwarrend, want de overige seizoenen beginnen hier gewoonlijk op de 21ste en niet de 23ste. Op 23 september duren de dag en de nacht even lang. Dit wordt ook wel de herfstequinox genoemd. De herfst eindigt officieel op het moment van de winterzonnewende. Volgens meteorologen zijn september, oktober en november op het noordelijk halfrond de herfstmaanden. Op het zuidelijke halfrond geldt dit voor de maanden maart, april en mei. De koude lucht komt weer terug uit het noorden en uit de snel afkoelende landmassa in het oosten. De vogels trekken weg en de eerste nachten met nachtvorst treden op.
Luchtstromen
De ligging van hogedrukgebieden en lagedrukgebieden beïnvloedt in hoge mate hoe warm of koud het hier is. Dit bepaalt hoe de wind waait. Als de wind uit noordoostelijk tot zuidoostelijk richting komt, krijgen we in de zomer en vroege herfst warme en droge lucht aangevoerd. Op zo’n tien kilometer hoogte waait een sterke wind, die de straalstroom wordt genoemd. Deze zorgt voor depressies met slecht weer, maar ook kleine hogedrukgebieden die tijdelijk voor beter weer zorgen. Wanneer een krachtig hogedrukgebied langer boven de Noordzee of het zuiden van Scandinavië blijft hangen, krijgen we te maken met langer aanhoudend mooi en nazomerweer. Het hogedrukgebied blokkeert de aanvoer van een depressie.
Als er zich in de zomermaanden of herfst een hogedrukgebied boven de Balkan of de Alpen bevindt, krijgen we in de zomer en de herfst eveneens warme droge lucht aangevoerd uit het zuiden. Als er op hetzelfde moment depressies in het westen van ons land ontstaan, wordt het effect hiervan versterkt en zal de temperatuur blijven stijgen. Als de depressies actiever worden en niet worden gestopt door een sterk hogedrukgebied boven Europa, komen ze dichterbij en wordt de kans op slecht weer groter, waardoor de herfst begint.
De nazomer
Het is heerlijk als er nog een nazomer is die tot in de herfst duurt. Dit warme najaarsweer wordt veroorzaakt door een hogedrukgebied boven het midden van Europa. Hierdoor wordt West-Europa warme wind aangevoerd uit het zuiden. Als dit aanhoudt, kan het zelfs in november nog boven de 20 graden uitkomen. Door dit kalme weer is de kans op mist in de avond en nacht groot.
Onstuimig herfstweer
Het koelt in de herfst af omdat het noordelijk halfrond minder zonne-energie ontvangt. De zee koelt minder snel af dan land, en dat zorgt ervoor dat het een tijdje duurt voordat de zomer overgaat naar de winter. De invloed van zee is in de kustgebieden ook merkbaar. Zo zal de temperatuur in Zeeland over het algemeen in de zomer lager liggen dan in Limburg en in de winter wat hoger. Zo zal de overgang van de wintertemperaturen naar de zomertemperaturen ook geleidelijk verlopen. De warmte van het zeewater is een belangrijke energiebron voor stormdepressies. Najaarsstormen zijn dan ook in het algemeen veel heviger dan voorjaarsstormen. Ze gaan vaak gepaard met harde windstoten en richten veel schade aan.
Stormen
In de herfst is de kans op een storm met orkaankracht het grootst. Echte orkanen met een snelheid van 150 km/per uur zijn zeldzaam in Nederland. Zware stormen met een windkracht 10 of 11 komen vaker voor. Dit zorgt ervoor dat het gevaarlijk is op het IJsselmeer en de Friese Meren. De meeste schade wordt aangericht in de kustgebieden, omdat de storm afzwakt naarmate het over land trekt. In de herfst is de kans op onweer aan de kust groter dan in het binnenland. Dit heeft ook te maken met het relatief warme zeewater.
Het binnenland
In de binnenlanden is de wind vaak een stuk zwakker. Land koelt sneller af dan de Noordzee en land heeft een ruwer oppervlak; denk maar aan bomen, gebouwen en huizen. Dit remt de windsnelheid af. De hogere temperatuur van het zeewater in combinatie met de aanvoer van koude lucht uit het noorden produceert buien boven de zee die met de wind mee naar het land toe worden gevoerd. Als de bui boven land komt, neemt de intensiteit van de neerslag af. Dit is de reden waarom het in de kustgebieden meer regent. De neerslagcijfers van de herfst vallen voor deze gebieden dan ook veel hoger uit dan voor de provincies verder weg van de kust.
Mist
Door de afgekoelde lucht als gevolg van de komst van het koelere weer in het najaar en de verdamping van het vocht van de zomer in grond, kan er verraderlijke mist ontstaan. Mist ontstaat doordat het water warmer is dan de lucht die aangevoerd wordt uit verre streken. Het dauwpunt is nog altijd veel hoger dan in de winter, dus condenseert de waterdamp in de lucht veel gemakkelijker tot mist dan wanneer het echt koud begint te worden. De mist ontstaat ’s avonds en ’s nacht. De zonneschijn in de ochtend is vaak te zwak om de mist te doen verdampen. Dit leidt tot de typische witte dekens die kan zorgen voor veel overlast in het verkeer. Het kan soms tot laat in de ochtend blijven hangen.
Dauw
Dezelfde weersomstandigheden die mist veroorzaken, zijn ook de verantwoordelijke omstandigheden voor dauw. Dit wordt gevormd wanneer de waterdamp op de grond condenseert. Dit is te zien op de blaadjes en het gras op de grond. Een typisch beeld is als dit in contact komt met spinnenwebben.
Lees verder