De voorzitter van de vereniging
Vrijwel altijd kent elke vereniging een voorzitter. Artikel 2:38 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zegt daarover: "Tenzij de statuten anders bepalen, treden de voorzitter en de secretaris van het bestuur of hun vervangers, als zodanig ook op bij de algemene vergadering". Uit deze bepaling blijkt wel dat er statutair ook nog voor een andere constructie gekozen kan worden, maar in de praktijk zal het zo zijn dat bijna iedere vereniging een voorzitter heeft. De wet geeft slechts op enkele punten de bevoegdheden en de taken van de voorzitter aan. Het kan verder nog zo zijn dat ook de statuten en reglementen van de vereniging daarover zwijgen. Toch staat een voorzitter dan niet met bijna lege handen. Bij verenigingen bestaat veelal een redelijke consensus over de taken en bevoegdheden van de voorzitter. Deze zijn gevormd door gewoonte binnen de verenig(en).Wie kiest de voorzitter?
In artikel 2:37 lid 7 zegt de wetgever: Tenzij de statuten anders bepalen wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.Deze bepaling wordt door verenigingen niet veel overgenomen. Veelal bepalen de statuten dat zowel de voorzitter, de secretaris als de penningmeester worden gekozen door de leden omdat de algemene vergadering op de invulling van deze functies invloed wenst te hebben. Er zijn maar weinig verenigingen waarin men de functieverdeling aan het bestuur overlaat. Een rechtstreeks door de algemene vergadering gekozen voorzitter vergroot niet alleen de invloed van de leden op de keuze van de voorzitter. Ook de voorzitter krijgt namelijk het rechtstreekse vertrouwen van de leden en dat is voor het vervullen van deze functie een mooie steun in de rug.
Wettelijke taken
We zagen al dat op grond van artikel 2:38 lid 2 BW de voorzitter van het bestuur als zodanig ook optreedt in de algemene vergadering mits de statuten geen andere regeling hebben getroffen. In artikel 2:13 lid 3 BW is de verantwoordelijkheid van de voorzitter over stemmingen vastgelegd. In lid 2 lezen we: Tenzij de statuten anders bepalen, is het in de vergadering van een orgaan van een rechtspersoon uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.Vooral bij het stemmen over niet schriftelijk vastgelegde voorstellen dient de voorzitter nauwkeurig te formuleren wat er precies besloten is. Het oordeel van de voorzitter over de stemming kan overigens wel aangevochten worden en wel onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter over de stemming en wel op grond van lid 3 van dit artikel:
Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Verder zwijgt de wet over de taken en verantwoordelijkheden van de voorzitter en is het aan de vereniging om in statuten en reglementen desgewenst de taken en verantwoordelijkheden verder vast te leggen.
Gewoonte in de vereniging
Veel verenigingen hebben de taken en bevoegdheden van de voorzitter niet vastgelegd, maar in de praktijk is veelal een gewoonte gegroeid welke de basis vormt voor het functioneren van de voorzitter. Zo wordt in bijna alle verenigingen de voorzitter gezien als de primus inter parus. De voorzitter is het gezicht van de vereniging en representeert de vereniging naar buiten en binnen de vereniging geeft de voorzitter leiding aan de vereniging.Hij waakt hier voor een gelijke behandeling van alle leden en ziet er tevens op toe dat de statuten en reglementen correct worden nageleefd. Natuurlijk dient de voorzitter zorg te dragen dat er tijdens de vergadering sprake is van een ordelijke wisseling van gedachten en opvattingen. Ook dient de voorzitter als eerste onder zijn gelijken zorg te dragen voor een goede normering in de vereniging.
Waarneming tijdens een vergadering
De wet biedt de mogelijkheid dat ook een ander dan de voorzitter als voorzitter van de algemene vergadering kan optreden. In artikel 2:38 lid 2 BW opent de wet de mogelijkheid dat een ander dan de voorzitter van het bestuur optreedt als de voorzitter van de algemene vergadering: Tenzij de statuten anders bepalen, treden de voorzitter en de secretaris van het bestuur of hun vervangers, als zodanig ook op bij de algemene vergadering.Hoewel het volgens de wet mogelijk is dat de voorzitter van het bestuur niet de voorzitter is van de algemene ledenvergadering zal deze constructie maar weinig in de praktijk worden gezien. Er zijn overigens wel momenten dat het wenselijk kan zijn dat de voorzitter tijdens de algemene vergadering bij een of meer agendapunten wordt vervangen door een plaatsvervangend (technisch) voorzitter. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat door een bestuur uitgesproken royement door het bestuur de algemene vergadering als beroepsorgaan moet fungeren. Maar ook kan de voorzitter een conflict hebben met de overige bestuursleden of het gehele bestuur met de algemene vergadering. Ook dan is een technisch voorzitter een koninklijke weg om dergelijke discussies te laten leiden. Als de statuten daarin niet voorzien, en dat is meestal het geval, kan de vergadering toch besluiten het agendapunt door een technisch voorzitter te laten leiden. De algemene vergadering kan daartoe besluiten en de technisch voorzitter ontleent dan zijn bevoegdheden aan een besluit van de algemene vergadering en niet aan de statuten.
Combinatie van voorzitter en andere functies
In beginsel kunnen de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester niet worden gecombineerd omdat de wet dat in beginsel niet toestaat. Artikel 2:37 lid 7 zegt: Tenzij de statuten anders bepalen, wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.De gecombineerde functie van secretaris en penningmeester komt in de praktijk regelmatig voor. Vanwege de scheiding in de wet kan deze combinatie alleen als in de statuten deze gecombineerde functie is geregeld of geregeld is dat het bestuur bevoegd is deze functies bij bestuursbesluit te combineren.