Kruipend hout: kruip door secundaire doorbuiging met de tijd
Zodra constructies in hout worden uitgevoerd, dan moet men rekening houden met het feit dat hout kruipt. Dit is de eigenschap dat hout na de initiële belasting en vervorming extra gaat vervormen met de tijd. Het is een tijdrovende eigenschap en vormt dan ook een belangrijk ontwerpaspect indien houten constructies worden gemaakt. Er treedt als het ware een secundaire doorbuiging door permanente belasting op. Wat is kruipend hout en hoe wordt het uitgerekend?
Kruipend hout
Invloed van de tijd en kruip
Een balk of plank wordt belast met variabele en permanente belasting. Variabel houdt in dat het er slechts tijdelijk op staat, terwijl permanente belasting van continue aard is.
Kruip wordt veroorzaakt door langdurig aanwezig permanente belasting en resulteert in een doorbuiging welke twee keer de initiële belasting is. Oftewel het kan aardig doorzakken. Dit heeft te maken met het geleidelijk aan veranderen van de structuuropbouw van het materiaal zelf. Door de belasting verandert – lees verslechtert het – waardoor de plank of balk na verloop van tijd steeds meer en meer gaat doorhangen. Het effect van kruip is in principe op allerlei materialen en bodemsoorten van toepassing, echter bij hout valt het ten opzichte van staal of beton veel meer op. Daarom moet bij de berekening van de balk extra aandacht aan het permanente deel worden gegeven.
Twee maal de permanente belasting
Wil je de doorbuiging van hout werkelijk uitrekenen dan kun je daarbij onderscheid maken uit:
- initiële doorbuiging door permanente belasting;
- secundaire doorbuiging door permanente belasting;
- doorbuiging ten gevolge van variabele belasting.
Hout wordt verticaal belast door het eigen gewicht en wat er allemaal continu op staat. Zodra die belasting er op staat of ligt dan treedt de initiële doorbuiging per direct op. Daarna verandert de structuur van het materiaal enigszins waardoor het gaat kruipen met de tijd (secundair).
Doorbuigingsberekening
Om de doorbuiging van het materiaal door te rekenen heb je de elasticiteitsmodulus van hout nodig. Standaard dient minimaal E = 9000 N/mm2 te worden aangehouden. Daarnaast moet het
traagheidsmoment oftewel de I-waarde worden toegepast. Deze wordt bepaald over de maat van de doorsnede van het hout:
- I = 1/12*b*h^3 in mm^4 met;
- b = de breedte in mm;
- h = de hoogte in mm.
Normaal wordt de doorbuiging als volgt berekend:
- δ = 5 * (M;rep) * L^2 / (48*E*I) = 5 * (0,125*Q;rep*L^2)*L^2/(48*E*I) met daarin;
- Q;rep = 2*q;permanent + 1*q;variabel oftewel;
- δ;initieel = δ;kruip = (0,125*q;permanent*L^4)/(48*E*I);
- δ;variabel = (0,125*q;variabel*L^4)/(48*E*I).
Praktijk voorbeeld bij kruipend hout
Stel je voor dat een balk van 2 m met dimensies 56*171 wordt belast met 0,8 kN/m permanente en 1,15 kN/m variabele belasting dan resulteert dat in het volgende:
- I = 1/12*56*171^3 = 23.334.318 mm^3;
- δ;initieel = δ;kruip = 5 * (0,125*0,8*2000^4)/(48*9000*23.334.318)= 0,8 mm;
- δ;variabel = 5 * (0,125*1,15*2000^4)/(48*9000*23.334.318) = 1,2 mm oftewel;
- δ;totaal = 2*0,8+1,2 = 2,8 mm < 0,003*2000 = 6 mm en voldoet.
Van 6 mm doorbuiging wordt 1,6 mm veroorzaakt door kruipend hout oftewel in dit voorbeeld 27% van de opgetelde optredende doorbuiging. Uiteraard moet de balk eveneens op sterkte worden gecontroleerd waaruit blijkt dat:
- W;benodigd = M;d/σ;max = 5 * 0,125*(0,8*1,2+1,15*1,3)*2000^2/[(150/171)^0,2*144/13] = 568.791 mm^3. De toegepaste balk heeft een W = 1/6*56*171^2 = 272.916 mm^2 oftewel voldoet niet. Een zwaardere balk of dubbele balk is benodigd.
- Voor een balk met een lengte van 3 m van 71*196 moet het volgende worden toegepast:
- I = 1/12*71*196^3 = 44.549.754 mm^4;
- δ;initieel = δ;kruip = 5*(0,125*0,8*3000^4)/(48*9000*44.549.754)= 2,1 mm;
- δ;variabel = (0,125*1,15*3000^4)/(48*9000*44.549.754) = 3,02 mm oftewel;
- δ;totaal = 2*2,1+3,02 = 7.22 mm < 0,003*3000 = 9 mm.
Let wel toon altijd eerst de sterkte aan alvorens je de doorbuiging gaat controleren.
Lees verder