Windkracht op zee – van briesje tot storm
Storm op komst? Het zal nooit plotsklaps gebeuren. Er gaan altijd waarschuwingen aan vooraf. De bewolking verandert, de luchtdruk daalt. Zelfs de dieren gedragen zich anders. En soms ook de mensen. Althans degenen die gevoelig zijn voor weersveranderingen. Een interpretatie van de windschaal van Beaufort is gebaseerd op het verband tussen windkracht en zeegang, variërend van een licht gerimpelde zee (windkracht 1) tot golven van wel 4 meter hoog (windkracht 6). Amateurzeilers zonder apparatuur aan boord kunnen met deze kennis hun voordeel doen door simpelweg naar de zeegang te kijken en aldus op eenvoudige wijze de windkracht in te schatten.
Inhoud
Wie was Beaufort?
Sir Francis Beaufort (1774-1857) was een Brits-Ierse admiraal die in 1808 het verband legde tussen de
windkracht en de zeegang. De naar hem vernoemde windschaal is gebaseerd op de hoeveelheid zeil dat een fregat kon voeren bij verschillende windsterktes, variërend van een lichte bries tot
storm en
orkaankracht. Aan de hand van deze windschaal konden zeelieden, van wie de meesten hun eigen methoden hadden, de windkracht volgens Beaufort inschatten.
Bron: Unsplash, Pixabay Cartograaf
Beaufort was een cartograaf, maar het weer had eveneens zijn belangstelling. In 1805 kreeg hij het bevel over de H.M.S.
Woolwich en deed hij hydrografisch onderzoek in de Zuid-Amerikaanse wateren. In deze periode ontwikkelde hij de
windschaal die tegenwoordig in gemoderniseerde vorm gebruikt wordt.
Weer en wind
Met de windschaal van Beaufort kunnen ook
amateurzeilers de windkracht inschatten zonder gebruik te maken van meetinstrumenten door simpelweg het effect ervan te observeren. In feite bracht Beaufort orde in de chaos van windduidingen die door zeelui werden gebruikt. Slecht
weer komt zelden onverwacht. Er gaan altijd veranderingen aan vooraf, zoals de bewolking, de windrichting en de barometerstand. In het algemeen geldt dat hoe sneller de barometerstand daalt, hoe slechter het weer wordt.
Zeiloppervlak
De windschaal van Beaufort richtte zich oorspronkelijk op de windkracht in relatie tot het zeiloppervlak, uitgedrukt in de hoeveelheid zeil dat een schip (fregat) kon voeren bij verschillende windsterktes (schaal van 0-12). In 1946 werd een belangrijke
modernisering doorgevoerd in deze windschaal. Niet de windkracht gemeten aan de hand van het gevoerde zeil was van belang, zoals Beaufort het definieerde, maar de gemiddelde windsnelheid gemeten gedurende 10 minuten op een hoogte van 10 meter.
Windkracht op zee
De meest gangbare windschaal van Beaufort is ingedeeld in 13 eenheden en begint bij windkracht 0, waarbij de windsnelheid minder is dan 2 km per uur. De zee is dan glad. Windkracht 12 heeft orkaansterkte. Vanaf windkracht 5 kan er gevaar optreden voor de zeevaart. Bij windkracht 6 kunnen de golven tot vier meter hoog opdoemen. En vanaf windkracht 6 geeft het KNMI windwaarschuwingen af voor de scheepvaart, en vanaf windkracht 8
stormwaarschuwingen. Bij windstoten van meer dan 75 km/u waarschuwt het KNMI voor zware windstoten en bij meer dan 100 km/u voor zeer zware windstoten. Het KNMI waarschuwt hier ook voor in Europees verband. Het hieronder volgende schema – van windkracht 1 tot 12 – toont hoe de wind op zee geduid kan worden conform de windschaal van Beaufort, waarbij het accent ligt op de verschijnselen inzake de zeegang, aangevuld met de maximale golfhoogtes.
Windkracht 1: zwak
- Windsnelheid: Maximaal 5 km/u
- Golfhoogte: 0
- Zee: De zee is licht gerimpeld. Er vormen zich korte golfjes. Van schuimvorming is geen sprake.
Bron: Unsplash, Pixabay Windkracht 2: zwak
- Windsnelheid: Maximaal 11 km/u
- Golfhoogte: Tot 0,3 m
- Zee: Op de kleine golven tekenen zich golftoppen af. Ze lijken bijna doorzichtig en breken niet.
Windkracht 3: matig
- Windsnelheid: Maximaal 20 km/u
- Golfhoogte: Tot 1 m
- Zee: De golven worden al iets hoger en langgerekter. Sommige golftoppen breken, hier en daar vormen zich schuimkopjes.
Windkracht 4: matig
- Windsnelheid: Maximaal 30 km/u
- Golfhoogte: Tot 1,5 m
- Zee: Kleine, maar langere golven. Veel witgekuifde, brekende toppen.
Windkracht 5: vrij krachtig
- Windsnelheid: Maximaal 40 km/u
- Golfhoogte: Tot 2,5 m
- Zee: Tamelijk grote, langgerekte golven. Vele zijn witgekuifd met hier en daar opwaaiend schuim.
Windkracht 6: krachtig
- Windsnelheid: Maximaal 50 km/u
- Golfhoogte: Tot 4 m
- Zee: Her en der hoge, opspattende en brekende golven met witte schuimkoppen.
Windkracht 7: hard
- Windsnelheid: Maximaal 62 km/u
- Golfhoogte: Tot 6 m
- Zee: Opgezweept water. De wind blaast witte schuimkoppen van brekende golven voor zich uit. Hier en daar schuimstrepen. Het schuim wordt door de lucht geblazen.
Bron: Confused Me, Pixabay Windkracht 8: stormachtig
- Windsnelheid: Maximaal 75 km/u
- Golfhoogte: Tot 7,5 m
- Zee: Hoge en aanzienlijk lange golven. Zeewater en schuim waaien van de golfkoppen met een flinke kamlengte. Schuimflarden worden meegevoerd door de wind en er vormen zich overal schuimstrepen op het water.
Windkracht 9: storm
- Windsnelheid: Maximaal 88 km/u
- Golfhoogte: Tot 10 m
- Zee: Zeer hoge golven met overhangende, vallende koppen. Inmiddels vormen zich rollers. Volle, witte schuimstrepen op het water. Het opspattende, stuivende water veroorzaakt nevels van zeewater. Nevels die in combinatie met schuim het zicht belemmeren.
Windkracht 10: zware storm
- Windsnelheid: Maximaal 105 km/u
- Golfhoogte: Tot 12,5 m
- Zee: Zeer steile golven met overhangende, langgerekte kammen. De rollers zijn zwaar, woest en slaan over. Het wateroppervlak lijkt helemaal wit. Het zicht is matig.
Windkracht 11: zeer zware storm
- Windsnelheid: Maximaal 115 km/u
- Golfhoogte: Tot 16 m
- Zee: Zeer hoge golven, waarvan sommige zo hoog als middelgrote zeeschepen, Schuimende kammen. Het zicht is sterk beperkt met veel schuimvorming.
Windkracht 12: orkaan
- Windsnelheid: Meer dan 115 km/u
- Golfhoogte: Ongelimiteerd
- Zee: De hele zee is witschuimend. Vrijwel geen zicht door waternevels en schuimvlokken.
Lees verder